Hoofdstuk 9: snap je dat

726 53 11
                                    

Hoofdstuk 9

Dit was een stuk makkelijker gezegd dan gedaan.

In de dagen die volgden probeerden Will en Halt uit alle macht om iets te horen te krijgen over dit plan, of in ieder geval over de intenties, maar tot dusverre was er geen succes. Niemand zei iets, en ze konden moeilijk lastige vragen gaan stellen.

De boot die ze hadden gezien was zoals verwacht de Reiger. Het liefste was Will even gestopt naast het kleine bootje om Allison op de hoogte te brengen van de recente ontwikkelingen, maar Skirl Huntar had andere plannen. Hij werd betaald om hen naar Skandia te brengen, niet per dag, en hoe langer hij er over deed, hoe meer andere klussen hij misliep.

Wel viel Will iets op. Op de Reiger zaten niet alleen tieners maar ook een volwassene. Het was een man, zijn leeftijd was niet goed te zeggen, en er was iets met hem. Iets klopte er niet, en terwijl Will aan het zoeken was naar de rechterhand kwam hij met een schok tot de realisatie dat die ontbrak. De man had geen rechterhand meer.

De mannen op de Wolfschicht waren ook geïnteresseerd in het kleine bootje. Vooral deze man leek hun interesse te trekken. Dit vond Will wel interessant, en hij wilde het met Halt gaan overleggen. Juist op het moment dat hij zich om wilde draaien spotte hij Allison.

Hij zag haar vrolijk praten met de Reigers en hij kon haar gelach zelfs van deze afstand horen. Onwillekeurig moest hij ook glimlachen.

Toen ze hem in het vizier kreeg sprong ze op en begon ze heel vrolijk te zwaaien. Will zwaaide terug, vlak voordat Allison weer ging zitten op haar originele plek naast die handloze man en een meisje met rood haar en iets begon te vertellen aan de jongens en de twee meisjes op het schip. Met grote gebaren probeerde ze iets duidelijk te maken, en uit de manier waarom ze steeds in zijn richting wees leidde Will af dat ze over hem aan het vertellen was.

‘Will?’ het was Halt die hem uit dat ene gelukzalige moment trok. Hij keek zijn vriend vragend aan, en Halt zag dit als een teken om verder te gaan.

‘Ik denk dat we even wat te bespreken hebben,’ gaf hij aan. Will knikte dat hij het daarmee eens was. Hij keek nog een laatste keer naar Allison, die blijer keek dan ze in maanden had gedaan, en scheurde toen zijn blik los van het vrolijke tafereel. Hij volgde Halt naar hun plekje in de boeg waar ze nu iedere dag te vinden waren.

‘En?’ vroeg Halt. Will was de mannen die het plan hadden gemaakt gevolgd onder het valse voorwendsel dat hij graag even naar zijn leerling wilde zwaaien. Niet dat dat hem geen goed had gedaan, maar de echte reden was dat hij wilde weten wat ze nodig hadden van de Reiger. In dit geval wie.

‘Ze bleven maar kijken naar de enige volwassene aan boord. De man zag eruit alsof hij veel heeft meegemaakt en veel heeft gevochten. Hij is zijn rechterhand kwijt, dus ik vraag me af in hoeverre hij dit nog steeds doet,’ vertelde hij. ‘Ik zou echt niet weten wat ze met hem zouden willen,’ voegde hij er toen snel aan toe.

Halt antwoordde in eerste instantie niet en dacht even na. Er waren vele verklaringen mogelijk voor de interesse die de bemanning toonde voor de man, maar geen van hen leek logisch en hij werd er niet wijzer van.

‘Het kan dat hij een soort crimineel is,’ opperde Will. Halt keek hem even vragend aan en Will vertelde verder. ‘Het kan dat hij een crimineel is en dat er een prijs op zijn hoofd staat of zo. Misschien zijn ze van plan om zichzelf vrij te kopen met de beloning?’

Het klonk allemaal niet zo aanneembaar, en Will wist dat zelf ook. Maar Halt zag wel iets in de theorie en voegde er zelf wat aan toe.

‘Of Huntar heeft hen beloofd dat ze vrij zullen komen als zij de mannen aan hem leveren,’ stelde hij voor. Will knikte dat dit inderdaad logischer zou zijn.

Nog lang niet de leraar (Boek 2)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu