7 // h5

76 22 0
                                    

Er was een stilte. Niemand durfde meer voor te komen. Asher en Nora zaten in een hoekje, probeerden zich af te schermen van de omgeving. Asher vroeg zich telkens af, wat hij in vredesnaam gedaan had, maar toen dacht hij aan Isla. Niet dat dat het feit verzachte dat hij misschien wel sociale zelfmoord had gepleegd.

'Hé,' zei Nora tegen hem en hij keek naar haar op. 'Je doet het goed. Ze zou trots op je zijn geweest.'

Asher duwde zijn handen dieper in zijn zakken. 'Ze is er niet meer, dus wat maakt het ook uit?'

Nora glimlachte droevig naar hem. 'Het gaat nu ook niet meer om haar,' zei ze. 'Isla is er inderdaad niet meer. Ik ben trots op je, verdomd veel.'

'Ik heb zonet sociale zelfmoord gepleegd,' herhaalde Asher zijn gedachten.

Nora beet op haar lip. 'Misschien,' zei ze. 'Maar alles was toch al anders. Je vindt altijd mensen, er zijn altijd mensen die je mogen.'

Asher haalde zijn schouders op. 'Je bent er morgen niet, Isla is er morgen niet. Ik ben alleen, met wie moet ik dan omgaan?'

Nora liet haar hand op die van hem vallen en verstrengelde haar vingers met die van hem. Ze haalde haar blik weer naar die van hem, die op haar gezicht was gericht. 'Er is altijd een morgen en een dag daarna en er zijn altijd nieuwe mensen. Natuurlijk is het eng. Ik ben altijd maar een telefoontje verderop...'

Asher kneep in haar vingers, kort maar, zodat het geen pijn zou doen. 'Maar je bent niet hier...' fluisterde hij. 'Niemand is hier.'

Nora slikte de brok in haar keel door en legde haar hoofd op zijn schouder. 'Het spijt me,' zei ze. 'Ik had gewild dat ik er wel had kunnen zijn.'

BlauwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu