Hoofdstuk 12

75 6 1
                                    

'Maaike, jij trut!'
PATS
Ik ren weg terug naar het lokaal en ga weer zitten.
'Mary, wat had ik nou gezegd?'
Nee. Het is niet waar. Het was een droom. Alles is niet gebeurd. Ik zit gewoon in de geschiedenisles en er is helemaal niks aan de hand. Als ik mezelf nu sla, word ik wakker en dan is er helemaal niks aan de hand. Au! Nee, toch niet. Nog een keer dan. #&@$£¥#*^%! Oke. Het is dus geen droom

Nu zie ik pas dat iedereen me aankijkt alsof ik het hoofd van een broccoli heb (wat volgens mij niet zo is, hoop ik). Karel schuift iets dichter naar me toe.
Ook dat nog.

'Mary, je gaat NU dit lokaal uit en morgenochtend mag je om half acht naar mijn kantoor toekomen.'
'Ik ga al,' mompel ik.


'Ik ben ziek, mag ik naar huis?' zeg ik even later tegen de concierge, terwijl ik een zo misselijk mogelijk gezicht op probeer te zetten.
'Zijn je ouders thuis? Ik mag je niet naar huis sturen zonder hun toestemming.'
'Ehm, nee. Maar ik kan ze zelf wel via hun mobiel bellen?' probeer ik.
'Nou vooruit dan maar.'

Ik pak mijn telefoon en doe alsof ik mijn moeder aan de telefoon heb. 'Ja, maar ik voel me echt niet lekker.... kom je naar huis?.... Oh, fijn, dankjewel.'

'Nou kind ga maar lekker thuis uitrusten nu,' zegt de vrouw van de concergië.
'Doe ik!' roep ik voordat ik wegren naar mijn kluisje.

Het GEWELDIGE (en een heel klein beetje chaotische) Leven Van Mary van BerkelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu