Warrior Cats Geheimen In Het Woud

hoofdstuk 23

- 3 weken later -

Veerster had juist getraind met Grijspoot. Ze liep naar Roodborst. "Grijspoot is echt goed geworden, ik denk dat hij klaar is om een krijger te worden, wat denk jij?" vroeg Veerster. "Ja, dat vind ik ook. Zwartpoot is ook klaar om een krijger te worden." mauwde Roodborst. Veerster knikte.

Veerster ging op de Grote Rots staan. "Alle katten van de magieclan, kunnen die zich onder de Grote Rots verzamelen voor een vergadering!" riep Veerster. Meteen kwamen alle katten van de magieclan naar buiten en gingen onder de Grote Rots zitten.

"Vandaag worden er twee leerlingen krijgers, zij hebben laten zien dat ze hun clan kunnen beschermen, bij de trainingen deden ze altijd supergoed hun best." er werd gejuicht. "Grijspoot en Zwartpoot, jullie zullen krijgers worden. Grijspoot jij heet vanaf nu Grijsstaart en Zwartpoot jij heet vanaf nu Zwartstreep."

De namen van de nieuwe krijgers werden geroepen en de krijgers keken trots naar voren. Veerster liep van de Grote Rots af en ging naar Rooslicht. "Al vijf nieuwe krijgers, de magieclan gaat vooruit." mauwde Rooslicht. Veerster knikte. "Binnenkort worden mijn kittens leerlingen en zij krijgen elk een leerling dan." mauwde Veerster.

Rooslicht knikte. "Ze zouden heel blij zijn al ze dan een leerling krijgen. Hoe is het nu met je schouder?" vroeg Rooslicht. Bij het gevecht had een windclankat haar in haar schouder gekrabt en gebeten. Veerster kreeg een pijnsteek door haar schouder en ze kromp ineen.

"Het gaat al beter dan twee dagen geleden." mauwde ze. Twee dagen geleden was Veerster gaan jagen en had ze haar schouder hard gestoten tegen een laaghangende tak. "Kom mee, dan doe ik er nog wat kruiden op, dan geneest het sneller." mauwde Rooslicht.

Roodborst kwam naar hun toe gelopen. "Ik zal een patrouille maken om de grenzen te markeren en te kijken of er windclakatten rondlopen." mauwde ze. "Dat is goed, we moeten opletten met de windclan." mauwde Veerster. Roodborst knikte en vertrok.

Roodborst maakte een patrouille van Zwartstreep, Grijsstaart, Witacht, Eikvacht en Visstaart. Rooslicht en Veerster liepen de medicijngrot in. Veerster zag dat alles heel netjes was gedaan: de kruiden lagen allemaal netjes gesorteerd op een hoopje en Rooslicht had haar mosbedje mooi gelegd.

Veerster ging op een mosbedje liggen. Rooslicht pakte wat kruiden. Ze kauwde de kruiden en spuwde ze uit. Rooslicht legde de kruiden op Veerster haar schouder. Het pikte en Veerster kromp ineen van de pijn. "Sorry." piepte Rooslicht.

Rooslicht was klaar en Veerster stond recht. "Je had het gemist, hé?" vroeg Veerster. "Ja, ik ben echt blij dat ik terug ben en ik vertrouw geen enkele windclankat meer." mauwde Rooslicht. "Ik ben ook blij dat je terug bent." mauwde Veerster.

Veerster en Rooslicht liepen naar buiten. De patrouille kwam binnen gerend samen met Lichtster, maanlicht, Graaipoot, Bliksempoot en Stormpoot. Veerster liep verbaasd naar de patrouille. "Wat doen jullie hier?" vroeg veerster.

"Wij wouden eens langskomen, aangezien de kittens en Rooslicht gevangen zijn door de windclan." mauwde Lichtster. Veerster lachtte. lichtster keek haar verbaasd aan. Lichtster keek om haar heen en ze zag de kittens spelen met Mistpoot en Lindepoot. Rooslicht kwam naast Veerster staan.

"Jullie hebben hun teruggehaald! Ik ben heel blij!" mauwde Lichtster blij. Bliksempoot liep direct naar Rooslicht toen hij haar had opgemerkt. Graaipoot en Stormpoot liepen naar Veerster.

"Hoe hebben jullie hun bevrijd?" vroeg Graaipoot. Veerster en Rooslicht vertelde enthousiast hun verhaal. "De Gouden Kracht! De sterrenclan had me al vertelt over een kat met de Gouden Kracht." mauwde Maanlicht verbaasd. Maanlicht ging bij Rooslicht staan.

"Welke krachten van de negen heb je al ontdekt?" vroeg ze. "Ik heb er al twee ontdekt, teleporteren van andere katten en mezelf en een windstoot geven." mauwde Rooslicht. "Dat zijn al goede krachten." mauwde Maanlicht.

Rooslicht en Maanlicht praten verder. "Graaipoot, Bliksempoot en Stormpoot hoe is het met jullie?" vroeg Veerster. "Het is nu graaiklauw, Bliksemstaart en Stormstaart, we zijn krijgers geworden." mauwden ze alle drie te gelijk. "Geweldig, wat hadden jullie gedaan waardoor jullie krijgers zijn geworden?" vroeg Veerster blij.

"De kittens van Klaverblad, Houtkit en Kerskit waren ontsnapt, wij zijn ze achterna gegaan en gered want ze waren bijna van een hoge rots gevallen." mauwde Bliksemstaart. "Oei, hadden Houtkit en Kerskit iets voor?" vroeg Veerster.

"Houtkit heeft een gebroken poot en Kerskit had gewoon een snee aan haar buik." mauwde Graaiklauw. Veerster knikte. "Ze waren heel dapper." mengde Lichtster zich in hun gesprek. "Dat kan ik geloven." mauwde Veerster.

"Zou ik je kittens mogen zien, ik heb ze nog nooit gezien." vroeg Lichtster twijfelend. Veerster knikte. Ze liep gevolgd door Lichtster naar haar kittens. Haar kittens stopten meteen met spelen. "Wie is dat?" vroeg Lilkit. "Dit is Lichtster, de leider van de donderclan." mauwde Veerster.

"Hallo, Lichtster." mauwden alle vijf de kittens in koor. "Dit zijn Lilkit, Minkit, Dankit, Tinkit en Gergkit." Veerster duidde de kittens één per één aan met haar staart. "Het zijn mooie kittens, wanneer worden ze leerlingen?" vroeg Lichtster. "Niet lang meer." mauwde Veerster.

Lichtster, Maanlicht, Graaiklauw, Bliksemstaart en Stormstaart waren al terug naar de donderclan gegaan. *Het duurt niet lang meer voor mijn kittens leerlingen worden.* dacht veerster.

Veerster liep naar Roodborst. "Hoe is het met je andere twee leerlingen?" vroeg Veerster. "Ze zijn nogal speels, ze spelen meestal tijdens de trainingen in plaats van te oefenen." mauwde Roodborst kijkend naar Mistpoot en Lindepoot die met de kittens aan het spelen waren.

"Je moet zeggen dat ze meer moeten oefenen in plaats van spelen, anders zal het nog lang duren voor ze krijgers worden." mauwde Veerster. Roodborst knikte. "Zal ik doen."

Veerster keek naar de hoop verse prooi die heel hoog was. Ze keek naar de krijgers, de leerlingen en de kittens. *Wat heb ik toch een goede clan.* dacht ze. Ze liep naar Rooslicht. "Wat ben je aan het doen en wat is hier gebeurd?" vroeg Veerster.

Rooslicht zat met haar poot in de kruiden en alles lag over hoop. "Sorry, ik zat kruiden te sorteren en ik struikelde over een steen en viel dan op de kruiden en dan zocht ik iets om het weer goed te doen maar dan hing alles vol." vertelde Rooslicht.

"Ok, ik zal je helpen opruimen." mauwde Veerster. Veerster pakte een hoopje kruiden en legde die netjes weer op hun plek. Ze ruimden alles op. Veerster was moe geworden dus ze ging naar haar grot en ging slapen.