Chapter 3

3K 185 5
                                    


Chapter 3



Mijn aandacht is gelijk gefocust op het meisje, om te zien wat ze gaat doen. Ik heb geen flauw idee wat er aan de hand is maar ik heb zo het gevoel dat deze mensen geen vrienden van elkaar zijn.

Er komt een raar grommend geluid uit de mond van de jongen. Waarna zijn ogen een enge donkere kleur krijgen, de aderen onder zijn ogen beginnen weer te sidderen. In één beweging springt hij op het meisje -Aubrey- af en gooit haar met een enorme kracht tegen de muur.

De lucht word uit mijn longen geperst. Hoe kan een jongen die amper 4 jaar ouder is dan ik zo sterk zijn? Lang om daarover na te denken heb ik niet want Ryan loopt met grote passen naar het meisje toe die hem geschokt aanstaart. Alsof ze zich net pas realiseert dat ze geen kans maakt.

"H-hoe...." Komt er fluisterend uit haar mond. Haar ogen zijn groot van verbazing. De jongen genaamd Ryan grijnst alleen maar vuil. Zijn ogen glinsteren van genot. "Ja, Aubrey. Ik ben sterker"

Het meisje heeft echter niet lang nodig om zich te herpakken, "Wat wil je nu doen? Mij vermoorden? In dat geval, ga je gang" Ze sprijdt haar armen maar ik zie aan haar gezicht dat ze niet denkt dat hij haar daadwerkelijk wat aan gaat doen. Haar knal blauwe ogen glinsteren van genoegen als Ryan geen spier verrekt, hij staart haar allen een lange minuut aan.

Langzaam buigt hij zijn hoofd, "Nee, je weet dat ik dat niet kan" zodra ze grinnikt kijkt hij woest op. "Maar dat betekend niet dat je niet met mij mee komt" voegt hij er met een onheilspellende toon aan toe.

"Wat doen?"

Hij doet even alsof hij diep nadenkt en kijkt dan grijnzend op, "Ik heb nog wat klusjes die gedaan moeten worden, zoals lijken opruimen en mijn bloed voorraad bijvullen"

Zijn woorden doen me verstijven. Ze dwarrelen door mijn hoofd, lijken, bloed....

Haar ogen worden zo groot dat haar oogballen bijna uit haar kassen rollen. Ik zie haar moeizaam slikken en haar mond doet ze open om iets terug te zeggen maar haar ogen vinden die van mij. "En wat doen we met haar?"

Ik hoor Ryan snuiven en iets onverstaanbaars mompelen, hij werp mij alleen een snelle blik toe voordat hij zich weer tot Aubrey went. "Zij is geen probleem, we maken daar gewoon een eind aan en dan is dat probleem ook opgelost"

Aubrey schut ongelovig haar hoofd, "jij denkt echt dat doden de oplossing voor alles is hé?"

Langzaam schuif ik nog wat verder achteruit, ik wil weg hier. Weg hier van die bloedslurpende griezel, of griezels. Mijn ogen gaan even naar de jongen. Grote fout, grote , grote fout. De jongen vangt mijn blik en kijkt me nijdig aan om vervolgens op me af te lopen.

Ik twijfel geen moment en ren weg. Ik weet dat ik geen enkele kans maak maar ik moet het op zijn minst proberen. Nog geen vijf seconden later voel ik de armen van de jongen zich om mijn nek klemmen. Ik word misselijk van zijn adem die ik voel bij mijn oor als hij fluisterd; "En waar dacht jij heen te gaan?"

Ik durf geen geluid te maken uit angst dat het misschien het einde van mijn leven zou kunnen betekenen. Hij trekt me terug en duwt me op de grond. Gelukkig doet mijn reactie vermogen het nog en ik breek mijn val met mijn handen. Ondanks dat voel ik mijn knieeën kloppen.

"Je bent nog zwakker dan ik dacht, Ryan" zegt Aubrey zacht. Haar woorden doen de bloedzuiger woest opkijken. "Hoe durf je dat te zeggen? Je hebt toch gemerkt dat ik sterker ben dan jij ooit zult zijn?"

Ik ben niet doof, ik hoor de trillende ingehouden woede in zijn woorden. Zijn ogen lijken net twee zwarte gaten. Inwendig hoop ik dat het blonde meisje hem niet boos maakt, hij vermoordt ons beide. Mijn hart trommelt tegen mijn borstkas, zo hard dat ik bang ben dat hij het hoort.

Net voordat Aubrey iets giftigs terug te zeggen horen we sirenes in de verte.

Clarice (book I)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu