Arend woonde in een kleine bungalow. Hij knipte een klein lichtje aan en nodigde Lieze uit om te zitten. Ze ging aan de bar zitten van de keuken en draaide met haar vinger over het tafelblad. Het was hier gezellig ingericht. Veel oude meubelen gaven het huis een gezellige sfeer. Arend schonk wat water in een glas en bood het haar aan. Ze nam een slokje en verslikte zich even. Normaal gezien bleef ze nooit zo lang op.
'Waarom woon je eigenlijk niet in het kasteel?', vroeg Lieze om het gesprek op gang te brengen.
'Ik ben erg gesteld op mijn privacy.', zij hij terwijl hij zijn hand door zijn bruine haar haalde, 'maar even iets anders. Ik heb een idee hoe we aan het zeewierplein komen.'
'Hoe dan?'
'Jullie halftijgers gebruiken stoffen om te toveren. Ik had ooit een vriend die van Venus kwam. Hij heeft me veel geleerd. Onder andere het maken van een stof om onder water te ademenen. Het enige wat ik nodig heb is speciaal zeewier en een krab. Hij had die oude gebruiken geleerd van zijn vader die vaak reisde naar de aarde.'
'Dat is toch niet zo moeilijk?', zei Lieze die niet begreep wat het probleem wad.
'Je denkt dat het niet gaat opvallen als we samen opzoek zijn naar die spullen. Even terzijde, moet je niet op tijd in het zandkasteel zijn? Wist je niet dat er sluitingsuren staan op de poort van het fort?'
'Nee? Bedoel je dat ik niet terug kan?'
'Jep, maar je kan hier logeren als je wilt.'
Lieze knikte. Ze dronk rustig haar glas leeg terwijl Arend afwaste. Eigenlijk zouden ze de Malinde moeten vinden. Maar of ze daar zin in had was een ander verhaal. Ze had dringend rust nodig.
'Is het goed dat ik even de spullen ga halen voor het mengsel? Dan kan jij slapen. Je ziet er moe uit.', zei Arend terwijl hij verder afwaste.
'Is goed. Ik ga alvast slapen.', antwoordde Lieze.
Arend droogde de laatste borden af en nam zijn schoudertas van de kapstok. Lieze kroop in de oude en versleten zetel en zag door het laken door Arend vertrekken. Ze was moe en hoopte dat ze de slaap zou vatten. Maar het lukte haar niet. Ze moest steeds aan Lucas denken. Hij kon hier elk moment arriveren. Maar ze zou van niets weten. Ze sloot haar ogen en probeerde aan iets anders te denken. De bladeren kraakten onder haar voeten. Ze herkende dit park. Dit was het park waar ze Lucas tegenkwam voor ze ontvoerd werd. Ze ging zitten op de dichtste bankje en rilde van de kou. Ze wist niet zeker of het een droom of realiteit was. Maar ze wist dat ze moest wachten. Plots voelde ze een tinteling op haar schouders. Automatisch draaide ze zich om. Het was Lucas. Maar hij zag er doodongelukkig uit. Hij had wallen en hij was erg bleek. Ze probeerde iets te zeggen maar haar keel leek dichtgeknepen. 'Lieze?', vroeg hij verbaasd. 'Lieze? Ben je wakker?', hoorde ze zeggen. Zachtjes opende ze haar ogen en ze herkende Arend zijn gezicht. Hij zag er erg ongerust uit.
'Lieze?', herhaalde hij weer.
'Ja...?', probeerde ze te zeggen.
'Ik denk dat hier iemand is die je wil zien.', zei hij vriendelijk.
Ze draaide zich om en knipperde terug met haar ogen. Een blonde jongen zat aan tafel. Zijn gezicht werd verlicht door het daglicht dat uit het raam kwam. Hij was bleek en leek erg vermoeid.
'Lucas?', vroeg ze.
'Ja, dat ben ik.', grinnikte hij.
'Ik heb je gemist.', zei ze terwijl ze uit de zetel sprong. Ook Lucas kwam recht van zijn stoel. Meteen omarmde ze hem. Ze kon haar tranen niet bedwingen. Ze groef haar gezicht in zijn nek en probeerde niet te snikken.
JE LEEST
Felidi 2: de terugkomst van Theodor
FantasyNa het verslaan van de drakenkoning Theodor, heeft Lieze het moeilijk. Ze krijgt haar leven niet op orde en heeft de opleiding nog steeds niet afgerond. Maar dat is niet het ergste. Ze heeft het gevoel dat iedereen tegen haar liegt. Inclusief Lucas...