Hoofdstuk 11

1K 70 45
                                    

"We moeten met hem gaan praten." zegt Elise. Chase schudt zijn hoofd. "Je wilde gewoon binnenlopen in zijn slot en een praatje maken?" Elise laat haar hoofd zakken. "Nou ja, misschien niet precies op die manier..." Chase legt lachend een hand op haar schouder. Ik grom zachtjes. "Hé, niet zo treurig, ik plaag je maar! Misschien dat ik iets voor jullie kan doen, maar niet nu. Jullie hebben nog een hoop te leren over ɒnɒɔɿA." Elise trekt haar wenkbrauw op. "Oh? En wie mocht ons dat dan wel bijbrengen?" Ze houdt haar hoofd uitdagend schuin. "Hm... Eens denken. Ik ken misschien wel iemand die het een éér zou vinden om zo'n schone dame te onderwijzen." Ik bijt woedend op mijn wang. Ze flirten met elkaar, spookt het door me heen. "Werkelijk? En wie mag dat dan wezen?" gaat Elise ondertussen verder. "U zult het haast niet geloven, maar de heer in kwestie zit recht voor uw neus." Elise giechelt. "Je bent mooi als je lacht." zegt Chase. Razernij schiet als bliksemschichten door me heen. Ja, Elise is mooi als ze lacht. Maar daar heeft deze Chase helemaal niks mee te maken. Elise bloost. "Ehm, dankje." Chase legt zijn hand op Elises arm. "Hé, niet zo bescheiden. Ik kan niet zeggen dat ik uit ervaring spreek, maar ik meen het wel." zegt hij. "Zijn jij en April dan geen...stel?" Chase kijkt verschrikt. "Nee, oh, nee. Totaal niet! April is als een zus voor me. We zijn niet... nee. Zeker niet." stottert hij. Als April en hij een setje waren had hij vast niet zo opvallend aardig gedaan tegen Elise. Míjn Elise. "Dus je hebt nog nooit een vriendin gehad?" vraagt ze nieuwsgierig. Chase schudt zijn hoofd. "Verliefd geweest?" Ik hoop vurig dat hij nee zegt. "Eerder niet, nee." Hoezo 'eerder niet'? Elise merkt het niet op. "Het is vast eenzaam hier." zegt ze. Chase kijkt plotseling oprecht treurig. "Klopt. Het was nog veel erger voor ik April had." Elise legt haar hand op zijn rug. Kunnen ze niet één tel van elkaar afblijven? "Hoe is zij hier gekomen?" Chase blijft even stil. "Ik denk niet dat ik dat kan uitleggen. Waar het om gaat is dat ik hier jaren alleen ben geweest. Zonder enig contact wordt je al snel gestoord. Toen ik jong was speelde ik in mijn eentje. Ik verzon vriendjes en vertelde ze verhalen over spannende dingen in mijn leven die nooit gebeurd zijn. Ik heb ook heel lang geprobeerd om tegen de anderen te praten. De mensen die hier rondlopen. Ik hoopte dat ze op een dag iets terug zouden zeggen. Ik dacht dat als ik het maar hard genoeg wenste en vaak genoeg probeerde, ik ze zou kunnen veranderen." Ik hoor pijn in zijn stem. Mijn boosheid zwakt af. "Uiteraard is dat nooit gebeurt. Iedere stilte zonder antwoord was een hel. Elke dag die voorbij ging zonder verandering hielp me herinneren in wat voor wereld ik opgroeide. Die tijd was een kwelling. Dat is het nu zelfs nog, als ik eraan terugdenk." Ik voel nu medelijden voor Chase. Heel even maar, tot Elise haar armen om hem heen slaat. Meteen zit ik weer kaarsrecht overeind, mijn vuisten zijn gebald en mijn oren zijn gespitst. "Je bent echt geweldig, Elise. Je bent zo oprecht en behulpzaam. Dat bewonder ik." zegt Chase. "Wat jij hebt meegemaakt is afschuwelijk. Je verdient het zo behandelt te worden." Chase heft zijn hoofd op en legt zijn hand op Elises wang. Mijn vuisten trillen van inspanning. "Je kunt je niet voorstellen hoe blij ik ben dat ik jou heb ontmoet." zegt Chase. Dan buigt hij voorover en kust hij Elise. Ik explodeer van woede. Razend spring ik overeind. Ik wordt misselijk van het tafereel dat zich voor mijn neus afspeelt. Elise deinst aarzelend achteruit. "Ik.. We.. Dit kan niet. Julian..." stamelt ze terwijl ze Chase schuldbewust aankijkt. Binnen een paar stevige passen ben ik bij ze. Het komt in me op om Chase te vermoorden, hem gruwelijk veel pijn te doen. Maar ik realiseer me dat we hem nog nodig hebben. "Laat je door mij vooral niet tegenhouden. Veel plezier." grom ik. Elise wordt knalrood en Chase kijkt doodsbang. Ik stamp agressief weg, de twee verbijsterd achterlatend. Elise probeert me nog tegen te houden. "Julian! Wacht!" roept ze wanhopig. Ik negeer haar. Ik ben zo kwaad dat ik maar blijf lopen, dieper en dieper het bos in. Na een lange tijd blijf ik staan en schop ik tegen een boom. Die geeft geen krimp. Wat is er zojuist gebeurd? Ik beeld me in dat de boom die ellendige Chase is en geef er nog een stevige trap tegen. Wat een idioot. Hij lacht ons eerst uit omdat we hier terecht zijn gekomen en dan denkt hij dat hij Elise kan stelen. Ik heb er vaag spijt van dat ik hem bij haar heb achtergelaten. Ze zijn elkaar nu vast aan het troosten. Ze maken elkaar wijs dat gemakkelijk vergeven kan worden. 'Oeps, foutje, kan gebeuren.' Die gedachte maakt me nog bozer. Tegelijk probeer ik Chase alle schuld te geven. Ik wil niet boos zijn op Elise. Híj kuste háár toch? Ze protesteerde toch? Maar wel nádat ze kusten. Het vreselijke beeld verschijnt weer voor mijn netvlies. Ik verdring het. Het valt me op dat ik geen idee heb waar ik heen ben gelopen. Geërgerd zucht ik. Stomkop. Wat nu? Ik kijk om me heen. Ik sta weer in de gespiegelde versie van het bos rond Aidrynn. De lucht voelt zwaar en beklemmend aan. Ik ben veel te koppig om nu terug te gaan. Voorlopig hoef ik niemand te spreken. Gedachten tuimelen door mijn hoofd. Ik was er van overtuigd dat Elise van me hield en dat er niemand meer tussen zou komen. Zeker nu Jonas... buiten bereik is. Maar misschien is het nu anders. Nadat Elise terug is gegaan is ze mij vergeten. Wat zei ze over haar herinneringen? Dat ze als een droom waren? Misschien zijn haar gevoelens nu niet echt meer. Misschien voelt het voor haar als niet meer dan een vage herinnering.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 07, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

MagicallyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu