Hoofdstuk 28: we moeten terug

423 33 17
                                    


Hoofdstuk 28


'Moet je echt gaan?' vroeg Lydia met een soort neppruillipje. Ik moest lachen, voordat ik haar een knuffel gaf. 'Helaas wel,' zei ik. 'Ik heb verantwoordelijkheden thuis, en ik denk dat Will er een potje van zou maken zonder mij.'

'Hé!' Quasi beledigt keek Will op van wat hij aan het doen was. 'Ik maak er geen potje van zonder jou. Ik moet door jouw aanwezigheid juist meer opletten!' Toen begon hij te mompelen en te mopperen over hoe irritant leerlingen wel niet waren. Een stukje verderop stond Halt maar al te geamuseerd toe te kijken.

Naast Lydia stond Rim, en daarnaast weer haar vader. Na het gevecht in de centrale hal, wat was uitgelopen op een bloedbad, had Rim al snel iemand zwaar genoeg onder druk gezet om te vertellen waar haar vader was. Die iemand was niet Malin. Haar roodharige tweelingbroer was met de noorderzon vertrokken.

Eenmaal vrij had Erak staan schelden en tieren. Hoe durfden ze wel niet, hem opsluiten, zeggen dat hij ziek was en de macht overnemen? Dit was zijn land en hij was de Oberjarl. Hij zou hem wel eens een lesje leren! Toen hem werd vertelt dat Marcus dood was verzachte zijn gezichtsuitdrukking. 'Oh,' was alles wat hij had gezegd. Het was niet meer ter sprake gekomen.

Ik zei Rim gedag en gaf haar een knuffel. Daarna probeerde ik Erak een hand te geven, maar die had iets heel anders in gedachten. De berenknuffel waarvan ik zeker was dat het ten minste een van mijn botten zou breken kwam volledig onverwachts, en tegen de tijd dat hij me losliet had ik het gevoel dat ik blauw was aangelopen omdat ik niet had kunnen ademen.

En toen kwam ik bij het laatste bemanningslid aan.

Hal stond er een beetje verloren bij, met zijn handen in zijn zakken. Hij keek uit over de haven, en het was duidelijk dat hij niet al te blij was. Ik zei geen hallo toen ik naast hem kwam staan. Ik keek gewoon mee over het water.

'Ik wil gewoon niet dat je gaat.' Zijn stem klonk bijna kinderlijk, maar het bericht was duidelijk. Ik knikte. 'Ik vind het ook maar niks,' moest ik toegeven. We zouden terugvaren op het schip van voor mij totaal onbekenden, en we weten allemaal hoe dat de vorige keer was afgelopen. Will en Halt schenen ze echter wel te kennen. Als ik het goed had werd een van de mannen Svengal, of iets in die trant, genoemd.

Hal zuchtte. 'Svengal en zijn bemanning zijn prima mannen,' vertrouwde hij me toe. 'De kans is nihil dat ze iets gaan uitvreten. Nou ja, misschien Rissel... Maar aan hem moet je niet te veel aandacht schenken.' Duidelijk denkend aan een ander moment vormde er een klein glimlachje op Hal's gezicht. Ik wilde hem net vragen wie deze Rissel was, toen hij zijn hoofd draaide en een kus op mijn lippen plantte.

Hij verraste me volkomen en even wist ik niet wat me overkwam. Wat gebeurde hier in 's hemelsnaam? Toen leek het alsof er iets in me wakker werd en ik zoende de jonge Skirl terug. Zo bleven we staan, omarmd, totdat er een luid gefluit klonk. 'Handen af van mijn zusje, jij!' riep Oscar vanaf de boot. Ik kon de lach in zijn stem bijna horen, maar toch bloosde ik toen ik een stap van Hal wegzette.

Hal zelf plaatste een hand op zijn achterhoofd en keek nogal ongemakkelijk. 'Ehm... Dag?' zei ik. Hal keek even verward als ik me voelde. 'Ja, dag.' Hij omhelsde me nog een keer en plantte een snelle kus op mijn voorhoofd. Toen stapte hij van me weg en maakte het pad naar de boot vrij.

Even leek het erop dat dit het laatste contact zou zijn dat ik met Hal zou hebben voor een lange tijd, maar toen leek de jongen een ingeving te hebben. Hij snelde zich naar de boot en bood me zijn hand aan voordat ik op kon stappen. 'Mag ik deze hand?' vroeg Hal, een overdreven handgebaar in mijn richting makend. Meteen trok ik een soort pruillipje dat ik vaak op het gezicht van adellijke dames had gezien en met de topjes van mijn vingers pakte ik zijn hand aan. 'Maar al te graag, heer Hal,' zei ik, een klein buiginkje om het af te maken. Een enorme glimlach verscheen op Hal's gezicht. 'Het is me een eer,' zei hij, een hoofdknikje op zijn plaats.

Nog lang niet de leraar (Boek 2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu