Hoofdstuk 5

46 6 57
                                    

POV MADELYNE

Ik werd de volgende ochtend wakker met verschrikkelijke hoofdpijn, waardoor het aanvoelde alsof iemand spijkers in mijn schedel had geslagen. Gauw schoot mijn hand naar mijn hoofd, om te controleren of de jongens niets hadden uitgehaald. Ik voelde enkel mijn haar, dat vol met klitten zat. Kreunend werkte ik mezelf op een elleboog overeind. De wekker op mijn nachtkastje vertelde me dat het iets over zes uur 's ochtends was. De zon was ongeveer een halfuurtje geleden opgekomen en hulde mijn kamer - die ik tot mijn spijt moest delen met Felix - in een warme gloed. Ik slaakte een zucht en liet mezelf weer plat op bed vallen.

Het bed boven me schudde toen mijn broer zich omdraaide.  "Waarom ben jij al zo vroeg wakker?" kraakte zijn schorre ochtendstem. "Ga toch slapen, mens!"

Ik bracht mijn been omhoog en ramde tegen de onderkant van zijn bed aan. Een felle pijnscheut schoot door mijn grote teen, en vloekend greep ik naar mijn voet.

"Hahahahaha!" Felix' gezicht verscheen ondersteboven in mijn blikveld. Hij stikte bijna in zijn lach, waardoor hij een geluid produceerde dat verdacht veel leek op een hyena met een astma aanval.

"Heel grappig," zei ik zuur. Felix knikte. "Klopt." Hij proestte het weer uit. Het was maar goed dat alle muren in de Koepel - zoals Ashton het ondergrondse gebouw waar in wij allemaal woonden noemde - geluiddicht waren, anders had Felix iedereen wakker gemaakt met zijn hyena-imitatie.

"Nou, als je uitgelachen bent, wil ik graag weten of jij je nog iets herinnert van afgelopen nacht." Mijn broer kennende, had hij net zo'n last van geheugenverlies als ik, alleen zou hij het nooit toegeven.

Felix plaatste zichzelf met een acrobatische zwaai op mijn bed. "Je bedoelt nadat onze ouders doodleuk vertelden dat we in wolfjes kunnen veranderen, wat trouwens heel cool is!" Hij kromde zijn vingers en liet zijn hand veranderen in een klauw. "Kijk, leuk hé?"

Ik schoot van schrik een meter achteruit, waardoor mijn pijnlijke hoofd met een klap tegen de muur aan sloeg. Kleine witte verfdeeltjes dwarrelden in mijn haren, en toen ik mijn hoofd terugtrok merkte ik dat er bijna een gat in de muur zat. Vloekend wreef ik over mijn hoofd en liet mijn hand over de muur glijden. "Hoe kan dit?"

Felix haalde zijn schouders op, maar zijn ogen fonkelden enthousiast. "Waarschijnlijk zijn we sterker dan de meeste mensen, omdat we nog jong zijn."

Ik kneep mijn ogen tot spleetjes. "Felix, hoe weet jij dat allemaal?"

Voor het eerst zag ik iets van angst verschijnen bij mijn broer. "Ik heb veel fantasyboeken gelezen," probeerde hij, en ontweek mijn blik.

"Jij hebt van je leven nog nooit een boek aangeraakt, laat staan gelezen," zei ik geïrriteerd. "Dus nu de waarheid, alsjeblieft."

Felix zuchtte en liet zich languit op mijn benen vallen. "Ik ben zeventien, twee jaar ouder dan jij, dus het is logisch dat dit niet mijn eerste transformatie is. Ik weet al meer dan twee jaar dat ik een weerwolf ben."

Mijn mond viel open, en ik sloeg mijn broer in zijn gezicht. "En dat vertel je niet even!"

"Auw!" Felix wreef met een van pijn vertrokken gezicht over zijn hoofd. "Ja, hallo, dan was jij je kapot geschrokken, en trouwens ik wilde niet dat pap en mam het te weten zouden komen, want die hadden het zelf aan ons moeten vertellen."

Ik leunde achterover. "Oké, daar heb je gelijk in. Maar alsnog heb je mijn eerste vraag niet beantwoord. Ik vroeg of jij je nog iets herinnert van vannacht."

Felix' ogen werden groot. "Nee." Hij vloekte hartgrondig. "Mijn hoofd voelt aan alsof ik een gigantische kater heb. Als we niets meer weten van vannacht is de kans groot dat iemand ons geheugen heeft gewist, en er dus iets gebeurd is. Iets belangrijks."

De MoordenaarsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu