Hoofdstuk 10

641 48 6
                                    

Ik bestudeer de blonde jongen. Er is iets aan hem dat ik niet vertrouw en ik kan het maar niet loslaten. "Dus, willen jullie iets leuks doen? Ik kan jullie de omgeving laten zien, of mijn huis?" stelt Chase enthousiast voor. Elise knikt, terwijl ik mijn hoofd schudt. "Het lijkt me beter als je gaat. We zijn allemaal moe en bovendien zijn Elise en ik net buiten geweest." zeg ik kordaat. Chase kijkt beteuterd. "Oh, ehm.. ik snap het. Nou.. dan ga ik maar weer." stottert hij. Hij benadrukt zijn woorden door vertwijfeld naar de deur te wijzen. "Tuurlijk niet, waarom die haast? Blijf nog even, dan pak ik wat te drinken en kunnen we rustig praten over... wat dit dan ook mag zijn." zegt Melchior terwijl hij me verwijtend aankijkt. "Bedankt." zegt Chase, mij een ongemakkelijke blik werpend. Elise en Chase gaan op de bank zitten en Melchior loopt richting de keuken. Chase fluistert iets in Elises oor en ze giechelt meisjesachtig. Ze geeft hem een speels duwtje. "Gaan we nu opeens gezellig doen? Godsamme, wat een onzin." zeg ik gepikeerd. Ik kijk Chase aan met een opgetrokken bovenlip. "Hè, Julian, doe niet zo chagrijnig." zucht Elise. Ik laat een geërgerde kreun horen. "Nou, veel plezier. Ik zie jullie nog wel." Ik draai me om en verdwijn door de voordeur. Ik sla mijn armen over elkaar en loop met stevige passen weg van Melchiors huis. In gedachten vloek ik. Waarom vertrouwt Elise die gast?

Na een tijdje ontdek ik de rand van het bos. Ik laat me er niet door tegenhouden. Het geluid van knisperende takken en bladeren onder mijn voeten geeft me voldoening. Niet ver van de rand van het bos ligt een klein, bijna perfect rond meertje. Het is prachtig, maar het interesseert me geen zier. Vermoeid plof ik op de grond neer, ik ga tegen een boom zitten, een stukje verwijdert van het meer. Ik kan het nog net zien tussen de bomen door. Ik trek mijn knieën op en laat mijn hoofd voorover hangen. Binnen de kortste keren slaap ik.

"Wow, het is echt mooi." Mijn oogleden trillen. "Ik zei het toch." klinkt een vrolijke stem. Meteen gaan mijn ogen open. Ik tuur tussen de bomen door. Chase. Hij heeft Elise bij zich. Elise knikt en kijkt uit over het water. Chase buigt zich naar haar toe en zegt iets wat ik niet kan verstaan. Ik spits mijn oren. Elise lacht. "Echt niet, doe zelf maar." Chase recht zijn rug en trekt zijn wenkbrauwen op. "Prima." zegt hij zogenaamd verwaand. Hij trekt zijn schoenen uit terwijl hij Elise uitdagend aankijkt. Ik bal mijn vuisten. Wat is hij van plan? Chase stroopt langzaam zijn broekspijpen op. Dan gaat hij op de oever van het meer zitten en steekt hij grijnzend zijn voeten in het water. Elise giechelt weer, precies zoals bij Melchior thuis. Mijn tanden knarsen. Van jaloezie, merk ik op. "Kom erbij, het is water is lekker." Chase klopt met zijn hand op het gras naast hem, als een uitnodiging voor Elise om te gaan zitten. Stiekem hoop ik dat ze weigert, maar ze volgt Chase' voorbeeld en een paar tellen later steekt ze voorzichtig een teen in het water. "Het is koud!" gilt ze lachend. "Weet je het zeker? Voel nog eens." Chase duwt Elises knieën naar beneden, zodat haar voeten onder water verdwijnen. Elise schreeuwt het vrolijk uit. "Hier, dit is warmer." zegt Chase. Ik kijk woedend toe hoe hij zijn arm om haar heen slaat. Elise doet niks om hem tegen te houden. Ik wil kwaad overeind komen en Chase een klap verkopen, maar plotseling zegt Elise iets wat mijn aandacht trekt. "En nu moet je vertellen wat je hebt beloofd." Langzaam zak ik terug tegen de knoestige stam van de boom. "Oké, vooruit. Je was het nog niet vergeten, helaas." zegt Chase nu een stuk serieuzer, maar nog steeds met een plagende ondertoon. "Nou, brand los." dringt Elise aan. "Lekker water, toch?" Elise geeft Chase een duwtje. "Kom op, niet omheen draaien. Voor de draad ermee." Ik raak steeds benieuwder. "Je had het beloofd." voegt Elise eraan toe terwijl ze Chase aankijkt. Ik voel weer een steek van jaloezie. "Oké dan. Wat wil je weten?" Elise tuurt omhoog, alsof ze heel diep nadenkt. "Hoe lang ben je hier al?" Chase haalt zijn schouders op. "Zo lang als ik me kan herinneren." zegt hij. "Oh.. Hoe is het?" Chase draait zijn hoofd. "Hoe is wat? Hoe is het om te leven in een wereld waar niemand praat of gevoelens heeft en waar alles doods en stil is?" Elise knikt. "Een regelrechte hel. Volgende vraag." Ik ga iets rechter op zitten om beter te kunnen luisteren. "Ehm.. Wat ben jij?" Chase deinst quasi-beledigd achteruit. "Pardon?" zegt hij. "Sorry, ik bedoel, ben je een elf?" Chase blijft even stil. Ik vraag me plotseling ook af wat voor wezen hij eigenlijk is. "Laten we zeggen dat ik een soort van elf ben, maar niet echt. Ik kan het niet goed uitleggen." zegt hij vertwijfeld. "Hier heb ik toch niks aan?" Elise slaat haar armen gespeeld boos over elkaar. "Sorry, dat is alles wat ik erover kan zeggen. Wat is de volgende vraag?" Ik vertrouw Chase inmiddels nog minder. Waarom zou hij zo geheimzinnig moeten doen? Wat is hij nou werkelijk? "Wie of wat is April?" vraagt Elise. "Is zij ook een soort-van-elf?" Chase schudt zijn hoofd. "April is... anders. Ze is niet zoals de bewoners van ɒnɒɔɿA, maar ook niet zoals jullie of zoals ik." Elise zucht. "Dit interview is een grote flop. Wat heeft dit nou weer voor zin?" Chase schiet in de lach. "Als je nou gewoon de goede vragen stelde." Elise wendt haar hoofd af. "Pfff, nu ligt het zeker aan mij. Wat zijn dan de goede vragen, waar jij zo vol lof over praat?" Ze klinkt niet echt boos, eerder speels. Dat irriteert me enorm, want Chase gedraagt zich echt hufterig. "Tja.. Dat weet ik ook niet precies. Weet je, ga maar gewoon door met jouw vragen." zegt hij. "Juist. Dus, hoe ben je hier gekomen?" Chase laat zijn schouders hangen. "Om eerlijk te zijn zou ik het niet weten." Het valt een tijdje stil. Elise beweegt haar voeten door het heldere water. "Is er niks dat je kunt doen om ons te helpen? Kunnen we niet samenwerken om hier weg te komen?" zegt ze dan. "Ligt eraan wat jullie nodig hebben. Ik zou er niet te veel op hopen." De tovenaar, denk ik. Ik wil het bijna hardop zeggen. "Dit alles is gecreëerd door die Draechymedus, toch?" vraagt Elise. Bingo. "Klopt." Gelukkig is Elise slim genoeg om daarnaar te vragen. "Leeft hij nog? Als hij dit heeft gemaakt is hij de enige die de vloek kan verbreken." Tien punten voor Elise. Gek genoeg voel ik me trots. "Ja, hij leeft nog. Ik zou er alleen niet van uitgaan dat hij jullie wil helpen. Deze wereld doet niet veel goeds voor de persoonlijkheid van verbitterde zielen zoals hij." zegt Chase.

MagicallyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu