POV Madelyne
Het achtste uur Engels viel uit, en Venice en ik waren eerder vrij. Laila en Adina hadden Engels laten vallen – de hekel aan dat vak hadden de overduidelijk geërfd van hun moeder, die ook al zo slecht was in de taal – en zaten nu bij Duits. Ashton moest nablijven, omdat vijf keer zijn huiswerk niet had gemaakt. Felix moest dat eigenlijk ook maar hij had de secretaresse verleid, zodat ze hem aanwezig meldde en toen liet gaan. Nikki had nog een college en we moesten met de trein naar huis. Eigenlijk was het best leuk om met de trein te gaan, omdat er vlakbij het station een supermarkt stond. Venice had Ashtons portemonnee gestolen en op zijn kosten sloegen we een enorme lading chips en stroopwafels in. We propten ons helemaal vol en besloten de zak hete Doritos te bewaren en verkruimeld door Ashtons eten te gooien. Venice stikte bijna in het lachen toen Felix dat idee voorstelde, en voegde eraan toe dat we de ketchup ook gingen vervangen door chilisaus, zodat Ashton gillend naar water moest zoeken. Ik besloot ter plekke dat hoe vervelend Ashton soms ook was, hij dit niet verdiende en ik hem vanavond maar even moest waarschuwen. Terwijl ik op een stroopwafel zat te knabbelen, luisterde ik naar de duistere ideeën van Venice en Felix. Allemachtig, wat hadden die twee duivelse hersenen.
De treinreis naar huis duurde naar mijn gevoel eindeloos. Ashton was erachter gekomen dat Venice zijn portemonnee had, en belde haar woedend op. We konden live meegenieten van hoe Ashton werd betrapt door de leraar, en nog een week straf kreeg. Via de telefoon hoorden we hoe hij eindeloze beledigingen en dreigementen naar ons gooide, en dat duurde even omdat de leraar niet doorhad hoe hij de telefoon uitzette en uiteindelijk het geluid steeds harder zette. Venice' telefoon stond op speaker en een aantal andere treinpassagiers wierpen ons boze blikken toe. Het schaamrood steeg naar mijn kaken en ik verborg me snel achter Felix. Ik was opgelucht toen we eindelijk de trein uitstapten. We kochten bij de ijssalon naast het station alle drie een gigantisch softijsje, op Ashtons kosten uiteraard. We doken de bosjes in, op zoek naar het geheime paadje naar de ingang van de Koepel. Venice had het als eerste gevonden en slaakte een gil. Felix en ik renden meteen naar haar toe. Venice was wit weggetrokken en wees naar de verborgen deur van de Koepel, die nu iets minder verborgen was. De eikenhouten deur was kapot en een aantal planken staken griezelig scheef uit de deuropening. De omringende bosjes waren platgetrapt en de grond was doordrenkt met bloed en modder.
"Allemachtig!" Geschrokken sloeg ik mijn handen voor mijn mond. Felix was ooit als kind tegen die deur opgelopen, en hij had zelf een gebroken arm, terwijl de deur nog geen krasje had opgelopen. Om die deur te openen zonder sleutel was een enorm krachtig iets nodig. Wat the hell was hier binnen geweest? Venice rende naar voren, terwijl ze haar moeders naam schreeuwde. "Mam! Doe me een lol en ga niet weg, want anders is er niemand meer om mij te leren badass te zijn!"
Felix greep naar haar arm. "Wacht even, Venice. Misschien is het daarbinnen gevaarlijk."
Venice rukte zich los. "Ga toch weg!"
Felix wisselde een blik met mij en liep toen zuchtend achter Venice aan. Zijn voetstappen maakten zompige geluiden op de natte grond. Ik draaide me om en braakte alles wat ik in mijn maag had uit in het struikgewas. Van mijn moeder had ik een uitstekend instinct geërfd, en alles in mij vertelde me dat ik niet naar binnen moest gaan, omdat ik binnen iets gruwelijks zou aantreffen. Een klamme hand sloot zich om mijn hart. Wat als mijn ouders ernstig gewond waren.., of misschien zelfs dood? Moeizaam werkte ik mezelf overeind. Mijn broekspijpen waren doorweekt met bloed en ik voelde me misselijk. Alles in mij wilde weg van deze plek, die al sinds mijn geboorte als mijn thuis had gediend. Ik schoof een van de versplinterde planken opzij en kroop door de deur heen. Binnen sloeg de smerige geur direct in mijn gezicht. Ik kokhalsde en sloeg mijn witte sjaaltje voor mijn neus en mond. "Venice? Felix?" riep ik, mijn stem gedempt door de dunne stof.
JE LEEST
De Moordenaars
FantasyDit boek is een vervolg op het boek De Overlevers, maar je kan het begrijpen zonder het eerste deel te lezen. Zes kinderen hadden een vrij normaal leven, als je even wegdacht dat ze in een ondergrondse Koepel woonden. Als ging prima, totdat hun oud...