Ik weet niet waarom, maar die woorden van Lexa deden wat met me. Ik wilde nadenken over wat dat dan kon zijn, maar ik werd al snel afgeleid door een nieuw groepje mensen dat om me heen kwam staan. Ze stelden zichzelf voor en ik was al meteen weer hun namen vergeten. Ook zij kwamen vertellen hoe knap ze het van mij vonden dat ik de test zo goed had doorstaan. Ik snap niet hoe ze zo normaal kunnen doen over deze 'test'. Ik had het gevoel alsof ik dood ging en ik was al aan het nadenken over wat mijn laatste woorden zouden worden. Maar zij zien het als een iets heel normaals.
Ik heb met nog redelijk wat mensen gepraat, maar kon de woorden van Lexa niet vergeten. Ik wilde net afscheid nemen van het groepje waar ik bij stond om naar Lexa te gaan, maar tikte iemand op mijn schouder. Ik keek om en zag een man voor me staan. Hij stelde zich voor als Monty. Hij was erg aardig en hij was de eerste die zij dat hij snapte hoe kut het was. Hij zei dat hij ook redelijk nieuw was en dus nog goed wist hoe kut het was. Ik merkte dat ik goed met hem kon praten en dat wilde ik ook nog wel een keer doen, maar ik wilde nu echt met Lexa praten. 'Hee Monty, ik wil graag nog een keer met je doorpraten, maar ik moet heel even naar Lexa toe nu.' zei ik en ik wilde mij omdraaien en naar Lexa lopen. Ik had al oogcontact met haar maar toen draaide Monty me weer om. 'Jij en Lexa kunnen wel goed met elkaar optrekken hè?' zei hij. Ik keek hem aan en wist niet goed wat ik moest zeggen. Op een twijfelachtige manier knikte ik mijn hoofd. 'Hoezo?' zei ik. 'Ooh nee niks hoor. Het was mij en wat anderen gewoon opgevallen. Maar jij moest naar haar toe, zei je?' en hij gebaarde dat ik naar haar toe mocht gaan. Ik knikte weer en liep toen naar Lexa. Ook al was de afstand tussen ons maar iets van 5 meter. Toch had ik het gevoel dat deze hele weg lang iedereen doorhad dat ik nu naar haar toe ging, omdat wij wat gingen bespreken waarvan ik geen idee had wat. Ik kwam bij Lexa aan en haar groepje aan en joinde het gesprek. Op een gegeven moment gebaarde Lexa met haar hoofd naar de deur. Ik knikte en liep naar de deur. Voordat we weg gingen, wilde ze eerst nog even in de zaal, waar iedereen was, met mij praten. Dit gesprek ging nergens over en ik heb het gevoel dat ze dat deed om ons vertrek niet te opvallend te maken. Toen liepen we samen weg naar de lift. 'Zullen we naar mijn verdieping?' zei Lexa. Ik knikte en we wachtten bij de lift. Terwijl we wachtten kwamen er nog wat mensen bij ons staan die ook weer wat anders gingen doen. 'Lexa?', zei een van de mensen die bij ons kwam staan, 'is die klus met die schurken nu afgerond?' Lexa keek hem met een woedende blik aan. 'Ja.' zei Lexa kortaf. Eerst snapte ik niet waarom ze zo kortaf en boos irriteerde, maar toen drong weer tot mij door dat mijn ouders nog steeds werden gezocht. Ik hoop dat het niets met hen te maken heeft, maar dat vraag ik zometeen boven wel aan haar.
De lift kwam helemaal van de eerste verdieping aan. 'Hèhè' zei Lexa toen de liftdeuren opengingen. We wilden naar binnen stappen totdat er in de lift twee personen met een zak over hun hoofd op en wat mensen om hun heen. Aan hun postuur herkende ik hen meteen: 'Papa? Mama?'
JE LEEST
In love with the maffiaboss who kidnapped me
RomanceClarke, een dochter van hele rijke ouders, wordt ineens ontvoerd. Ze heeft geen idee waarom en waar ze is. Ze wil zo snel mogelijk weer naar huis, maar dan gebeuren er dingen waardoor ze niet meer zo'n haast heeft om naar huis te gaan.