hoofdstuk 9

52 3 0
                                    

Roospoot stond op. Ze kon haar niet concentreren want haar gedachten waren bij haar zus, Veerpoot, ze is zwanger en ze moet het voor de clan geheim houden omdat het kittens zijn van een wolf. "Pas op, Roospoot, je doet het verkeerd!" riep Maanlicht uit. "Sorry." verontschuldigde Roospoot zich. Maanlicht bekeek haar. "Is er iets, Roospoot?" vroeg Maanlicht. Tegen Maanlkcht mag ik het toch zeggen? Zij is mijn mentor en ze is ook een medicijnkat. Roospoot ging zitten. "Ik moet iets geheim houden van Veerpoot, maar het wordt alleen masr erger en dan kan ik me niet concentreren. Als de clan erachter komt, dat gaat er iets erg gebeuren met Veerpoot, dat heeft de sterrenclan me vertelt bij de Maanpoel." mauwde Roospoot. Maanlicht ging ook zitten. "Zou je het aan mij kunnen vertellen?" vroeg Maanlicht. "Ik ga het niet tegen de clan zeggen, wat het ook is." beloofde Maanlicht. Roospoot knikte. "Ok, dus Veerpoot heeft een paar maanden geleden samen met Bliksempoot een roedel wolven geholpen. Ze ging elke dag op bezoek bij de roedelleider Hudson. Uiteindelijk werden ze verliefd op elkaar en nu is Veerpoot zwanger van vijf kittens. Graaipoot en Bliksempoot weten dat ook en zij houden dat ook geheim." mauwde Roodpoot. Maanlicht heeft tijdens de uitleg haar met oprn mond zitten aanstaren. "Is Veerpoot zwanger van vijf kittens en is ze samen met een wolf en die wolf is de vader van de vijf kittens, die wolf is ook een alfa." mauwde Maanlicht. "Ja, je gaat het niet doorvertellen, hé?" vroeg Roospoot. Maanlicht schudde haar kop. "Nee, natuurlijk niet." Roospoot zuchtte van oplichting: omdat ze het aan iemand kwijt kon en omdat Maanlicht het niet gaat doorvertellen. "We gaan wel eens met Veerpoot praten." mauwde ze. Roospoot knikte. Ze vond het een goed idee. "Veerpoot is nu al acht weken zwanger. Ze kan volgende week bevallen, we moeten nog een oplossing zoeken." fluisterde ze omdat Beukblad juist binnen kwam lopen. "Over wat praten jullie, ik dacht dat medicijnkatten altiid aan het werk waren?" mauwde ze plagerig. Maanlicht stond op en liep naar Beukblad. "We gingen juist weer aan het werk." mauwde Maanlicht. Roodpoot stond op en volgde Maanlicht naar buiten.

Ze liepen op Bliksempoot en Graaipoot af. "Waar is Veerpoot?" vroeg Roospoot. Bliksempoot en Graaipoot zeiden niets omdat Maanlicht erbij was. "Het is al goed, we moeten met Veerpoot praten over haar zwangerschap." fluisterde Roospoot zacht in Bliksempoot zijn oor. Bliksempoot schrok op. "Weet Maanlicht het?" vroeg hij op fluistertoon. Roospoot knikte. "Ze is in de grot." mauwde Bliksempoot. "Bedankt." mauwde Roospoot en ze legde haar staart op Bliksempoot zijn schouder als teken dat ze hem bedankt. Roospoot liep voorop omdat Maanlicht de grot niet weet zijn.

Roospoot liep de grot in gevolgd door Maanlicht. Ze liep door de gang waar Veerpoot en Hudson altijd zitten. Ze kwamen eindelijk uit op de open plek in de grot. Veerpoot lag naast Hudson op de rots. Ze keken allebei op toen ze Roospoot en Maanlicht hoorden aankomen. Veerpoot schrok en ze liep recht naar Roospoot. "Heb je het Maanlicht vertelt?" vroeg ze. "Ja, ik koesf het gewoon tegen iemand zeggen en Maanlicht kan ik vertrouwen, ze heeft beloofd niks door te vertellen."mauwde Roospoot verdedigend. "Ok." mauwde ze en ze wendde zich tot Maanlicht. "Beloof je dat je het tegen niemand doorvertelt?" vroeg Veerpoot. Maanlicht knikte. "Dat beloof ik met heel mijn hart." beloofde Maanlicht. Veerpoot knikte blij. Roospoot en Maanlicht liepen terug naar buiten. Ze deden de planten weer voor de ingang zodat niemand de grot zou zien.

Maanlicht ging direct terug naar het medicijnkathol toen ze in het kamp waren. Bliksempoot kwam op Roospoot af. "En? Werd Veerpoot kwaad?" vroeg hij. Roospoot schudde haar kop. "Oh, dan heb je geluk want ze kan kwaad worden, ik heb haar al eens heel kwaad meegemaakt, in onze kittentijd." mauwde hij. Roospoot moest lachen. "Ik heb dat ook al veel meegemaakt, bijvoorbeeld als ik haar wakker maakte." mauwde Roospoot. Nu moesten ze allebei lachen. Roospoot vind het fijn om met Bliksempoot te kunnen praten. Ze voelde zich op haar gemak hij hem. Ze kon zichzelf zijn bij hem, bij andere katten kan ze niet echt haar zelf zijn.
"Ik moet weer aan het werk, maar misschien kunnen we straks gaan jagen?" vroeg Roospoot. Bliksempoot zijn ogen begonnen te glinsteren. "Ja, kom je dan naar mij als je klaar bent?" vroeg hij. Roospoot knikte. Ze liep naar het medicijnkathol en begon weer te werken.

Roospoot was klaar en zocht naar Bliksempoot. Bliksempoot was enthousiast met Graaipoot aan het praten. Toen Roospoot afkwam werden ze stil. Waarover zouden ze het gehad hebben? "Ik kom, wacht even." mauwde Bliksempoot. "Ok." mauwde ze. Roospoot ging bij de uitgang van het donderclankamp staan wachten. Na een tijdje kwam Bliksempoot eindelijk naar haar toe. Ze vertrokken het woud in.

Omdat Roospoot niet zoveel lessen had gehad in jagen kon ze er niet zoveel meer van. Ze snoof de lucht op en rook een konijn, dicht in de buurt. Ze sloop er naartoe. Ze sprong en ze belandde op de muis. Met een klap was de muis dood. "Jeej, eindelijk heb ik iets gevangen!" riep Roospoot blij. Bliksempoot moest lachen. Nepboos keek ze hem aan. Toen hij dat zag zweeg hij. Daarvan moest Roospoot lachen. Bliksempoot schoot ook in de lach. Bliksempoot stopte al rap met lachen en keek nu serieus en een beetje verdrietig. Roospoot zag het. "Wat is er?" vroeg ze. Bliksempoot keek haar recht in haar blauwe ogen aan. "Het is..... ik durf het niet te zeggen." mauwde hij. "Je kan het tegen me zeggen, ik zal het tegen niemand zeggen." mauwde ze. "Ook niet tegen Graaipoot, Veerpoot en Maanlicht en de andere katten." mauwde hij. Roospoot knikte. "Ik.... Ik kan het niet zeggen, het gaat raar zijn." mauwde hij. Hij zuchtte en ging zitten. "Je moet me vertrouwen." mauwde Roospoot. Roospoot liep naar Bliksempoot en ging naast hem zitten. Hij keek niet op. "Ik vind je leuk." mompelde Bliksempoot. Roospoot had het bijna niet verstaan maar ze verstond het wel. Ze zweeg want ze wist niet wat ze daarop moest zeggen. Bliksempoot stond op. "Ik ga, je kan zelfs niks meer zeggen, nu je de waarheid weet, jij vind me niet leuk leuk waarschijnlijk." mauwde hij. Hij liep weg. Roospoot schrok en stond op. Ze liep achter hem aan. Hij wou niet wachten. Ze kon hem niet inhalen, hij is de snelste kat van de clan. Roospoot boog haar knieën en ze sprong. Ze belandde een eindje verder en ze ging voor Bliksempoot staan. Hij verschoot, maar hij bleef stilstaan. Hij keek naar de grond. "Ik zei niks omdat ik verbaasd was om wat je zei, ik had niet verwacht dat je me leuk vond." mauwde Roospoot. Hopelijk begrijpt hij wat ik bedoel. Bliksempoot keek op. "Dus, je zegt juist dat jij me ook leuk vind?" vroeg hij. Roospoot knikte. Bliksempoot keek na een tijdje weer triest. "Maar we kunnen niet samen zijn, jij bent een medicijnkat." mauwde hij. Daar had Roospoot nog niet aan gedacht. "Daar vinden we wel een oplossing voor, nu gaan we het geheim moeten houden." mauwde ze. Roospoot streek met haar vacht langs die van hem. Ze ging gaan zitten. Bliksempoot ging naast haar zitten. Roospoot viel in slaap en Bliksempoot ook.

Roospoot voelde iets tegen haar vacht. Ze deed haar ogen open en ze keek recht in het gezicht van Graaipoot. Ze keek opzij en ze zag dat Bliksempoot nog altijd naast haar lag. Roospoot sprong op. "Rustig, ik heb jullie gezien. Ik zal niks zeggen. Nu heb ik drie vrienden die de regels verbreken, ik ben blijkbaar de goede van ons vier." mauwde hij trots. Roospoot rolde met haar ogen. "Niet zo stoefen. Maak jij Bliksempoot wakker? Ik koet rap terug anders ontdekt Maanlicht dat ik verdwenen ben." mauwde ze. Graaipoot knikte.

Roospoot sloop het medicijnkathol binnen en ze viel in slaap in haar nest van stro.

Roospoot stond in een woud. Ze herkende deze plek niet. Ze keek rond, er waren alleen maar bomen en struiken. Er was zelfs geen prooi, geen enkel dier. Ze keek naar de lucht maar zag alleen maar kruinen van de bomen. Dit was geen donderclanterritorium. Ze liep verder en zag Glansvacht, Sierstaart en nog een kat staan. "Hallo, Roospoot, dit is Manapels. We moeten het hebben over jou en Bliksempoot." zei Sierstaart.
Roospoot knikte en ging zitten. "Jij bent een medicijnkat en je mag dus geen partner hebben. Je overtreedt een regel van de krijgscode! Roospoot, je bent een medicijnkat!" Riep Glansvacht. "Dat weet ik! Daarom wil ik geen medicijnkat meer zijn!" Riep Roospoot uit.

Warrior Cats Geheimen In Het WoudWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu