In het Papendrechts Nieuwsblad las ik de overlijdensadvertentie van Leen de Koning. Hij is 85 jaar geworden. Helaas is er weer een markante Papendrechter overleden. Ik condoleer zijn familie met dit verlies.
Mijnheer de Koning, zoals ik hem altijd noemde, leerde ik kennen toen hij een noodkruidenierswinkel opende in de Patrijsstraat om later in 1957, samen met zijn vrouw, een kruidenierswinkel te openen in de nieuwgebouwde winkelgalerij aan de Gerrit van Dalenstraat. Boven de winkels waren woonhuizen waar de eigenaars van de winkels in gingen wonen. Er was naast de kruidenierswinkel, een kapper, een sigarenzaak, een juwelier, een groenteboer, een melkwinkel en later, na het vertrek van de groentewinkel, kwam er de Babyspeciaalzaak van Klop.
Mijn ouders waren in 1955 inde Meeuwenstraat komen wonen, en waren wat blij, dat die winkels zo dicht in de buurt werden geopend: heel gemakkelijk voor de dagelijkse boodschappen. Wij als kinderen, werden, omdat het zo dichtbij was, regelmatig om een boodschap gestuurd. Groenten en vooral de geschrapte aardappelen bij Smit, die een moderne aardappelschrapmachine had, werden vaak door mij daar gekocht.
Ook bij de zuivelzaak van Spreeuwers en natuurlijk bij de kruidenierswinkel van de Koning werden heel veel boodschappen ingekocht. En onze haren werden geknipt bij kapper Nederlof. Mijn moeder liet er haar haar permanenten. Voorheen ging ze met de fiets over de pont naar een kapper op de Blekersdijk, maar nu er een kapper dichtbij was gekomen, ging ze daar heen. Zijn vrouw hielp ook mee in de zaak en later kwam ook zijn dochter als kapster in de zaak.
Ik herinner me nog, dat het gerecht Nasi iets nieuws was om te maken. Rijst met groenten en kruiden en er doorheen blokjes ham en een gebakken ei er bovenop. Bij de Koning werden de ingrediënten gekocht en hij sneed met de snijmachine een flinke dikke plak ham af, die dan door mijn moeder in blokjes werd gesneden om door de rijst met groenten en kruiden te doen. Wij vonden het heerlijk en weer eens iets heel anders dan de gebruikelijke aardappelen, groenten en vlees. Ik moest ook eens met Corrie van Drimmelen een boodschap doen bij de Koning. Toen ze aan de beurt was, vroeg ze hamafval voor de hond. Ik keek haar eens van opzij aan. Hond? Welke hond? Buiten durfde ik het pas te vragen. "Ach wat geeft dat nou, dat we geen hond hebben." Ik vond het heel erg raar.
En die hamafval waren allemaal stukjes van verschillende vleeswaren door elkaar, die naast de snijmachine waren gevallen. Gatsie! Mijn moeder moest erg lachen, toen ik het haar vertelde. Het werd een gevleugelde uitspraak: "Hamafval voor de hond."
In de vakantie kochten we heerlijke ijslolly's, die groenteman Smit in een vrieskist bewaarde. Ze kosten 10 cent en waren er in hel oranje en rood; er zat een zilveren papiertje omheen. Bij mij waren de rode favoriet.
Van mijn moeder had ik gehoord, dat de vader van Leen de Koning een kruidenierszaak had in de Visschersbuurt. Als klein jochie hielp Leen al mee in de zaak van zijn vader, want er was altijd heel veel te doen. En nu hadden Leen en zijn vrouw dus zelf een winkel. De zaken gingen goed en na een paar jaar werd er verbouwd. Het werd een zelfbedieningszaak. Met een mandje zocht je zelf de levensmiddelen bij elkaar en rekende je deze af bij de kassa. Ook hadden ze inmiddels drie winkelmeisjes in dienst en zo kon meneer de Koning de bestellingen wegbrengen bij de vaste klanten, terwijl de winkel bemand was.
Toen ik op 16-jarige leeftijd ging werken bij Gemeentewerken op de Veerdam, bleek dat Leen de Koning koffie, thee, melk en suiker e.d. leverde bij het Gemeentehuis en Gemeentewerken.
Zo kreeg ik weer met hem te maken. Om de veertien dagen gaf ik telefonisch de bestelling voor het kantoor aan hem door. Een dag later werd de bestelling dan door hem afgeleverd. Omdat dat rond koffietijd was, dronk hij regelmatig een kopje koffie mee en maakten we een gezellig praatje. Ik vond hem altijd opgeruimd en positief gestemd. Wel gunde hij zichzelf weinig tijd en stond al weer snel op om weer aan het werk te gaan, altijd had hij het erg druk, zowel in de winkel als met het bezorgen van de bestellingen.
Leen de Koning had leuke aanbiedingen en acties. Zo ook die keer, dat er een rondvlucht boven Papendrecht te winnen was. Ik bleek een van de 5 gelukkigen te zijn. Op de bewuste dag reden mijn man en ik met de andere winnaars naar Zestienhoven, waar we met koffie en gebak werden ontvangen door Martin Schröder van Martinair. Na wat uitleg en het voorstellen van de piloot, konden we de lucht in. In een klein vliegtuigje vlogen we naar Papendrecht. We konden alles prachtig bekijken van bovenaf. De Brienenoordbrug, het Kralingsebos en al gauw zagen we de rivier en de Alblasserdamse brug onder ons. Nu moesten we goed opletten of we ons eigen huis ook zagen. We wezen het de piloot aan en die maakte een extra rondje boven ons huis en ging eens flink scheef hangen. Zo konden we alles zo goed mogelijk zien. Oei, dat was eng zeg! Gelukkig ging hij weer snel gewoon vliegen, maar we hadden inderdaad ons huis en de tuin goed kunnen zien liggen. We herkenden allerlei gebouwen en bekende dingen van Papendrecht: het park, de Betlehemkerk, de sterflat met het zuiveringspark en de snelweg. Nu zagen we de mooie ligging aan de rivier eens van bovenaf. Wat boften we, dat het weer zo helder was, alles was heel goed te zien. Voor we het wisten waren we al weer op weg naar Zestienhoven. Het was een leuke belevenis geweest.
Terug in het restaurant kwamen de verhalen los, ook van de anderen. Na jaren van hard werken, lukte het toch niet met de supermarkt van Leen de Koning. Inmiddels waren er andere grote supermarkten bijgekomen, waar de mensen naar toe gingen. De winkel moest sluiten en Leen de Koning werd bedrijfsleider in een 4=6 winkel in Zwijndrecht. Tot zijn 57-ste werkte hij daar en moest toen stoppen om gezondheidsredenen.
Af en toe kwamen we elkaar nog wel eens tegen en maakten een kort praatje,optimistisch als altijd, ging het hem altijd goed. Ik heb mooie herinneringen aan deze hardwerkende Papendrechtse middenstander, die het met zijn betrekkelijk kleine kruidenierswinkel, niet gemakkelijk moet hebben gehad. Er kwamen immers steeds meer grote supermarkten bij. Na de Coop, kwam de Vivo, later Superwest, Gebroeders de Jong en Albert Heijn, die met hun mooie reclames en aanbiedingen alle klanten naar zich toe wisten te trekken. Daar kon hij met zijn kleine winkel nooit tegenop. En van klanten, die alleen nog komen voor die ene vergeten boodschap, daar kun je niet van blijven bestaan. En zo verdwenen er door de jaren heen veel van die kleine buurtwinkels. Ik denk nog wel eens met weemoed terug aan al die kleine dorpswinkels, waar degene die achter de toonbank stond, de klant nog bij naam kende en vaak van het welen wee van de familie op de hoogte was en tijd had en nam, om met iedereen een praatje te maken.
Ook is de gunfactor inmiddels verdwenen, dat je iemand je aankopen gunt, omdat je hem goed kent of vertrouwt. De goedkoopste winkels doen goede zaken, hoe onpersoonlijk ze ook zijn, het lijkt de mensen niet te deren. Om een praatje lijkt bijna niemand verlegen te zitten, zeker niet de mensen die met de auto zijn. Die willen snel naar de parkeerplaats terug, straks verloopt de parkeerkaart, die maar een uur geldig is.
In deze jachtige tijd, lijkt die aandacht voor elkaar voorgoed voorbij.
Willy Haas-van Os

YOU ARE READING
OzAffairs XXX
Short StoryPapendrecht, 26 juni 2016. De familie van Os organiseert regelmatig familiedagen. Het is de gewoonte dat ieder familielid een verhaal of gedicht voordraagt. De verhalen dragen het karakter van columns, veel jeugdherinneringen komen boven, maar boven...