Proloog

838 67 4
                                    

De bomen om me heen zijn onbekend, er valt haast geen licht door het bladerdak.Ook al zijn we nog niet lang geleden teruggekeerd in Aidrynn, het uitgestrekte bos eromheen zal ik niet zomaar vergeten. Dat betekent dat ik nog nooit in dit deel ben geweest. Ik ben lichtelijk geïntimideerd, maar mijn nieuwsgierigheid wint het. Ik blijf lopen.

Ik ben me er wel degelijk van bewust dat de natuur om me heen steeds duisterder wordt, maar ik probeer het te negeren en maak mezelf wijs dat het mijn verbeelding is. Onverstandig .

Na geruime tijd zie ik iets opdoemen tussen de bomen. Ik knijp met mijn ogen, die verdomde ogen, die met de jaren steeds minder scherp zijn gaan zien. Ik kom dichter bij wat een kleine cottage blijkt te zijn. Het is gemaakt van hout en duidelijk vervallen. Inmiddels sta ik voor de fragiele deur die een plank mist. Ik kan het rottende hout ruiken. Het ziet er naar uit dat hier al een lange tijd niemand is geweest. Zacht duw ik tegen de deur, die krakend opent. Een windvlaag blaast tegen mijn gezicht.

Ik voel een lichte tinteling door mijn huid gaan als ik over de drempel van het hutje stap. Het is alsof mijn lichaam me probeert te vertellen dat ik hier niet hoor te zijn. Ik kijk om me heen. Van binnen lijkt het houten bouwwerk groter dan van buiten, hoewel het nog steeds niet veel voorstelt. Overal zie ik merkwaardige objecten, bedekt met een tapijt van stof en spinnenwebben. Er hangt een muffe geur. Op planken in de kastjes en op een rommelig bureau staan kaarsen, flesjes in allerlei soorten en maten, boeken en rare voorwerpen zoals kleine schedeltjes en veren. Mijn aandacht wordt getrokken door een dik, stoffig boek dat op een plank boven het bureau staat. Het heeft een donkerpaarse, leren kaft. Ik merk meteen dat dit niet deugt. Ik zou nu weg moeten gaan en nooit meer terug moeten komen, ik zou dit boek niet aan moeten raken. Maar ik ben als het ware bedwelmd, ik moet blijven. Als in een trans steek ik mijn hand uit. Mijn vingers sluiten zich om het stevige boek, dat meteen bezit van me neemt.

Trillend pak ik het boek van de plank. Ik laat mijn hand over het paarse leer glijden. Er staat geen titel op. Langzaam sla ik het boek open. De eerste pagina is leeg. Alle alarmbellen rinkelen in mijn hoofd, ze willen me waarschuwen: 'Niet verder!' Maar mijn spieren trekken zich er niks van aan. Ze laten me verder bladeren. Ik zie pagina's met vage schetsen en handgeschreven tekst. Ik laat mijn ogen over de bladzijden schieten. Een paar keer verandert het handschrift, alsof iemand anders verder is gegaan. Ik hoef niet lang na te denken over de inhoud van het boek. Hoewel ik het nooit met eigen ogen heb gezien, weet ik meteen wat ik in mijn handen heb.

Zwarte magie.

Hey,

Bedankt voor het lezen van deze proloog. Zoals je misschien merkt als je de beschrijving hebt gelezen, is dit korte deel geschreven vanuit het perspectief van de oudere halfelf Hilde. Voor de rest van het boek ben ik van plan het perspectief van Julian te gebruiken. Ik vertel het toch maar alvast, om verwarring te voorkomen ;)

Xx Nadine

MagicallyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu