hoofdstuk 16

41 7 0
                                    

Veerster liep naar buiten en rekte zich uit. Roodborst was al op. Ze pakte een konijn van de hoop, ze ging naar Roodborst en ze ging zitten. Ze aten samen hun prooi op. "Het was spannend gisteren." Mauwde Roodborst opeens. "Ja, ik ben blij dat het de andere clans het aanvaarden." Mauwde Veerster. Roodborst knikte. "De sterrenclan is waarschijnlijk trots op ons en onze prestatie om een nieuwe clan op te richten of was dat de sterrenclan hun bedoeling? De sterrenclan heeft dus de naam magieclan gegeven? Waarom magieclan?" Vroeg Roodborst. Veel vragen. "Ja, omdat Rooslicht en ik krachten hebben." Mauwde Veerster. "Ja, dat is ook waar, ik was het al vergeten." Mauwde Roodborst. Een bekende geur kwam Veersters neusgaten binnen. Windclan.

Ze stond op en liep naar de ingang van de magieclan. Roodborst rook het ook want ze volgde Veerster grommend. Veerster begon ook te grommen hoe dichter ze kwamen. Veerster kende de weg al goed want in de vorige nacht had ze de rest van het territorium verkend en alle bijzondere plaatsen en rivieren in zich opgenomen.

Veerster rook hun nu heel dichtbij en ze bleef staan en keek door de struiken. Ze gebaarde met haar staart naar Roodborst dat ze dat ook moest doen.

Ze zag twee windclankatten. Het waren Hagelster en Pluisstaart. Veerster sprong te gelijk met Roodborst uit de struiken en ze gromden kwaad naar Hagelster en Pluisstaart. Ze schrokken. "Wat doen jullie in ons territorium?" Siste Veerster. Pluisstaart kromp ineen en Hagelster probeerde het niet te laten zien. "Wij wouden u spreken." Mauwde Hagelster kalm. "Kom maar mee." Mauwde Veerster weer kalm.

Veerster en Roodborst leidden Hagelster en Pluisstaart naar het magieclankamp.

Toen ze aankwamen waren er al meer katten wakker geworden. Toen ze Hagelster en Pluisstaart zagen begonnen ze te grommen. Veerster deed niks, ze vond dat Hagelster dat verdiende. Ze draaide zich om en keek Hagelster en Pluisstaart strak aan. "Waarover wouden jullie het hebben?" Vroeg Veerster. "We wouden je feliciteren met je leiderschap en we wouden je kittens eens zien, want ze zijn van een wolf." Mauwde ze. Mijn kittens zien? Waarom heeft Hagelster opeens zo een interesse in mijn kittens? "Ok, kom maar mee." Mauwde Veerster en ze liep naar de kraamkamer.

Ze ging bij haar kittens liggen en legde haar staart er omheen, bang dat Hagelster en Pluisstaart ze zouden aanraken. Hagelster kwam iets dichterbij. Hagelster had van die rare schitteringen in haar bruine ogen, dat Veerster er bang van werd. "Hoe heten ze?" Vroeg Pluisstaart na een tijdje. Hij stond er met bewondering naar te kijken. De kittens drukten zich dicht tegen Veerster aan omdat ze de windclangeur ondertussen al kenden. "Lilakit, Miniakit, Dankit, Tinokit en Georgekit." Mauwde Veerster. Hagelster knikte als teken dat ze dat mooie namen vond. "Ze zijn mooi, ze zijn heel speciaal." Mompelde Hagelster. "Dankje." Mauwde Veerster. "Wij moeten nu weer terug gaan naar ons eigen territorium." Mauwde Hagelster. "Dag." Mauwde Veerster. Hagelster en Pluisstaart zeiden gedag en gingen dan naar hun eigen territorium.

Veerster liep naar buiten. Roodborst kwam op haar af. "Ik heb een jachtpatrouille gestuurd. Waarom waren Hagelster en Pluisstaart zo geïnteresseerd in jou kittens?" Vroeg Roodborst. "Toen ik met haar aan het vechten was zat ze me uit te dagen vanwege de kittens, ze zag dat ik zwanger was. Ik vind het maar raar dat ze nu ineens mijn kittens wou zien." Mauwde Veerster. "Misschien was ze van gedachte veranderd vanwege de sterrenclan." Mauwde Roodborst. "Misschien." Mauwde Veerster.

Roodborst was weggegaan omdat ze haar leerlingen ging leren vechten. Veerster liep naar de medicijngrot. Rooslicht zat bezig met de kruiden. "Ha, Rooslicht. Weet je al tegen welke ziekte ofzo die kruiden zijn?" Vroeg Veerster. Rooslicht schudde haar kop. "Nee, vanavond moet ik met de andere medicijnkatten naar de Maanpoel, ik zal aan hun vragen of ze weten waarvoor die kruiden zijn." Mauwde Rooslicht. Veerster knikte.

Veerster ging zitten. Haar schouder deed nog pijn van het gevecht. "Rooslicht, zou je mijn schouder kunnen nakijken?" Vroeg Veerster. Rooslicht knikte en liep naar haar toe. Rooslicht onderzocht Veerster haar schouder. "Hij is ontstoken, ik zal er goudsbloemblaadjes opleggen." Mauwde ze.

Rooslicht kwam terug met goudsbloemblaadjes. Ze kauwde de blaadjes en spuugde ze die dan uit. Ze legde dat op Veerster haar schouder. Veerster kreeg een pijnsteek in haar schouder en en kromp ineen. "Sorry." Mompelde Rooslicht. Toen Rooslicht klaar was stond Veerster op en ze liep naar buiten.

Ze zocht naar Grijspoot. Vandaag zou ze hem vechttechnieken leren. Grijspoot zat nog te eten. Veerster liep er naartoe. "Als je klaar bent gaan we trainen." Mauwde Veerster. Grijspoot kreeg twinkelingen in zijn ogen en hij at rap verder. Toen hij klaar was stond hij op.

Ze liepen het bos in en Veerster zocht een goede plek uit om te oefenen.

Het was een mooie open plek met een waterval en een groot meer. Het water was helder en het water glinsterde. Het gras was mooi groen en de bomen die er rond stonden waren lang en breed en hadden een grote kruin.

Veerster liep op het gras en Grijspoot volgde haar. Ze ging in een vechtshouding staan. Grijspoot begreep het en deed haar na. "Je moet je concentreren op je vijand, je mag je niet late afleiden." Mauwde Veerster. Grijspoot knikte. Veerster boog haar poten en ze sprong. Ze belandde op Grijspoot. "Je moet je concentreren! Als je ziet dat de vijand zich klaarmaakt voor de sprong moet je opzij springen of je valt aan." Raadde Veerster hem aan. Grijspoot knikte. Veerster ging van hem af en ging opnieuw klaarstaan. Veerster zag dat Grijspoot zich klaarmaakte voor de sprong. Veerster wachtte af. Grijspoot sprong en Veerster sprong opzij. Grijspoot belandde met een harde klap op de grond. Hij bleef liggen. Na een tijdje kwam hij recht. "Je moet sneller rechtstaan, anders kon de vijand op jou springen. Je moet sneller zijn Grijspoot." Mauwde Veerster. Grijspoot knikte. Veerster ging weer klaarstaan. Ze hoorde gegrom vanuit het kamp. Ze stond op en liep naar het kamp. Grijspoot volgde haar.

Veerster ging langs de geheime ingang. Ze ging bij de ingang staan. Grommend keek ze op Hagelster en Pluisstaart neer. Hagelster en Pluisstaart hadden iets in hun bek. Het waren de kittens van Veerster. Veerster begon nog harder te grommen. Haar kittens probeerden te ontsnappen. Veerster huilde luid, dat had ze van Hudson geleerd, daar kwamen de andere katten op af.

Alle katten van de magieclan stonden nu rond Hagelster en Pluisstaart. Veerster liep grommend naar Hagelster. "Geef mijn kittens terug!" Siste Veerster. Hagelster kon niet antwoorden omdat ze drie kittens vasthad. "Waarom wil je mijn kittens hebben?" Siste Veerster. Grommend kwamen de andere katten dichterbij. "Zet ze neer!" Siste Rooslicht. Rooslicht had dezelfde enge sissende stem. "Zet ze neer!" Siste Grijspoot. Hagelster en Pluisstaart deden niks. Hagelster en Pluisstaart keken recht voor hun uit naar iets achter Veerster.

Veerster en haar clan keken achterom en daar stonden de andere katten van de windclan. We zijn in hun val getrapt! Waarom willen ze mijn kittens? Veerster draaide zich om en grommend en sissend liep ze samen met Rooslicht naar de windclan. De windclan gimg een beetje achteruit vanwege het gesis. Veerster wenkte de anderen met haar staart en liet Roodborst daar staan. Ze liep naar Roodborst die aan het grommen was tegen Hagelster en Pluisstaart.

Veerster deed iets wat Hagelster niet had verwacht. Ze drukte Hagelster tegen de grond zodat haar kittens konden ontsnappen en ze zorgde dat Hagelster niet kon ontsnappen. Ze zette een klauw op Hagelster haar borst dichtbij haar hart. Ze richtte zich tot Pluisstaart. "Ga hier weg en laat mijn kittens met rust! Anders verliest jullie leider nog een leven!" Siste ze. Hagelster keek naar Pluisstaart. Pluisstaart deed niks.

Roodborst keek Veerster aan. Veerster knikte. Roodborst gaf Pluisstaart een harde klap in zijn gezicht waardoor hij de kittens los liet. De kittens liepen naar Veerster en verstopten zich. Veerster schrok van een kitten die haar per ongeluk aan haar buik krabde. Veerster liet los en Hagelster kon ontsnappen.

Veerster stond in de aanvalshouding. Ze wou aanvallen als ze juist een kreet hoorde. Ze draaide zich om. Ze zag dat de windclankatten aanvielen. De magieclan was in de minderheid.

Ze zag dat een windclankrijger haar kittens op pakte en snel wegrende. Ze ging erachteraan. Hij was veel sneller dan haar. Bij de windclangrens stopte Veerster. Ze kon niet meer. "Ik krijg je nog wel!" Snauwde ze.

Ze liep terug naar het kamp en zag dat de windclankrijgers alweer weg waren. Roodborst kwam naar haar. "Waar zijn de kittens?" Vroeg ze. "Ze hebben mijn kittens meegenomen." Snauwde Veerster. "Maar we zullen wraak nemen! We zullen ze terug pakken en we zullen mijn kittens redden!" Schreeuwde ze over de hele clan. De hele clan begon te juichen.

Warrior Cats Geheimen In Het WoudWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu