Hoofdstuk 1

203 14 16
                                    

Altijd leuk, als het schooljaar net is begonnen en de docenten tijdens het uitleggen van de negende naamval van het voltooid deelwoord verleden tijd ofzo de hele tijd naar je zitten te kijken alsof je het hoofd van een struisvogel hebt. Ze denken dat ik het niet door heb. Sommigen zeggen helemaal niks en blijven de hele les gewoon staren en sommigen komen naar je toe en dan zeggen ze iets van: 'Stoer hoor, dat jij dat durft.' En dan doen ze alsof ze het mooi vinden.
Maar ik ben het gewend, dus.
Erger zijn de kinderen die denken dat je een of ander raar monster van mars bent. Vorig jaar waren er kinderen uit mijn klas die nooit een woord tegen me gesproken hadden.
Maar ik leef ermee. Ik bedoel: hey, ik ben nu wel het meest fancy van de hele school met mijn roze haar.

Waar ik niet mee kan leven, is DJWIDNNWMDWOKI
De Jongen Waarvan Ik De Naam Niet Weet Maar Die Wel Ontzettend Knap Is.
Zoals hierboven staat: ik weet zijn naam niet , dus noemen ik en Maaike hem maar gewoon DJWIDNNWMDWOKI. Het is wel moeilijk uitspreken, maar dan heb je ook wat.
Hij zit dus nu bij ons in de klas. Eigenlijk zou ik zijn naam wel moeten weten, maar bij het namenrondje tijdens mentorles was ik te druk bezig met nadenken over wat voor bruidsjurk ik zal aandoen bij onze bruiloft, waar we gaan wonen en hoeveel kinderen we nemen.
En nu heb ik alles gemist.

Maar goed, nu is het dus pauze en zit ik met Maaike aan een tafel een Milka-reep weg te werken. Een paar tafels naast ons zie ik DJWIDNNWMDWOKI. Hij zit bij de andere jongens uit onze klas.
Wij zouden eigenlijk ook bij de andere meisjes uit onze klas moeten zitten, maar ze hebben mij verstoten omdat ik een lelijk roze eendje ben.
'Zal ik ernaartoe gaan?' Zeg ik.
'Naar wat?' Vraagt Maaike.
'DJWIDNNWMDWOKI'
'Mij best.' Lacht ze.
Oke.


Waarom doe ik dit eigenlijk? Denk ik terwijl ik erheen loop. Ik moet eigenlijk wel een soort van dekmantel hebben.
MILKA!
Ja. Top.
Ik loop er dus heen. DJWIDNNWMDWOKI kijkt naar me. HIJ KIJKT NAAR ME. Ik kan nu zijn prachtige blauwe ogen zien. Of zijn ze nou bruin? Doet er niet toe. Eigenlijk is het ook niet vreselijk speciaal dat hij naar me kijkt, want iedereen loopt me alsmaar aan te gapen. Roze haar enzo.

'Hoi ik ben Mary en ik heb roze haar! Ik bedoel, niet echt roze. Geverfd. Dus wel echt. Echt geverfd' Hoor ik mezelf zeggen. Shit. Waar ben ik mee bezig. Oh ja, de milka.
'Ehhh, wil je chocola?' Zeg ik, terwijl ik de half verpulverde milkareep omhoog houd.
'Nee, dankje,' zegt DJWIDNNWMDWOKI.
'Milka, van alpenmelk, vers van een koe!' Zing ik, terwijl ik mijn spontaan geïmproviseerde chocoladedans doe. Hij lijkt het niet te waarderen. 'Ehhm, ja dan ga ik maar weer denk ik.' Zeg ik hard en ik vlucht snel terug naar Maaike.

'En?' Vraagt ze, 'denk je dat hij je mag?'
'Ik denk het wel.' Zeg ik vastbesloten.

Het GEWELDIGE (en een heel klein beetje chaotische) Leven Van Mary van BerkelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu