Hoofdstuk 64

567 30 4
                                    

Ik weet niet hoe lang we al lopen maar geloof me kort is het niet.
Alsof Hermelien me gedachte kan lezen vraagt ze "Hoe lang nog?" Ze klinkt een beetje wanhopig.
"Niet lang" is Ron zijn korte antwoord.
Nog steeds heb ik de beker vast,ik klem hem stevig in mijn rechter hand met in mijn linker hand mijn toverstok, ja ik ben links.
Ik zucht,alles is zo snel gegaan, dit jaar is al bijna afgelopen, ik word bijna 16..
Wacht mijn verjaardag!
"Over een week ben ik jarig!" Als ik Ron en Hermelien raar naar me zien kijken merk ik dat ik hard op gepraat had.
Snel kijk ik weg.
"Omg" hoor ik Hermelien zeggen.
Als ik opkijk snap ik waar ze het over heeft.
En ik kan het ook horen.
We lopen op een lang zwart pad dat ongeveer 5 meter breed is, aan de zijkant van het pad ligt water en daarnaast staan 10 tallen slangen hoofde.
( van steen )
We lopen het pad uit en komen bij een platform.
Er ligt een reuze skelet van een Basilisk.
Ik geef de beker aan Hermelien.
Hermelien pakt mijn hand vast en knijpt erin.
Ik glimlach naar haar.
Ron loopt naar het skelet en rukt er een tand uit.
Hij loopt naar ons toe en steekt de tand naar Hermelien uit.
"Jij moet het doen" zegt hij.
"Dat kan ik niet" stribbelt Hermelien tegen.
"Wat denk jij Melanie?" Vraagt Ron aan mij.
"Je kan het" en ik knik bevestigend.
Ron neemt de beker en Hermelien pakt de tand aan.
We hurken met zijn 3e op de grond en Ron legt de beker in het midden van ons 3.
Hermelien kijkt ons aan en wij knikken.
Hermelien zucht,ze neemt de tand nog iets steviger vast geeft er een zwaai aan en bord hem dan diep de beker in.
Meteen beginnen er draai kolken te ontstaan.
Het water klots over de randen een en golven overspoelen de kamer.
Geschrokken doen we een paar stappen naar achter maar het heeft geen zin.
Een grote golf komt over ons heen en we zijn door en door nat.
Ik ril, het water was ijs koud.
Ron en Hermelien kijken elkaar aan.
Ik trek mijn wenkbrauw op en wil net iets zeggen als ze elkaar onverwachts kussen.
Ik doe meteen mijn mond weer dicht.
Als ze elkaar weer los laten lachen ze.
"Ahww" zeg ik.
Meteen heb ik spijt.
"Nu heb ik zeker jullie moment verpest he.." Zeg ik een beetje ongemakkelijk.
Hermelien lacht.
"Nee joh" ze loopt naar me toe en omhelst me.

Als we de deur van de toilet open doen horen we een hels kabaal.
"Wat is.." Ik hoef niks meer te vragen.
Ik zie leerlingen over de gang rennen, spreuken naar elkaar afvuren en brokken steen op de grond liggen.
"Voldemort.." Zeg ik zacht.
"ZEG DIE NAAM NIET" roept Ron boos.
Ik kijk hem geschrokken aan.
We lopen de menigte in.
"Melanie nu moeten we Harry zoeken en.." Verder komt ze niet.
Een spreuk word op ons afgevuurd.
Ik ontwijk hem waardoor ik in de leerlingen stroom kom.
"NEE WACHT IK MOET DAAR HEEN" roep ik geïrriteerd.
"IK ZIE JULLIE STRAKS" roep ik nog voor ik de hoek om verdwijn.
Ik word mee genomen tot aan de hal en dan wijkt de groep uit een.
"Verdomme" vloek ik.
Nu ben ik iedereen kwijt.
Waar zou iedereen eigenlijk zijn?
Het lijkt alsof de tijd stil staat iedereen staat met zijn handen op zijn oren gedrukt.
Even weet ik niet wat het is maar dan hoor ik het ook en druk mijn handen ook op mijn oren maar het helpt niet.
Een kille stem zegt: Goed gevochten Zweinstein, ik waardeer jullie moed,maar jullie kunnen niet winnen,geef je over en jou en je familie zal je niks gebeuren,voeg je bij mij en je zal niet treuren..
De kille stem was uitgesproken de tijd leek weer door te gaan.
Even keek elke leerling verbaast om zich heen maar al snel beginnen er weer mensen te rennen en vloeken op dooddoeners af te vuren.
Ik draai me om en ren over de gangen, ik weet niet waar heen maar ik hoop stiekem Hermelien of Ron tegen te komen.
En Harry zou ook wel handig zijn.
Ik val over een brok steen die uit de muur gevlogen is.
"Shit" mompel ik.
Ik sta op, mijn knie bloed maar pijn doet het niet.
De gang is uitgestorven op 1 persoon na.
"Gaat het?" Hoor ik achter me.

Anders dan je denkt. (Voltooit)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu