Warrior Cats Geheimen In Het Woud

hoofdstuk 12

Roospoot liep terug naar het kamp met Maanlicht. Het was nu al een week geleden, het gevecht met de windclan en de schaduwclan en de verbanning van Veerpoot. Ze werd nog altijd triest als ze aan haar zusje dacht. Ze had kruiden in jaar mond, dus ze kon niet praten. Ze zette haar gevoelens krachten aan en keek naar Maanlicht. Ze was blij, boos en verdrietig, allemaal te gelijk. Blij omdat ze hadden gewonnen bij het gevecht tegen de windclan en de schaduwclan, boos omdat Veerpoot is verbannen en om dezelfde reden is ze ook verdrietig. Roospoot voelt net hetzelfde.

Ze kwamen aan bij het kamp en Sneeuwstorm was een patrouille aan het organiseren. Roospoot hoorde hem of iets tegen de patrouille zeggen voor dat die vertrokken. "Lichtster vraagt om op te letten of Veerpoot zien, als jullie Veerpoot zien stuur haar dan weg!" Riep hij. Dat vind Roospoot niet eerlijk. Ze wil haar zusje heel graag nog terug zien.

Roospoot liep verder. In het medicijnkathol legde ze de kruiden op de juiste hoopjes. Maanlicht zag dat ze triest was. "Ik weet dat je Veerpoot mist, ik mis haar ook." Mauwde ze medelevend. "Haar kittens zullen vast al geboren zijn." Mompelde Roospoot. "Ik wou dat ik erbij was toen ze geboren werden." Mompelde Roospoot. "Dat wil ik ook." Mauwde Maanlicht. Ze gingen weer verder. Opeens bedacht Roospoot iets. "Ik ga aan Lichtster vragen of we eens naar Veerpoot mogen gaan." Mauwde Roospoot. "We kunnen het proberen, maar ik denk dat ze nee gaat zeggen." Mauwde Maanlicht.

Roospoot en Maanlicht liepen naar de Hogerichel. Ze bleven voor Lichtster haar grot staan. We waren aan het twijfelen maar een later hoorden ze "Kom maar binnen." Nu was het te laat om hun te bedenken. Ze liepen naar binnen. "We wouden vragen of we even naar Veerpoot mogen gaan, Roospoot is haar zus en ik ben de medicijnkat, ik ben een goede vriendin van Veerpoot, we zouden haar graag nog een keer willen zien." Mauwde Maanlicht. "Ok maar alleen jullie, wees tegen dat de zon onder gaat terug." Mauwde Lichtster. "Bedankt, Lichtster." Mauwde Roospoot dankbaar.

Ze waren op weg naar de grot.

Toen ze bij de grot waren keken ze of niemand hun zag en dan liepen ze naar binnen. Ze liepen door de eerste gang. Ze kwamen uit bij de open plek en de rivier. Er waren allemaal wolven. Ze zochten naar Hudson. Ze zagen hem met een andere wolf praten. Ze liepen er naartoe. Hudson schrok van hun aanwezigheid. "Oh, ik ben blij dat jullie er zijn Veerpoot is hier wel gelukkig maar e mist jullie zo erg en de kittens willen haar zus natuurlijk ook ontmoeten." Ratelde hij. Roospoot en Maanlicht zetten grote ogenop. "De kittens, ik wil ze zo graag eens zien, waar is Veerpoot?" Vroeg Roospoot. Hudson wees hun de weg naar een mooie grot, er lagen allemaal kruiden. Dit is waarschijnlijk het medicijn hol. Vanachter in de grot zagen ze Veerpoot zitten. Ze liepen er naartoe. Veerpoot keek op.

"Jullie zijn er! Ik dacht dat ik jullie nooit meer zou zien, zijn jullie weggesluipt?" Mauwde ze enthousiast. Roospoot moest lachen. "Nee we hebben het gevraagd, waar zijn je kittens?" Vroeg ze.
Ineens kwamen er vijf kittens vanachter Veerpoot vandaan. De snuiten waren van een kat, de sterke poten waren van een wolf. Er waren drie jongens en twee meisjes. Ze hadden allemaal een andere vacht en ogen. Ze sprongen op Roospoot. "Ben jij Roospoot?" Vroegen ze met een piepstemmetje. Roospoot knikte. "De twee meisjes heten Lila en Minia, de drie jongens heten Dan, Tino en George." Veerpoot duidde de kittens één voor één aan met haar poot de de kittens keken trots.

Roospoot was met de kittens aan het spelen en Maanlicht was met de verzorger van de wolven aan het praten over medicijndingen. Het spelen deed Roospoot denken aan haar kittenstijd met Veerpoot. "Kom je elke dag op bezoek?" Vroeg Lila een kitten met een bruine vacht en donkerbruin met zwarte pootjes en heldergroene ogen. "Nee, dat gaat niet mogen van mijn leider, ik denk dat dit één va de weinige keren zal zijn dat we op bezoek mogen komen." Mauwde Roospoot. "Dat is spijtig." Mauwde Minia de kitten met een donkerblauwe vacht en lichtgrijze pootjes en met helderblauwe ogen. "Wij zouden heel graag nog meer met jou spelen." Mauwde Dan een kitten met een donkergrijze vacht en groene met zwarte pootjes en met helderbruine ogen. "Ja, spelen met jou is leuk." Mauwde Tino de kitten met een donkerzwarte vacht en donkerbruine pootjes en met helderzwarte ogen. "Kan je echt niet meerdere keren terugkomen?" Vroeg George een kitten met donkerrode vacht en oranje pootjes en met helderoranje ogen. "Nee, sorry dat gaat niet, ik vind het ook spijtig." Mauwde Roospoot. "Je moeten vertrekken de zon is bijna onder, dag Veerpoot, we gaan je missen, ook Graaipoot en Bliksempoot missen je." Mauwde Maanlicht. Roospoot knikte. "Daag, Veerpoot en haar kittens. Ik ga jullie missen, Veerpoot je kittens zijn schattig." Mauwde Roospoot. "Dag, Roospoot en Maanlicht, ik ga jullie ook missen, zeg dat ook tegen Graaipoot en Bliksempoot." Mauwde ze. Roospoot knikte.

Binnen een minuut waren ze alweer bij het kamp aangekomen. Lichtster stond al te wachten. "Jullie zijn op tijd, ik dacht dat jullie te laat gingen zijn." Mauwde ze. "Ja, we zijn op tijd." Mauwde Roospoot. Roospoot had tegen zichzelf gezegd dat ze sinds de verbanning van Veerpoot Lichtster haat. "Roospoot kunnen we even praten?" Vroeg Lichtster. Roospoot zuchtte van frustratie. "Ja." Mauwde Roospoot. Ze volgde Lichtster. Lichtster liep naar haar grot. Roospoot liep naar binnen. Lichtster ging op haar rots zitten. "Ik weet dat je het niet leuk vind dat je zus verbannen is. Vertel wat heeft ze gezegd?" Vroeg Lichtster. Roospoot had het al rap door. "Ik ben geen spion van jou! Ik ben Veerpoot haar zus, niet haar verrader!" Snauwde Roospoot zo hard dat de katten die bij de Hogerichel waren hef zelfs konden horen. "Roospoot, ik wil gewoon weten hoe het was." Mauwde Lichtster kalm. "Ik ben jou spion niet!" Siste ze met die kille stem. Roospoot zag dat Lichtster een beetje bang werd. "Ik ben een medicijnkat en Veerpoot haar zus, ik ga haar niet verraden!" Siste ze nog altijd met die kille stem. Lichtster keek nog banger. "Veerpoot is mijn zus! Ik ga jehaar geheimen en haar verblijfplaats niet vertellen!" Siste ze met die kille stem. Lichtster werd nog banger van Roospoot. "Ik ga haar niet verraden!" Siste ze luid maar nog altijd met de kilte in haar stem, waardoor Lichtster ineen kromp. "Je hebt dezelfde gave als Vlekstaart, je kan andere katten of misschien zelfs honden of andere dieren bang maken met die kille stem, Veerpoot heeft die ook, ik heb het gehoord. Ik zal niks met Veerpoot doen, je hoeft me geen geheimen te vertellen of waar ze nu is ik wil gewoon weten hoe het is gegaan." Mauwde Lichtster met een bange stem.

"Ok, ze mist ons en ik moest dat tegen Graaipoot en Bliksempoot zeggen. Het andere is een geheim." Siste ze met die kille stem. "Ok, ik begrijp het, je mag gaan." Mauwde Lichtster die nog altijd bang op haar rots zat.

Roospoot liep naar buiten en daar stonden Maanlicht, Graaipoot en Bliksempoot te wachten met bezorgde blikken. "Wat is er gebeurd, we hoorden een eng gesis en een enge kilte in iemands haar stem, was jij dat of Lichtster?" Vroeg Bliksempoot. Roospoot moest lachen. Ze deed die kille stem weer en zei: "Dat was ik, ze dacht dat ik alles ging vertellen over Veerpoot." Ze siste dat zodat je tnog enger was. Alle drie stonden ze bang naar haar te kijken. Roospoot moest lachen. "Wow, dat is ne als Vlekstaart." Riep Maanlicht uit. Ineens kwamen er veel katten naar hun toe.

"Ik hoorde Vlekstaart." Mauwde Beukblad. "Dat enge gesis en die kille stem ken ik." Mauwde ze. Maanlicht, Graaipoot, Bliksempoot en Roospoot schoten in de lach. "Dat was ik Veerpoot en ik hebben dat geërfd van Vlekstaart." Mauwde Roospoot. "Ok, dusjij was dat gesis tegen Lichtster je hebt haar goed bang gemaakt denk ik." Mauwde Beukblad. Roospoot knikte.

Roospoot ging liggen en viel in slaap. Ze had weer een droom.

Ze liep door hetzelfde bos als altijd. Ze liep naar de open plek, maar daar stonden Sierstaart, Glansvacht en Manapels niet, daar stond een kater met een donkerbruin gevlekte vacht en lichtbruine pootjes en met lichtbruine ogen. "Ben jij Vlekstaart?" Vroeg Roospoot ademloos. Hij knikte. "Jullie hebben je krachten gekregen en jullie hebben mijn kille stem. Mijn kittens zijn al zo groot." Mauwde hij. "Ja, we hebben over je gehoord, maar Veerpoot is verbannen." Mauwde Roospoot triest over Veerpoot. "Dat weet ik, ik zie jullie vanuit de sterrenclan." Mauwde hij. "Waarom heb je me geroepen in mijn droom?" Vroeg Roospoot. "Ik wou eens met mijn dochter praten. Hoe is het met Beukblad?" Vroeg hij. "Ik dacht dat je alles kon zien vanuit de sterrenclan?" Mauwde Roospoot. Hij knikte. "Ja, maar ik zie nooit iedereen te gelijk." Mauwde hij. "Het gaat goed met haar." Mauwde Roospoot. "Veerpoot moet terug in de clan komen!" Siste hij met een kille stem die Roospoot maar al te goed herkende. "Ja Lichtster is zo dom dat ze Veerpoot heeft verbannen. Ik had daarstraks haar goed bang gemaakt met mijn kille stem." Siste ze met dezelfde kille als Vlekstaart. Vlekstaart moest lachen. "Je doet die kille stem en dat gesis veel beter dan mij, ik kon nooit Lichtster daarmee bang maken, maar wel veel andere katten." Mauwde hij. Roospoot las zijn gevoelens.
Hij was blij en boos te gelijk. Blij omdat hij terugdenkt aan zijn goede momenten in de donderclan en boos omdat hij denkt aan Veerpoot haar verbanning. "Ik moet weer gaan." Mauwde hij en hij verdween.

Roospoot was al vroeg op en ze sorteerde de kruiden.