Warrior Cats Geheimen In Het Woud

hoofdstuk 21

Veerster liep naar Eikpoot, die met zijn achterste poot helemaal open, op de grond ligt. "Zijn Pluimstaart, Uilstaart en Ruitpels hier geweest? Wat hebben ze gedaan voor dit allemaal zo te krijgen?" vroeg Veerster. Eikpoot probeerde recht te staan.

"Ze kwamen plots ons kamp binnen, wij verdedigden ons, maar ze waren te sterk, ze hebben alles vernield en de twee andere kittens meegepakt." mauwde Eikpoot.

"De andere clans weten het nu en de windclan weet het nu ook, niemand wist het, zelfs Groenklauw wist het niet." mauwde Veerster. Veerster en de anderen hielpen Eikpoot, Witpoot, Vispoot en Snoppy naar de medicijngrot.

Na een week waren ze alweer beter, de clan was helemaal opgeruimd en de katten die gewond waren waren snel weer beter. Veerster liep naar haar grot samen met Roodborst. "Eikpoot, Witpoot en Vispoot kunnen we al tot krijgers maken, Witpoot, Vispoot en Eikpoot hadden goed gevochten en de clan verdedigt." mauwde Veerster. Roodborst knikte.

Veerster ging op de Grote Rots staan. "Alle katten van de magieclan die hun eigen prooi kunnen vangen, kunnen die zich onder de Grote Rots verzamelen!" riep Veerster. Meteen kwamen alle katten naar buiten en gingen bij de Grote Rots zitten.

"Vandaag zullen er drie leerlingen krijgers worden." Er klonk gejuich. "Witpoot, Eikpoot en Vispoot, jullie hadden alle drie goed onze clan verdedigt, daarom worden jullie krijgers." de drie leerlingen kwamen naar voren.

"Witpoot, jij zal vanaf nu Witvacht heten. Eikpoot, jij zal vanaf nu Eikvacht heten en Vispoot jij zal vanaf nu Visstaart heten." de namen van de drie krijgers werden over de hele clan geroepen.

"Ik heb een opdracht voor jullie." mauwde Veerster. Opeens werd het stil. "Jullie moeten naar de windclan gaan en Rooslicht en de kittens zoeken, zorg dat niemand jullie ziet." Alle drie liepen ze zelfverzekerd naar voren. "Wij voeren graag die opdracht uit! Wij zorgen voor onze clan en we willen de kittens en onze medicijnkat terug!" riepen ze in koor.

Veerster knikte. "Dat is goed, wanneer willen jullie vertrekken?" De drie krijgers keken nadenkend voor hun uit. Ze gingen in een kring bij elkaar staan en waren aan het bespreken. Ze kwamen weer op een rij staan. "Vanavond." Veerster knikte. "Goed, dan hebben jullie nog tijd om jullie voor te bereiden." Mauwde Veerster.

De drie krijgers knikten en gingen naar de trainingskuil om te trainen op sluipen en als ze gezien worden ze nog rap Rooslicht en de kittens redden. (Ze gaan er waarschijnlijk niet zonder wonden vanaf komen.)

Veerster liep van de Grote Rots af. Roodborst en Grijspoot kwamen naar haar toe. "Wanneer gaan we nog eens trainen, Veerster?" vroeg Grijspoot. "Zullen we anders nu trainen?" Grijspoot zijn ogen begonnen te glinsteren en hij sprong in de lucht van enthousiasme.

"Ja, kom mee!" mauwde grijspoot enthousiast en hij rende naar de trainingskuil. Veerster en Roodborst lachten. "Ik ga maar naar grijspoot." lachte Veerster. Roodborst knikte. Veerster liep achter Grijspoot aan naar de trainingskuil, waar de drie nieuwe krijgers zitten te oefenen voor vanavond.

Veerster en Grijspoot hadden tot dat de zon onder ging getraind. het was tijd voor de drie krijgers te vertrekken. Veerster had een besluit genomen.

"Ik ga met jullie mee, ik geef Roodborst de leiding tot we terug zijn." mauwde ze. Iedereen knikte. De drie krijgers volgden haar door het bos tot aan de grens. "We gaan mijn kittens en onze medicijnkat terug halen!" mauwde Veerster vastberaden dat het gaat lukken. Witvacht, Eikvacht en Visstaart juichten.

Ze stapten over de grens en Veerster voelde een glansje macht over haar heen stromen. Het voelde goed. Ze slopen door het windclanterritorium. Veerster spitste haar oren om iets te horen in het kamp.

Ze hoorde Lapstaart en Hagelster praten:

"hagelster, wat ben je nu van plan, alle clans en je eigen clan weten van je plannen en zijn boos op jou." mauwde Lapstaart.

"De magieclan kan niks tegen mij beginnen zonder hun medicijnkat. En zeker niet als hun medicijnkat geen krachten meer heeft!" mauwde Hagelster.

"En de schaduwclan dan?" vroeg lapstaart.

"Alsof die medelijden kennen!" siste Hagelster.

"De rivierclan?" vroeg Lapstaart.

"Die kunnen we wel aan, het zijn katten die kunnen zwemmen, ze kunnen waarschijnlijk niet vechten!" siste Hagelster.

"De donderclan? Die zijn de beste vrienden van de magieclan!" mauwde lapstaart.

"Dat klopt, maar die kunnen we wel aan" mauwde hagelster.

Veerster kon haar oren niet geloven. "Dat Hagelster zo'n slechte dingen zegt over de andere clans! En ze heeft Rooslicht haar krachten afgepakt!" siste Veerster kwaad. Ze hoorde Witvacht, Visstaart en Eikvacht ook grommen om wat ze had gezegt.

"Wat, wie doet dat nu! We krijgen die katten wel!" gromde Witvacht woest. "Dat klopt!" siste Veerster.

Ze slopen verder. Ze kwamen steeds dichter bij het kamp.

Veerster keek door de struiken. Plots hoorden ze een stem achter hun. "Wie zijn jullie en waarom zijn jullie op ons territorium?" siste een stem. Veerster draaide zich razendsnel om, Witvacht, Eikvacht en Visstaart deden dat ook.

Daar stond Zilverklauw te grommen naar hun. "Wat doen jullie op ons territorium!" mauwde Zilverklauw. Algauw kwamen er andere windclankatten aan gelopen door het gegrom van Zilverklauw. Veerster, Witvacht, Eikvacht en Visstaart gingen in de vechthouding staan.

Het gevecht begon!