~30~

600 48 27
                                    

Aiden, Luca en ik liepen om de gevallen engelen heen naar de deuren van de gymzaal. Sommige hadden hun ogen nog open en een wezenloze blik was erin te zien. Ik sloot mijn ogen en schudde de gedachte dat ik mensen (naja mensen...) de dood in had gejaagd van me af.

Zonder een woord tegen elkaar te zeggen liepen we door de uitgestorven gangen. Alle drie waren we verzonken in onze eigen gedachten. Ik wist zeker dat we eruit zagen als de geesten van een goedkope horrorfilm, maar het kon me op dit moment helemaal niets schelen.

Aiden was dood gegaan en ik had hem weer levend gemaakt door elke sliert energie uit alle gevallen engelen te zuigen. Maud was ook dood door mijn toedoen. Blijkbaar had ik de verborgen krachten nu pas ontdekt in plaats van een paar dagen geleden. En blijkbaar wist Aiden daar al heel lang vanaf, maar om sneller van de gevallen engelen af te zijn had hij het niet gezegd.

Door alle gebeurtenissen die er die avond gebeurd waren wist ik niet wat ik moest voelen. Opluchting omdat we de gevallen engelen hadden gestopt? Woede omdat Aiden tegen me gelogen had? Verdriet? Blijdschap? Ik wist het allemaal niet meer.

Mijn jurk was zwaar geworden en hing als een last rond mijn benen. Door de voordeuren van de school flikkerden rode en blauwe lichten. Ik bleef abrupt stil staan toen de lichten in mijn irissen reflecteerden. Aiden en Luca bleven allebei staan en met een simpele blik naar elkaar hadden ze hun beslissing al genomen.

Ze trokken me mee door allerlei gangen en sleepte me trappen op en weer af. Ze negeerden mijn vragen en reageerden niet als in wat zei. Mijn voeten begonnen net pijn te doen van al het rennen toen we de laatste deur door gingen.

Een koude wind sloeg in mijn gezicht toen we het dak op liepen. Verbaasd keek ik rond. Ik had niet gedacht dat onze school een mooi uitzicht had vanaf het dak. Ik kon vanaf het dak uitkijken over de hele stad. Honderden lichtjes schitterden als ik naar beneden en naar boven keek, alsof er in de hemel en op de grond sterren schenen.

"Gaan jullie vliegen?" vroeg ik toen ik me realiseerde waarom we naar het dak waren gekomen. Ik fronste mijn wenkbrauwen toen beelden van een half uur geleden weer door mijn hoofd schoten. "Aiden en Luca, jullie kunnen allebei nauwelijks vliegen! Hoe zien jullie dat voor je?" zei ik en ik vouwde mijn armen voor mijn borst.

Aiden schonk me een halve grijns terwijl hij voorzichtig over het randje naar beneden keek. "Daarvoor hebben we jou, helertje," zei hij luchtig. Ik snoof en antwoordde vinnig: "En waarom zou ik dat in hemelsnaam doen?" "Omdat je ons heel dankbaar bent dat we jou gered hebben?" zei Luca met opgetrokken wenkbrauwen. Ik snoof weer en lachte schamper. "In mijn herinnering was ik toch echt degene die jullie gered heeft."

"Wat je ook gaat doen, doe het snel want er zijn mensen binnen," kwam Aidens stem van de zijkant van het dak. Ze wisten dat ik het zou doen, ze kenden me te goed. Ik zuchtte en sloot mijn ogen om me beter te kunnen concentreren. Niet dat het nodig was omdat ik de energieën nu ook zonder mijn ogen dicht te doen kon zien. Ik zag dat er donkere kleuren rondzwermden door één van de vleugels van Aiden en door Luca's hele lichaam. Binnen no-time schoten de kleuren uit mijn vingertoppen en hoorde ik het opgeluchte gezucht van beide jongens.

"Zullen we gaan?" Ik opende mijn ogen weer een keek ze aan. Aiden draaide zich al om en had net zoals de vorige keer zijn armen naar achteren gestrekt. Vleugels verschenen door de scheuren van hun kleren en ik liep op Aiden af. Terwijl ik mijn handen op zijn schouders zette, begon er een nerveus gekriebel in mijn onderbuik. Ik sprong omhoog en lande een beetje onhandig op zijn rug.

Luca keek geamuseerd toe hoe Aiden moeite deed om niet naar voren te wankelen en naar beneden te donderen. Ik zond hem een boze blik toe die hij met een onschuldige schouderophaal beantwoordde. "Daar gaan we dan!" riep Luca veel te vrolijk en hij schoot omhoog. Zijn witte vleugels reflecteerden het maanlicht en ik vroeg me af waarom niemand hem ooit zag. Plotseling schoot ook Aiden de lucht in wat een verrast kreetje uit mijn mond wurmde. Weer was het vliegen net zo magisch als vorige keer. De sterren schitterden om ons heen en de lichten van de stad onder ons gaven een dromerige indruk. Ik liet mijn kin op Aidens schouder rusten en sloot mijn ogen.

Hunted by Angels (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu