Hoofdstuk 5

216 15 1
                                    

Pov Anna

Ik word de kerker ingeduwd, *paf* de deur gaat met een knal dicht en ik hoor sleutels in het slot. "Help!" Roep ik terwijl ik om mij heen kijk. "Niemand zal je komen helpen!" Zegt een man die ergens op een bankje zit. Waarom moet ik weer een kamer delen met een man? "laten wij ons voorstellen en vertellen waarom wij hier zitten?" Zeg ik als idee. "Ik ben Andrew ,de koning van de vampieren. De reden dat ik hier zit is omdat de prins het vampieren rijk wilt, maar die word over een maand van mijn dochter." Nadat hij dat heeft gezegd begint hij te huilen. "Wat is de naam van uw dochter?" Vraag ik terwijl ik het antwoord al weet. "Annalise Elisabeth." Antwoord hij. Dan begin ik ook te snikken "Ach het geeft niet meid, wij gaan samen ontsnappen." Zegt hij op vaderlijke toon. Dan realiseer ik mij pas hoe een dorst ik heb, "heb jij misschien wat bloed voor mij?" Vraag ik aan mijn vader. "Ben jij ook een vampier, en ja hier?" En hij geeft  een zakje waar bloed in zit aan mij. als ik het bloed op heb zeg ik. "Ik ben jouw dochter, de prinses." Hij staart mij met open mond aan en vraagt dan plots "weet jij al welke krachten je hebt?" "Ja, de kracht van de elementen." Zeg ik enthousiast. Opeens gaat de deur open en moet ik van de bewakers meelopen, tijd om afscheid te nemen van mijn vader heb ik niet. We lopen richting de troonzaal.

Aangekomen in de troonzaal staat de prins daar. "Hallo ,mooi prinsesje van me." Zegt hij best vriendelijk. Hij loopt naar achter om zilveren kettingen te pakken en bij mij om te doen. Als ze om zitten sleept hij mij mee naar een kamer, het ziet eruit als een gewoon kantoor en maakt mij vast aan een stoel, hij gaat tegenover mij zitten. "Het word tijd om elkaar beter te leren kennen." Zegt hij op flirterige toon. Je ziet dat hij zijn best doet om te flirten, maar het heeft geen effect op mij. "Ik ben Anna ik hoor hier niet thuis en ik wil weg, doei!" En ik sta op, maar realiseer mij dan dat ik nog vast zit aan de stoel en moeilijk weg kan lopen. "Jij dacht dat je weg kon lopen?" Zegt hij kwaad "wachters neem haar mee naar een van de kamers, NU!!" Zegt hij super kwaad, de woede is in zijn ogen te lezen. Ik voel getrek aan mijn kettingen door een paar wachters en we komen aan in een kamer met een groot hemelbed. De wachters zijn al weggegaan en dan komt de prins eraan.  "Ik wilde lief met je doen, maar toen wilde je weg." De woede is in zijn stem te horen en hij sluit de deur.

Pov kaylee

Ik word wakker in een kamer, de ziekenboeg. er komt een dokter aanlopen die zegt dat het al beter met mij gaat en dat ik alleen een beetje gestrest ben, dus rustig aan moet doen, gelukkig mag ik al meteen weg.

Leuk dat je net het nieuwe hoofdstuk hebt gelezen.
wat vond je van dit hoofdstuk, Zitten er fouten in? ❤️
X. Michelle

My lost life (Herschrijven)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu