Hoofdstuk 2: overtuigen

910 53 18
                                    

Hoofdstuk 2

‘Halt, we moeten praten.’

De manier waarop Will zijn zin begon verbaasde Halt, en onwillekeurig trok hij een wenkbrauw op. ‘Je bent het gesprek al begonnen,’ zei Halt droogjes.

Er waren jaren geweest waar Will daardoor van zijn stuk gebracht zou worden, maar nu ging hij er niet eens meer op in. Dat gaf toch maar weer aan hoe zelfverzekerd hij nu was, dacht Halt. Niet dat hij dat ooit ging toegeven, overigens.

‘Het gaat niet goed met Allison.’

De zin kwam binnen als een bom. Halt had wel doorgehad dat er iets mis was met het meisje. Ze leek veranderd sinds ze de Gorlons hadden verslagen. Ze leek minder opgewekt, ook al deed ze wel alsof. Halt had genoeg van zijn tijd doorgebracht met leugenaars om te weten dat Allison zat te liegen als ze zei dat ze vrolijk was. Maar dat er nou echt iets mis was…

Will wachtte niet op een antwoord van Halt en hij ging gewoon verder met zijn verhaal.

‘Ze slaapt al weken niet goed meer. Iedere keer weer hoor ik haar midden in de nacht van alles en nog wat doen en haar concentratievermogen gaat met de dag achteruit. Ook is ze heel erg schrikachtig geworden, en…’ ‘Schrikachtig? Hoe bedoel je dat?’ onderbrak Halt zijn vroegere leerling. Will had de gewoonte om iets belangrijks te zeggen en het dan niet uit te leggen. Halt was daar aan gewend geraakt de afgelopen jaren en hij wist hoe hij moest reageren.

‘Gisteren bijvoorbeeld, toen we naar die vergadering gingen,’ begon Will. Halt gebaarde Will om verder te gaan.

‘Toen ik terugkwam stond ze daar, bij het haardvuur, en ze had me duidelijk aan horen komen. Maar omdat ze was vergeten dat ik weg was, dacht ze dat het een indringer was. Halt, ze was niet eens van haar plek gekomen om een wapen te pakken om zich te verdedigen. Ze stond daar maar, met angstige ogen…’

Halt voelde dat er nog iets anders was gebeurd, maar hij merkte ook dat Will het liever niet wilde vertellen.

Dan niet, dacht hij. Als jij het niet wil, dan moet je het absoluut niet doen.

‘De afgelopen weken ook is ze een paar keer naar buiten geglipt, midden in de nacht, om vervolgens een paar uur later terug te komen,’ ging Will verder.

‘Dat doen tieners wel eens,’ opperde Halt, ook al wist hij dat Allison dit nooit zomaar zou doen. Zijn vermoedens werden bevestigd door Will. ‘Dit begon toen Marcus hier tijdelijk werd ondergebracht, en stopte de nacht nadat hij weg was.’

Halt schudde zijn hoofd. Will had gelijk, dit was niet goed. Dit was absoluut niet goed. ‘En ze heeft niets tegen je gezegd?’ vroeg hij. Will schudde zijn hoofd.

Het was even stil in de ruimte, en je kon een speld horen vallen. Dat was totdat Will besloot om op te staan van zijn stoel en naar de openstaande deur te lopen. Vanaf daar keek hij uit op iets, en Halt durfde er veel om te verwedden dat het Allison was.

‘Waarom had ik niets door…’ mompelde hij. ‘Je hebt nu toch iets door?’ vroeg Halt, lichtelijk verbaasd. Will, die zijn blik geen moment van Allison, die buiten stond te oefenen, lostrok, schudde zijn hoofd zachtjes.

‘Eerder, bedoel ik. Dit moet al lang aan de gang zijn, en ik had niet door. Ik ben haar mentor, van alle mensen zou toch juist ik iets door moeten hebben gehad…’

‘Reken dit jezelf niet te zwaar aan,’ zei Halt. Ook hij wist hoe het was om je schuldig te voelen over je leerling. Hij had het lang genoeg meegemaakt toen Will was meegenomen door de Skandiërs, jaren geleden.

‘Maar ik had er iets aan kunnen doen, Halt!’ zei Will. Hij klonk radeloos, hulpeloos. ‘Ik had haar moeten helpen, maar dat kon ik niet! En zelfs nu zou ik niet weten hoe…’

Nog lang niet de leraar (Boek 2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu