8

679 11 0
                                    

Of het kwam door de manier waarop Lexa het zei, of door wat ik de afgelopen twee dagen heb meegemaakt, maar het feit dat er een goede kans is dat ik over drie dagen dood ga deed me niks. Het feit dat ik me op de een of andere manier veilig voelde bij Lexa en ik geen idee had wie Octavia nou eigenlijk was, deed me wel wat. Lexa keek me met medelijden aan en bood zelfs aan of ik hier boven mijn eten wilde opeten. Ik knikte ja. Via een apparaatje wat leek op een walkie-talkie beviel ze iemand om mijn dienblad boven te brengen. 'Hier op de bank het opeten is geen goed plan. Kom. Je kunt het ook hier opeten.' Lexa stond op en deed een deur open. 'Ik kan je wel gezelschap houden, maar ik moet nog wel wat dingen regelen dus ga alvast zitten en ik kom zo terug.' Ik liep de kamer binnen en mijn mond viel open. Ik had nog nooit zo'n mooie kamer met zo'n mooi uitzicht gezien. Het had uitzicht over een groot deel van de stad en alles was mooi strak en modern maar ook weer lief en zacht. Voordat ik iets kon zeggen, had Lexa al de deur achter mij dicht gedaan en stond ik ineens alleen in deze kamer. Hoe raar deze situatie ook was, ik genoot zo erg op dit moment.

Terwijl ik uit het raam keek naar de straten van de stad, hoorde ik ineens twee stemmen achter de deur vandaan. Ze klonken geïrriteerd. De ene stem is van Lexa en de andere herkende ik niet. Het was een mannenstem, maar niet die van Murphy. Ik liep naar de deur om te horen wat ze zeiden. 'Nog nooit heb je dit gedaan! En ineens mag een vreemdeling in je kamer?! Lexa, ik weet dat je vaak dingen doet die niemand begrijpt en die ook nog heel goed zijn voor ons, maar dit gaat te ver.' Ik snapte er niks van. Waarom mocht ik eigenlijk hier mijn eten opeten? Ik bedoel, ik word over een paar dagen op haar bevel vermoord. 'Als dit je niks bevalt, kun je maar beter gaan.' zei Lexa op een hele rustige toon. Ik hoorde de man zeer diep inademen en zich omdraaien en weglopen. Toen hoorde ik Lexa een diepe zucht maken. KUT ze komt nu hierheen. Ik sprintte naar de tafel. Net toen ik zat, en deed alsof ik er al de hele tijd zat, kwam Lexa achter de deur vandaan. Zonder dat we het door hadden, verscheen op onze beiden gezichten een glimlach toen we elkaar zagen.

In love with the maffiaboss who kidnapped meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu