Hoofdstuk 61

577 28 4
                                    

Ik sta snikkend op, veel zin om weer naar Simon te gaan heb ik niet dus loop ik wat rond. Zonder erbij na te denken sta ik opeens bij een boom. De boom. Ik druk mijn hand op de stam,de boom voelt koud. Normaal als ik hier was voelde het gewoon, als een boom maar nu voelde het koud, alsof er elk moment iets ergs in de wereld kon gebeuren... Ik haal mijn neus op en laat me tegen de boom zakken. Ik adem diep in, ergens hoop ik dat ik wakker word, in mijn warme bed en deze dag gewoon een droom was. Of dat alles een droom was en ik nu gewoon mijn 6e jaar op Zweinstein ga beginnen. Maar natuurlijk als ik mijn ogen open doe zit ik nog steeds op de harde koude grond tegen de boom aan. Ik veeg mijn tranen weg en laat mijn hoofd op de stam zakken langzaam maar zeker val ik in slaap... 

Ik word wakker. Iets prikt me in mijn zij,ik draai mijn hoofd met een kreun om maar schiet omhoog als ik Simon zie. "Je moet mee komen nu"hij kijkt oplettend om ons heen. "Hoe wist je dat ik hier was?" ik sta op en klop mijn broek af. "Wist ik niet, ik heb je overal gezocht, uit eindelijk vond ik je toverstok aan de rand van het bos en dacht dat je misschien hier was" hij houd mijn toverstok voor mijn gezicht. Ik gris hem uit zijn handen en stop hem in mijn zak. "kom" Simon begint te rennen en ik ren slapjes achter hem aan. "SCHIET OP" roep Simon "Waarom" vraag ik verveeld. "Marcel wacht op ons daarom " snauwt Simon. Ik begin meteen harder te rennen. "WAAR IS HIJ?" vraag ik buiten adem als we net het bos uit rennen.  "Zie je zo" we rennen over het gras veld naar de deur van het kasteel. Simon houd de deur open en ik loop er in. "Kom " zegt hij zachtjes. hij pakt mijn hand vast en we lopen samen naar de lange gang waar de Kamer Van Hoge Nood is. Simon loopt 3 keer heen en weer terwijl ik om ons heen kijk of er niemand aan komt. Als de grote zwarte deur verschenen is trekt Simon me naar binnen. De kamer is een heel groot stuk groter dan de laatste keer dat ik hier was,maar er zijn dan ook een stuk meer mensen.. Ik zie Ginny, Marcel, en Daan Thomas op een kleed zitten. Ik herken ook Amber, Katja, Vera, Celeste en nog veel meer mensen uit Griffoendor Ravenklauw en Huffelpuff maar er is geen 1 Zwadderaar de bekennen. "MELANIE!" roept Ginny ze staat op en rent naar me toe. Ze wilt me een knuffel geven maar ik weiger. Ginny kijkt me verbaast aan ook Marcel staat naast ons en kijkt me vragend aan. "Jullie..zitten hier al die tijd..maar er word niks tegen mij gezegd ?" roep ik boos,ik voel me gekwetst en verraden. "We wouden wel maar" zegt Ginny zacht. "Maar jullie deden het niet!" snauw ik. "Doe even rustig.." Simon komt naast me staan. "NEE DAT DIE IK NIET!" Roep ik. Iedereen in de kamer kijkt naar me. Marcel fluistert wat in Ginny haar oor en ze knikt. "O dus nu mag ik ook al niks meer horen?" zonder op antwoord te wachten richt ik me op Simon. "Ik wil hier weg" ik knipper met mijn ogen. "Dat kan niet.." mompelt Simon. ''Waarom niet" sis ik boos. "Te gevaarlijk" zucht Simon. "IK BEN GEEN 6 MEER" Roep ik. Marcel kijkt even naar me maar loopt dan naar een deur aan de zijkant van de kamer doet hem open en verdwijnt. "Waar gaat die heen?" Vraag ik arrogant. "Naar de broer van Parkamentus hij is.." ik steek mijn hand op naar Ginny. "Wil het niet eens horen als jullie me toch niks vertellen hou het dan maar zo" Als ik hier toch nog niet weg mag ga ik maar even liggen. Ik zoek een lege hangmat en ga er in liggen. ik sluit alles van me af, na een tijdje dreig ik in slaap te vallen maar dat word verstoord door een deur die hard dichtklapt. Ik verwacht de voetstappen van Marcel te horen maar ik hoor meer dan 1 persoon, verbaast draai ik me om. Ik kan mijn ogen niet geloven.



Anders dan je denkt. (Voltooit)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu