Hoofdstuk 3

57 5 1
                                    

Roospoot zag dat Veerpoot het kamp uitglipte. Ze zal haar behoefte moeten doen zeker. Dacht Roospoot. Roospoot ging gaan slapen en had een rare droom.

Ze was op donderclanterritorium. Ze was in het bos. Wat deed ze hier? Ze rende verder. Ze hoorde stemmen. Ze snoof de geur op en rook donderclan. Ze liep er naartoe. Ze zag twee katten staan die ze niet kende. De kat die rechts stond was een mooie donkerbruine poes met lichtbruine pootjes en groene ogen. De linkse was een lichtbruine kater met donkergrijze pootjes en amberkleurige ogen. De katten keken haar aan. Ze schrok. Ze zette een stap achteruit. "Je hoeft niet bang te zijn Roospoot, wij zijn katten van de sterrenclan, vroeger van de donderclan, wij moeten met jou praten, ik ben Sierstaart en dit is Glansvacht." mauwde de poes. "Ok, waarover moeten jullie dan met mij praten?" vroeg Roospoot. Sierstaart en Glansvacht gingen zitten en ze deden een teken met hun staart dat Roospoot ook moest zitten, dus Roospoot ging zitten. Glansvacht begon te spreken. "Jou lot is om medicijnkat te worden, ik weet dat je nu een leerling bent om krijger te worden. Jij hebt de genen van een echte medicijnkat." Daar moest Roospoot even over nadenken. "Maar ik wil helemaal geen medicijnkat zijn!" riep Roospoot. "Maar het is jou lot, je zal het nog wel leuk gaan vinden, dat weet ik zeker, je moet morgen met Lichtster spreken." Dan verdwenen ze.

Roospoot werd wakker. Het was al zonhoog. Roospoot was van plan om met Lichtster te praten. Ze liep naar buiten en liep naar de Hogerichel en klom omhoog naar Lichtster haar hol. "Mag ik binnen komen?" mauwde Roospoot. "Ja, kom maar binnen." Roospoot liep naar binnen. Lichtster lag in haar nest van mos. "Zeg het maar." Roospoot slikte. "Ik zou graag leerlingmedicijnkat worden." "Waarom?" mauwde Lichtster. "Ik had een droom en twee katten van de sterrenclan vertelden me dat de genen van een medicijnkat bezit en dat het mijn lot is om medicijnkat te worden." Lichtster knikte. "Ok, we zullen met Maanlicht en Zonstraal gaan praten." Roospoot volgde Lichtster het hol uit. Ze liepen naar de grot van de medicijnkat. Daar zaten Zonstraal en Maanlicht te praten. "Maanlicht, Zonstraal zouden we met jullie kunnen praten?" mauwde Lichtster. Ze knikten allebei en gingen zitten. "Roospoot zou graag leerlingmedicijnkat worden." Zonstraal staarde voor zich uit. "Ok, is goed." en ze liep weg. "Ok, we beginnen meteen, er zijn nog katten met wonden." Lichtster knikte en liep weg. Roospoot liep naar Maanlicht. "Wat moet ik doen?" "Ik ga je eerst alle kruiden leren en dan kunnen we aan de slag." Roospoot knikte en liep naar de hoopjes kruiden.

Roospoot was bezig Esdoorn te verzorgen van zijn wonden op zijn buik. Ze kauwde op de goudsbloemblaadjes en spuugde ze uit. Ze legde die op de wonden. Esdoorn kromp ineen van de pijn. "Sorry." piepte Roospoot. Toen ze klaar was liep ze naar Maanlicht. "Ga eens kijken naar de kittens in de kraamkamer of dat er niks mis mee is." Roospoot knikte. Ze liep naar de kraamkamer. Ze liep naar binnen en zag Klaverblad en Musstaart praten. De kittens waren aan het spelen. "Ik kom de kittens controleren, ik ben de nieuwe leerlingmedicijnkat." Ze knikten en praten verder. Roospoot liep naar één van de kittens en doorzocht die, zo deed ze verder. "Kerskit ziet er niet zo goed uit, Kaverblad, je vind het toch niet erg als ik haar meeneem naar het medicijnkathol?" "Tuurlijk vind ik dat niet erg, ik wil graag dat mijn kittens gezond worden en zijn." Roospoot pakte de kitten bij het nekvel en bracht haar naar Maanlicht."Kerskit ziet er niet zo goed uit." Maanlicht kwam direct aangelopen. Ze doorzocht de kitten. "Kerskit is ziek, ze gaat hier een paar dagen moeten blijven." Roospoot knikte. Ze ging naar de oudsten en nam kruiden mee tegen te teken. Langsnuit zat daar te vertellen aan sommige leerlingen. "Langsnuit, ik ben de nieuwe leerlingmedicijnkat en ik moet u controleren op teken." "Doe maar." mauwde hij met een krakerige stem. Roospoot doorzocht zijn vacht en vond drie teken waar ze direct kruiden op deed zodat het eraf zou gaan. Roospoot liep terug naar het medicijnkathol. "Neem maar even pauze en wil je voor mij een mus meenemen van de hoop?" vroeg Maanlicht. Roospoot knikte en liep naar de hoop, pakte een mus en bracht die naar Maanlicht. Daarna pakte ze voor zichzelf een muis en at die op. Ze ging opzoek naar Veerpoot.

Ze liep naar de trainingsplek en zag Veerpoot trainen samen met Graaipoot. Ze waren een oefengevecht aan het doen. Veerpoot won. Toen Veerpoot klaar was met haar training liep ze naar Roospoot. "Hoe was het bij jou vandaag?" "Goed, ik heb teken weggedaan, ik heb kittens nagekeken en ik heb gewonde katten verzorgd. Ik heb ook de kruiden geleerd." mauwde Roospoot. "Tof, ik heb nog meer vechttechnieken geleerd en ik was meegegaan met een jachtpatrouille." mauwde Veerpoot enthousiast. Roospoot en Veerpoot liepen naar het kamp. Veerpoot pakte een muis van de hoop en at het op. Veerpoot keek naar boven. Waar zou ze aan denken? Roospoot stond op en liep naar het leerlingenhol. Ze ging liggen en viel in slaap.


-----

Hopelijk vinden jullie het al goed. Volgende week heb ik examens dus ga ik weinig kunnen schrijven. Ik zou graag willen weten wat jullie vinden van mijn boek, schrijf een reactie of geef een stem! Dat zou fijn zijn.


Warrior Cats Geheimen In Het WoudWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu