hoofdstuk 7

632 23 6
                                    

{"Smoesje om hier te komen liggen zeker?"}

"Pap, het komt goed. Ik ben zeventien hoor," Ferry drukte Hanna tegen zich aan. Hij vond het waarschijnlijk moeilijk dat Hanna weg ging. Zij was tenslotte zijn enige dochter.

"Ja dat weet ik ook wel," hij streek Hanna's jas recht.

"Ik moet nu echt gaan jongens!" Hanna liep naar de incheckbalie. Haar ouders en broertje liepen weg. Voor het eerst deed ze een keer iets op haar eigen verantwoordelijkheid. Vaclav zou haar opwachten op het vliegveld in Tsjechië.

Nadat ze alles had geregeld kon idereen het vliegtuig in. De vlucht was nog lang niet uitverkocht. Overal waren lege plekken te zien. Naast Hanna zat gelukkig dan ook niemand.
Dit was de eerste keer dat ze met een vliegtuig ging vliegen en ze was ook best zenuwachtig.

Ze merkte uiteindelijk zowat niks van het opstijgen. Turbulentie was er wel, maar niet zo heel sterk tot haar opluchting. Al die nare verhalen dat ze hoorde erover. Daarbij was ze ook bang dat het vliegtuig neer zou storten, wat opzich niet gek is als je bedenkt dat ze de film Zoop ik Afrika zo'n vijftig keer had gekeken.

Hanna liep de gate uit en zag vrijwel meteen Vaclav vooraan staan. Ze sprong op hem af en omhelsde hem tot dat hij kotsgeluiden na deed. "Ik zat nog te denken of ik een bordje moest maken met jou naam erop."

"Ná, het is niet zo druk," zei Hanna.

"Heb je er een beetje zin in?" Vaclav zag dat Hanna helemaal glunderde. De vraag was dan ook overbodig.

"Ja, ja tuurlijk! Super veel."

"We gaan eerst wel naar mijn huis." Vaclav nam Hanna haar hand beet en ze liepen naar zijn ouders auto die hij blijkbaar had geleend.

"Mens doe die lange broek uit," zei hij in de auto. Hanna hield niet van korte broekjes, maar zover zou een jongen niet gaan in denken, dacht Hanna.

"Je moet je niet schamen Hanna. Dat is echt nergens voor nodig." Hanna haatte het om het over deze dingen te hebben. Ze wou geen aandacht vragen en viste niet naar complimentjes. Alleen Vaclav gaf ze zelf altijd.

"Dat hoef jij echt niet te zeggen, je bent me vriendje niet." Hanna voelde zich meteen schuldig nadat ze het zei. Het was niet haar bedoeling het zo bot over te laten komen. "Zo bedoelde ik dat niet."

"Maakt niet uit," zei Vaclav nog even vrolijk. "Ik zal doorblijven gaan tot die ene dag dat je complimentjes accepteert en je ze gaat geloven. En dan zal ik ze nog honderd keer meer geven," Vaclav knipoogde.

"Player," Hanna duwde tegen zijn schouder.

"Auw! Mijn schouder word nog eens blauw van jou."

Ja dóéi!"

Vaclav's moeder verwelkomde Hanna super enthousiast. "Hanna!" Ze gaf haar een knuffel. Ze moest meteen Engels praten met haar omdat zij geen Nederlands kon.

"Hier mag jij slapen." Vaclav opende een mooie, grote en best luxe logékamer. Het eerste wat hij had gedaan toen hij geld verdiende, was het huis van zijn ouders opknappen. Hanna wist nog goed hoe zijn ouders daar op reageerde. Ze waren super ontroerd.

Vroeger had Hanna weleens over haar heimwee verteld. Hanna had er altijd super veel last van. Zeker als ze alleen op een andere kamer sliep. Vaclav was dat natuurlijk allang weer vergeten en Hanna besloot daar ook niet verder of te zeuren. Er was ook niet echt een andere oplossing.

"Je mag gewoon bij mij komen slapen," Vaclav pakte vanachter Hanna haar schouders beet. Hij merkte dat ze stil was geworden, of eerder in gedachten.

ZomerstopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu