Hoofdstuk 3

105 10 0
                                    

Ik zit in de klas. In mijn eentje. Want Maaike is ziek. Lekker. Gelukkig ben ik ook goed in alleen zijn. Ik kijk naar de kinderen die de klas binnen komen. Ze gaan allemaal zo ver mogelijk van me vandaan zitten.
'Néé, moet ik nou hier zitten? In mijn eentje?' Zeurt een meisje, terwijl ze naar de tafel voor me wijst. Ik geloof dat ze Sara heet.
'Je kan ook naast mij zitten!' Roep ik.'ik ben supergezellig altijd!'
Ze negeert mijn aanbod en gaat voor me zitten. Oke. Dan niet.
Ik hou mezelf wel bezig met naar DJWIDNNWMDWOKI kijken. Alles wat hij doet is opeens zo ONTZETTEND interessant. Als ik even weg kijk, zie ik opeens het dikke hoofd van Karel naast me.
'Hoi Maryanne!' Zegt hij vrolijk. Gatver. Soms zeggen mensen je naam op zo'n manier, dat je spontane kotsneigingen krijgt.
'Ik dacht: je zit zo zielig alleen, ik kom gezellig naast je zitten!'
'Ja! Gelezellig.' zeg ik en ik doe mijn best om zó te lachen, dat iedereen ziet dat ik doodga behalve hij. Dat is erg moeilijk, maar ik ben er goed in geworden. Misschien moet ik cursussen gaan geven.
We krijgen een toets uitgedeeld. 
Ik probeer onopvallend mijn stoel  van Karel af te verschuiven.
Skriepipipsksssieeee
Okay, dat was niet heel onopvallend. Iedereen kijkt me boos aan.
Behalve DJWIDNNWMDWOKI. Hij doet alsof er niks gebeurd is. Zou dit het begin zijn van een eeuwige liefde? Waarschijnlijk niet.
Goed. De toets. Focus.

Het GEWELDIGE (en een heel klein beetje chaotische) Leven Van Mary van BerkelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu