Chapter 11

2.6K 147 10
                                    


Chapter 11

"Nee, Jack. Hij wil je niet spreken. Ik weet niet of ik het nou moedig of gewoon dom vind dat je je gezicht hier nog durft te vertonen maar in ieder geval is het nu niet het goede moment" Aubrey's woorden galmen zo hard door de kamers van het appartement dat mijn ogen abrupt open vliegen.

Ik had nauwelijks geslapen vannacht. Mijn ogen waren doodmoe alleen ik werd om het uur weer wakker. Mijn lichaam schreeuwde elk uur weer om water en ik had het zo heet dat mijn lichaam helemaal doorweekt was. Mijn hoofd voelt aan alsof het gevuld is met watten en ik zou zweren dat mijn buik aanvoelt of ik als mijn avondmaal slakken heb gegeten.

Laten we zeggen dat ik me niet goed voel. Mijn maag inhoud dreigt nog steeds plotseling naar boven te komen.

"Alsjeblieft, Aubrey" Jacks stem klinkt bijna smekend. "Laat me erin, het moet gewoon"

Een korte stilte volgt voordat Jack weer verder gaat, "Babe, heb ik je al eens verteld wat voor prachtige ogen je hebt?" Blijkbaar gaat smeken niet werken en is hij over gegaan naar slijmen. Als hij wil dat ik ga overgeven moet hij zoiezo zo doorgaan.

Een harde klap laat Ryan ook wakker worden. "What the..." Mompeld hij slaapdronken.

"Jack, je geslijm heeft geen effect op mij en rot nu op voordat Ryan doorheeft dat je hier bent" Aubrey dempt haar stem weer.

Ryan heeft al gehoord dat ze het over hem hebben en hij wil recht overeind gaan zitten alleen zakt kreunend weer terug in zijn kussen. Vast hoofdpijn.

"Ryan is wakker. Ga weg" zonder pardon hoor je hoe Aubrey de deur voor Jacks neus dichtslaat. Haar elegante stappen naderen de kamer van Ryan.

Ze klopt op de deur, "Ryan? Lieverd, voel je je wel goed?" Ze komt binnenlopen met een dienblad in haar hand. Voorzichtig zet ze het op zijn nachtkastje en gaat op de rand van het bed zitten.

Ze werpt een korte snelle blik in mijn richting maar die verteld al genoeg. Ze heeft alles van vannacht gehoord. Haar ogen staan vol met haat en zijn ebbenzwart. Haar plotselinge tederheid verraad dat ze probeert Ryan in te palmen.

Ryan kijkt haar chagrijnig aan. "Aubrey, de symptomen die komen opdagen nadat je dronken bent geweest hebben geen effect op mij en....." Zijn blik verhard en plots staat hij woedend op, loopt naar mij toe en klemt zijn handen om mijn nek waardoor ik geschrokken naar adem hap.

"Ik kan me niks meer herinneren van gisteravond, wat heb ik gedaan? Wat heb ik gezegd" zijn stem is vol verwarring en er is frustratie te lezen op zijn gezicht.

Ik durf me niet te bewegen. Zelfs niet mijn handen naar mijn nek brengen. Amper ga ik op mijn tenen staan en probeer zo veel mogelijk naar lucht te happen.

"Geef antwoord!" Schreeuwt Ryan recht in mijn gezicht. Ik voel zijn ochtend adem en de geluidstrillingen gewoon langs mijn gezicht gieren. Ik zou zweren dat het hele appartement gewoon trilde toen hij schreeuwde.

Er beginnen zwarte vlekken te spelen met mijn gezichtsveld en uit alle angst probeer ik ze weg te knipperen wat er alleen maar voor zorgt dat ze zich gaan vermenigvuldigen.

Ryan laat mijn keel met een ruk los en gromt geërgerd. Hij richt zich weer tot Aubrey, "Ik weet dat Jack is langsgekomen"

Aubrey trekt wit weg en kijkt naar haar voeten. "Ohh, ik heb hem weggestuurd dus.... dus..." Haar woorden haperen een beetje wat Ryan alleen nog razender maakt.

"Aubrey, ik denk dat ik zelf bepaal wie er binnenkomt en wie niet. En als Jack zo nodig dood wil mag hij met alle genoegen langs komen, begrepen?" De woorden moeten kalm overkomen maar de woede in Ryans stem is nog steeds niet weg.

Met een lijkbleek gezicht knikt Aubrey en haast zich de kamer uit. Mij achterlatend bij de duivel hem zelf.

Mijn ogen branden op zijn gezicht als hij nog steeds naar de dichte deur van de kamer kijkt. Dan draait hij zijn hoofd in mijn richting en fronst zijn wenkbrauwen alsof hij zich nu pas realiseert dat ik hier ben. "En waarom ben jij nog niet dood?"

Ik slik en probeer het brandende gevoel bij mijn nek te negeren. Uit instinct zet ik een paar stappen naar achter en raak met mijn rug de muur. Waarom is dit zo cliché?

Een prikkend gevoel in mijn vinger laat mijn gedachten afdwalen naar mijn handen die ik voor me had geslagen. Uit het topje van mijn vinger stroomde een laagje knalrood bloed. Ik had mijn vinger gestoken aan één van de speldjes aan het vest dat ik aan had.

Ryans ogen worden als magneten naar mijn vinger getrokken en met onmenselijke snelheid staat hij voor me. Zijn handen rusten aan beide kanten van mij op de muur waardoor er geen mogelijkheid is om te ontsnappen. (Als die er überhaupt was)

Onder zijn pikzwarte ogen sidderen de aderen als hongerige slangen. Zijn hoektanden zijn flink aangescherpt wat de elektrische schokken in mijn ruggengraat activeren.

De angst borrelt in me op. Mijn ogen vliegen gehaast over de kamer heen en mijn armen vliegen in het rond om het dichtstbijzijnde voorwerp te pakken en het tegen zijn gezicht te meppen. Als ik durfde. God ben ik een watje.

Hij grijnst en opent zijn mond dichtbij mijn nek. Heel dichtbij. Te dichtbij.

"Ik wil je bloed drinken" fluisterd hij terwijl ik zijn warme adem voel in mijn nek. Ik knijp mijn ogen stijf dicht en bal mijn vuisten om ervoor te zorgen dat hij niet ziet dat ze trillen van angst. Ik heb mijn ontsnappings pogingen al gekaapt en probeer dit zo snel mogelijk achter de rug te hebben.

Ik open mijn mond om iets te zeggen. Alleen mijn stembanden weigeren geluid te produceren. Ik wil tegen hem schreeuwen dat hij weg moet gaan of dat hij moet uitleggen wat er aan de hand is maar aan de andere kant wil ik in een hoekje kruipen en gewoon huilen.

"Je weet niet hoe het is om te zijn zoals ik ben, Clarice" gaat hij verder, "een wezen tegen de wil van de natuur in, een monster, een beest"

Mijn hele lichaam voelt aan als pudding, en ik ben bang dat het niet meer lang zal duren voordat ik flauw ga vallen. Maar toch vecht ik tegen de golven van vermoeidheid die door mijn lichaam gieren. En de angst die mijn lichaam binnen dringt.

"Het wezen van de nacht, Clarice" zijn onregelmatige ademhaling hoor ik nog geen tien centimeter van mijn oor vandaan. Zijn aangescherpte hoektanden schuren langs mijn nek.

"Een vampier"

De woorden rollen over zijn lippen alsof het niks is. Maar voor mij betekenen die woorden zeker wat. Ik heb nooit dat woord uit de durven spreken. Niet eens te denken. Ik was bang dat als ik ze uitsprak, ze dan werkelijkheid zouden worden.

Alleen ik hield mezelf voor te lang voor de gek. Hij is een vampier.

*~*~*~*~*

Haii, ik ga zeilkamp!

Je mag daar alleen op je mobiel van 5 tot 6 dus misschien ga ik dan ook op mijn telefoon schrijven maar ik denk niet dat ik daar aan toe kom. Dus verwacht geen updates van mij! Het duurt ongeveer een week en ben dus volgende week zondag weer terug.

Natuurlijk ga ik na zeilkamp gelijk weer verder met schrijven omdat ik een soort van verslaafd ben ;)

Groetjes,

_unicorns_are_realz_

Clarice (book I)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu