4: De brief van niemand

714 50 73
                                    

Even als herinnering: Harry Potter is niet van mij. Ik was niet zo slim om het als eerste te bedenken. J.K Rowling wel. Lang Leve Jo!!!!!

"Wat zijn jullie allemaal aan het doen, Lily?" vroeg mevrouw Potter aan Lily die hielp met afwassen. "Ik hoor gehuil, gelach en dan weer geschreeuw."
Lily lachte en zei: "We lezen met z'n allen een heel interessant boek." loog Lily. Mevrouw Potter keek verbaasd op.
"James en Sirius die een boek lezen? Zeker weten?" Lily begon te lachen nét toen James binnen kwam.
"Lily? Kom je? We willen weer verder met lezen." Lily keek lachend naar mevrouw Potter die nu ook begon te lachen. "Wat?" vroeg James.
"Niks. Ik kom eraan." Lily volgde James naar de woonkamer waar Sirius en Remus al zaten. "Jij ging lezen, toch James?"

Harry was blij dat hij niet meer naar school hoefde, maar er viel niet te ontsnappen aan Dirks vrienden, die elke dag langskwamen. En ze deden maar al te graag mee aan Dirks lievelingssport: Harry pesten. Daarom bracht Harry zo veel mogelijk tijd buitenshuis door, nadenkend over het einde van de vakantie. Dan zag hij een klein lichtpuntje, want in september zou hij naar de middelbare school gaan en voor het eerst van zijn leven verlost zijn van Dirk.

"Wat fijn." fluisterde Lily meer tegen haarzelf.

Dirk was ingeschreven bij Ballings, oom Hermans oude school, maar Harry ging naar het J.F. Treitercollege. Dat vond Dirk heel grappig.

"Natuurlijk vind ie dat." mompelde Sirius.

"Ze stoppen je kop in de plee op je eerste dag daar." zei hij tegen Harry. "Ga je mee naar boven om te oefenen?"
"Nee bedankt." zei Harry. "Die arme plee heeft nog nooit zoiets smerigs als jouw kop hoeven verwerken - dadelijk wordt hij nog misselijk."

Lily keek met open mond naar het boek in James' handen. James daarentegen gooide het boek neer en begon te klappen. "Goed zo!"

's Avonds paradeerde Dirk door de woonkamer in zijn splinternieuwe uniform. Toen hij Dirk daar zag staan, zei oom Herman bruusk maar geroerd dat dat het mooiste moment van zijn leven was.

"Wauw." zei Sirius. "Deze mensen doen niet veel met hun leven hè?" Lily schudde met haar hoofd.

Toen Harry de volgende ochtend in de keuken kwam, hing daar een doordringende stank, die afkomstig was uit een grote zinken teil in de gootsteen. Harry keek in de teil. Hij was gevuld met grijs water, waarin smerige lompen dreven.
"Wat is dat?" vroeg hij. Ze kneep haar lippen samen, zoals altijd wanneer hij het waagde om een vraag te stellen.
"Ik verf een paar ouder kleren va Dirk grijs. Als ik klaar ben, lijkt het net een normaal schooluniform.

James stopte met lezen. "Zijn.. uniform? Oude kleding dat grijs geverfd wordt?"

Ze hoorden de brievenbus klepperen en de post op de deurmat ploffen. "Haal de post even, Dirk." zei oom Herman vanachter zijn krant.
"Laat Harry hem maar halen."

"Dat hij het niet gelijk aan Harry vroeg." mompelde Remus verbaasd. "Ik dacht dat dat walrus-jong niks hoefde te doen."

"Haal de post even, Harry."
"Laat Dirk hem maar halen."
"Geef hem een klap, Dirk."
Harry ontweek de klap en ging de post halen. Er lagen drie dingen op de mat: een ansicht van oom Hermans zus Margot, een bruine envelop die waarschijnlijk een rekening bevatte en - een brief voor Harry.

"Oh.. is dat de brief?" vroeg Sirius opgewonden. Iedereen ging rechtop zitten en keek aandachtig naar James.

Hij had nog nooit een van zijn leven een brief gehad. Hij had geen vrienden en geen familie. Maar toch had hij nu een brief, een brief die zo duidelijk geadresseerd was dat er geen twijfel mogelijk was:
De Heer H. Potter
De Bezemkast onder de Trap
Ligusterlaan 4
Klein Zanikem
Surrey

Een saaie vakantie (COMPLEET)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu