'Dat kunt u niet doen Sirene.', zei een lange vrouw. Haar kroon stond scheef op haar hoofd en haar haar was helemaal door de war. Ze mocht dan wel een godin zijn, maar haar uiterlijk moest niet altijd perfect zijn. Ze had wel wat andere zaken die ze op orde moest krijgen.
'U kunt niet zeggen wat ik moet doen of laten. Bovendien heeft Dragon zijn planeet toch al verwoest. Waarom zou ik de mijne dan niet mogen beschermen?', zei Sirene kwaad, 'alle uitverkorenen zouden het weer kunnen rechtzetten. Alleen de uwe is er nog niet klaar voor. Alhoewel, dat beweert u.'
'Sirene, Lieze is nog niet klaar, ze weet nog maar amper dat ze een uitverkorene is. We kunnen de Malinde nog niet maken en alle uitverkorenen bij elkaar brengen. Je weet wat voor gevolgen dit zal hebben.', smeekte Tigré. Maar het leek Sirene niet te interesseren. Ze kruiste haar armen en keek woedend de andere kant op. Alsof ze een klein kind was dat haar zin niet kreeg.
'Ik smeek het je.', probeerde Tigré nog een keer.
'Ik geef je een half jaar. Langer kan ik het niet rekken.', antwoordde ze geërgerd.
'Dank je, dat betekend veel voor me.', zei Tigré. Ze vond het eigenlijk vreemd dat ze zich moest verontschuldigen. Ze was tenslotte een godin. De godin van de aarde en de halftijgers. De aarde die bezeten was door draken. Hoe konden ze de wet verbreken door de aarde te overvallen? Maar de belangrijkste vraag was, hoe waren ze daar geraakt?
De lessen leken oneindig te duren. Lieze krabbelde met haar pen over haar kladblaadje en droomde weg over Lucas. Ze zou hem morgen weer zien. Een half jaar na de verdwijning van Theodor. Ze wist dat hij het er moeilijk mee had. Zijn vader mocht wel één van de ergste personen ter wereld zijn, het bleef zijn vader. Ze snoof diep in en zuchtte. Eigenlijk boeide de les haar niet. Maar ze moest. Als lid van de raad van zes kon ze geen wetten stemmen. Samen met Lucas, Tina en Thomas. Ze hadden nu eenmaal hun diploma nog niet. Of alleszins het diploma van Felidi niet. Dat was wel een voordeel. Naar een gewone school hoefde ze niet meer. Het enige nadeel was dat Lucas eerder zou afstuderen. Hij had natuurlijk veel informatie gekregen van zijn vader. Maar zo erg vond ze het niet. Ze werd hier behandeld als een prinses maar het voelde niet altijd goed. Het was moeilijk om zich aan haar nieuwe leven te wennen.
'Jullie mogen gaan.', hoorde ze de professor als laatste zeggen. Iedereen stond snel recht van zijn stoel en rende zaal vier uit. Ook Lieze snelde naar de deur. Als ze hier nog een minuut langer moest blijven zou ze zelfmoord plegen.
'Hey, Lieze!', rende Tina naar haar toe, 'hoe was geschiedenis?'
'Saai, ik wou dat we samen les hadden.', zei Lieze versuft. Tina omhelsde haar automatisch. Eigenlijk zou ze medelijden met Tina moeten hebben. Ze durfde haar ouders niet te vertellen dat ze in een geheime genootschap zat. Ook haar kleine zusje wist van niets. Daar had ze het moeilijk mee. 'Tina, ik zou graag praten, maar ik moet met Thijs mijn gevechtskunst oefenen.', zei Lieze triest. Tina knikte. Ze zag hoe er een traantje langs haar oog liep. 'Huil niet, het komt wel in orde.', probeerde Lieze haar te troosten. Maar Tina was al huilend weggelopen. Ze wilde haar graag achterna gaan, maar dan zou ze problemen krijgen met Thijs. Stiekem hoopte ze dat ze naar Thomas was gelopen. Lieze draaide zich om en wandelde de donkergroene gang af. Overal hingen zwaarden en schilderijen van draken. Op één kon ze Tigré herkennen samen met Robijn en Smaragd. Ze besefte eigenlijk dat het lang geleden was dat ze nog iets van hen had gehoord. De voetstappen achter haar, maakte dat ze uit haar gedachten werd gehaald.
'Ah Lieze, op tijd!', zei Thijs vrolijk.
'Hoe komt dat jij zo gelukkig bent?', vroeg Lieze verwonderd.
'Ik ben altijd blij dat ik mag vechten.', glimlachte hij. Maar zonder op haar te wachten was hij al naar zaal tien gegaan. Zaal tien stond erom bekend om een grote arena te zijn. In het midden lag er zand en grote stenen. Zodat klimmen mogelijk was. Wat het echt afmaakte was de grote tribune die versierd was met engelen en halftijgers. Als laatste was er een privé plaats voor de koningin en haar familie. Deze was versierd met blauwe fluwelen gordijnen en een troon voor de koningin. Naast de troon stond er een iets minder versierde stoel voor Lieze. Niet da ze het zo erg vond. Ze kwam hier eigenlijk nooit. 'Als eerste wil ik dat je met je zwaard op die rots afloopt.', zei Thijs terwijl hij haar zijn zwaard aangaf. Een makkie dacht ze in zichzelf. Ze probeerde het zwaard in haar handen te nemen. Maar het ding was zwaarder dan ze dacht. In plaats van te rennen, kon ze alleen het zwaard door het zand zeulen. Achter haar hoorde ze Thijs hard lachen. Stiekem schaamde ze zich wel.
'Ga je mij nog uitlachen of me komen helpen?', vroeg Lieze lichtjes boos.
'Dit was een test Lieze en je bent niet bepaald geslaagd.', grinnikte Thijs.
'Lach jij maar.'
'Ik wil dat je, je tijgerkracht gebruikt. Je hebt het diep in jezelf maar het is moeilijk om het op te roepen. Met die kracht kan je alles aan. Of toch de kracht die een echte tijger aankan.'
'Maar hoe doe ik dat dan?', vroeg ze alsof hij Chinees sprak.
'Je neemt je ketting vast. Normaal gezien moet je een evenwicht kunnen vinden tussen transformatie en realiteit.'
Lieze nam voorzichtig haar ketting in haar handen en deed wat van haar gevraagd werd. Ze voelde hoe het ding gloeide. Daarna sloot ze haar ogen en probeerde zicht te concentreren. Zachtjes voelde ze de wereld rond haar verdwijnen. Maar het enige wat ze zag was een witte ruimte. Tijgers en panters liepen als een chaos door haar beeld heen. Weer herinnerde ze zich wat Thijs had gezegd. Een evenwicht kunnen vinden tussen transformatie en realiteit. De zin bleef zich herhalen door de witte ruimte. Geforceerd probeerde ze haar ogen terug te openen. Maar tot haar teleurstelling was ze mislukt in haar opdracht. In haar tijgergedaante stond ze in de arena.
'Maakt niet uit, volgende keer beter.', probeerde Thijs haar te troosten. Niet dat het haar zo boeide. Ze concentreerde zich terug en ze voelde het haar zachtjes terug verdwijnen.
'Inderdaad, maar Thijs, zou ik even weg mogen?'
'Waarom? De les is net begonnen?', vroeg hij verward.
'Ik weet het, maar het is gewoon mijn dag niet.'
'Lieze, ik weet hoe je je voelt. Vroeger had ik het ook moeilijk om aan mijn nieuwe leven te wennen. Maar uiteindelijk is het wel gelukt. Het enige wat ik nog mis is een vriendin.', grapte hij. Lieze lachte terug. Na een half jaar had ze hem al wat beter leren kennen. Hij bleek leuker dan hij eruit zag. De ruzie over de ontvoering hadden ze direct bijgelegd. Ze konden ook niet anders. Ze waren nu eenmaal teamleden en een deel van de raad van zes.
'Maar misschien heb je gelijk. Ik heb eigenlijk zin in een soepje van het centrum.', zei hij.
'Ik ook wel.', zei Lieze. Toch voelde ze zich nog steeds niet goed. Het probleem van Tina knaagde aan haar. Als ze een goede vriendin was, zou ze niets tegen haar ouders vertellen. Maar ze hadden het recht om te weten waar Tina uithing. Zeker na school. Of beter gezegd Felidi.

JE LEEST
Felidi 2: de terugkomst van Theodor
FantasyNa het verslaan van de drakenkoning Theodor, heeft Lieze het moeilijk. Ze krijgt haar leven niet op orde en heeft de opleiding nog steeds niet afgerond. Maar dat is niet het ergste. Ze heeft het gevoel dat iedereen tegen haar liegt. Inclusief Lucas...