Arme Arend

90 10 0
                                    

'Rennen!', schreeuwde Arend. Iedereen rende in paniek de smalle gangen door. Het monster rende automatisch achter hun aan en verwoestte de muren die achter hun hadden gestaan. Ze hadden geen idee waarheen ze aan het rennen waren. In de hoop de juiste weg te vinden, koos Arend voor links. Maar daar leek Lucas het niet mee eens te zijn. 'Arend! Het is rechts!', schreeuwde hij. Arend draaide zich haastig om.

'Dat kan niet!', riep hij terug.

'Er is geen tijd voor discussiëren!', zei Lieze al hijgend.

Maar het monster had zijn achterstand al ingehaald. Lieze voelde de grond achter haar trillen en de gang werd steeds donkerder. Bang draaide ze zich rond en ze slaakte een gil. Het monster leek groter dan ze gedacht had. Misschien dat de Malinde wel werkte. Ze hief het ding in de lucht maar er gebeurde niets. Ze rammelde er nog een keer mee, maar hij leek niet de werken. Er was maar een oplossing. Ze wilde in een tijger veranderen, maar de gangen waren te smal. Denk logisch, denk logisch! Ze herinnerde zich de training met Thijs. Het opwekken van je tijgerkrachten zonder in een tijger te hoeven veranderen. Ze nam bibberend haar diamant vast en in haar nek voelde ze het beest hijgen. De wereld draaide rond zijn as en een grote misselijkheid overspoelde haar. Weer zag ze tijgers en katachtigen voorbijrennen in een witte ruimte. Ze wilde zich concentreren, maar ze kon niet helder denken. Zachtjes opende ze haar ogen. Er leek niets aan haar veranderd maar ze voelde zich wel sterker. Het enige wat veranderd was, waren haar nagels. Het waren scherpe puntjes geworden. Meteen sprong ze op het beest af. Met haar nagels vormde ze schrammen in het steen, maar het beest leek het alleen maar irritant te vinden. Hij gromde diep en stond klaar om aan te vallen. Lieze rende meteen terug en in haar ooghoeken zag ze Lucas een toorts grijpen. Kwaad liep hij op het beest af en gooide de toorts in de mond van de reuze baksteen. Met een grote knal viel hij schreeuwend op de grond. Stof waaide op en maakte de wegen onzichtbaar. 'Lieze?', riep Lucas ongerust.

'Ik ben hier!', riep ze maar de stof zorgde ervoor dat ze moeilijk kon ademen.

Ze zag zijn schim op haar afrennen. Hij omhelsde haar meteen en plantte een kus op haar voorhoofd. Zijn ogen glinsterden in de donkere ruimte. Hij keek haar doordringend aan. 'Ik dacht dat ik je voor altijd kwijt was', zei hij.

'Ik zou nooit weg gaan zonder jou', zei ze. Ze wilde zo graag huilen. Op momenten als deze, besefte ze dat ze nooit een normaal leven zou hebben. Maar Lucas verzachtte de pijn van de heimwee. Over zijn schouder zag ze Arend eenzaam in een hoekje zitten. Zijn handen lagen voor zijn ogen, maar huilen deed hij niet. Zachtjes liet ze Lucas los. Hij keek haar verward aan en volgde met zijn blik haar bewegingen. Rustig knielde ze naast Arend neer. Hij keek even op maar groef zijn gezicht weer in zijn handen.

'Ik weet hoe je je voelt', zei ze.

'Ik heb nooit een jeugd gehad, nooit heb ik lief gehad. Mijn vader wilde mij beroemd maken, miljoenen verdienen. Telkens als ik jullie zie dan moet ik weer denken aan vroeger. Ik wilde zo graag trouwen, kinderen krijgen. Maar ik mocht gewoon niet. Ik had ook nooit echt tijd.'

'Maar nu toch wel? Je hebt misschien vroeger nooit tijd gehad, maar nu toch? Waarom ga je niet op zoek naar de liefde van je leven?'

'Omdat ik mijn ware liefde verloren ben.'

'Hoe bedoel je?'

'Mijn vader wilde niet dat ik tijd besteedde aan liefde, dus huurde hij een moordenaar in. De rest van het verhaal kan je er zelf wel aanbreien. Hij werd krankzinniger met de dag. Toen ik erachter kwam, ben ik weggelopen. Sindsdien heb ik hem nooit meer gezien.'

Lieze omarmde hem. Het moest waarschijnlijk vreselijk geweest zijn. Ze wilde niet weten wat voor trauma's hij vroeger allemaal wel niet ontwikkeld had.

'Ik begrijp dat het pijnlijk is. Maar we moeten verder. De stof kan ieder moment uitgewerkt zijn. Ik veronderstel dat je waarschijnlijk nog maar weinig reserve bij je hebt.'

Hij knikte en kroop recht. Hij veegde het stof van zijn broek en zuchtte. Lucas liep op hem af en klopte op zijn schouder.

'Het komt wel in orde. Wanneer dit vreemde avontuur voorbij is, gaan we op meidenjacht.'

'Lucas, vergeet niet dat je al een vriendin hebt', glimlachte Lieze.

Arend glimlachte terug. Misschien was zijn jeugd slecht, maar dat maakte niet dat hij de rest van zijn leven moest verpesten.

'Tijd om deze stoffige kelder uit te kruipen', zei Arend.

'Dat is mijn goede oude vriend van vroeger', antwoordde Lucas trots.

Thijs probeerde zijn handen los te krijgen uit het koude ijs. Maar ze waren vastgevroren.

'Luister Zara! Je overleeft dit niet', probeerde Thijs nog een keer. Maar het meisje gaf niet toe. Plots hoorde hij een lichte gekraak. In zijn ooghoeken zag hij Sophia boven de sofa uitpiepen. Ze was op het tapijt achter de zetel gesprongen. Angstig keek ze in het rond. Thijs probeerde haar aan te moedigen door te knipogen. Als ze bij hem of Thomas raakte, kon ze het zwaard of de dolk bemachtigen. Zara was nog steeds geconcentreerd aan het kijken naar Thomas en Thijs. Wat ze hier mee wilde bereiken was onrealistisch. Ze hadden haar gehersenspoeld door propaganda en goede speechen. Ondertussen kroop Sophia stilletjes achter de toonbank waar Thomas lag. Maar over een ding had ze niet nagedacht. Ijs was glad. Haar knie gleed weg over een glad stuk en botste hard tegen de toonbank. Een klein gepiep ontsnapte uit haar mond. Ze kreeg haar gil niet onder controle. Meteen keek Zara haar kant op. Hun ogen kruisden elkaar en uit paniek greep Sophia naar het zwaard van Thomas. Spijtig genoeg kon ze er net niet bij. Zara creëerde een witte bol en schoot die af op Sophia. Een scherpe pijn ging door Sophia haar hand. Hij was omhuld in ijs. Het kroop stilletjes aan over heel haar arm. Maar ze registreerde de pijn niet. Ze probeerde verder te kruipen en net op tijd raakte ze bij het zwaard. Ze hield het voor haar gezicht en ontweek een nieuw schot. Heel het zwaard was bevroren. Uit angst voor een nieuwe aanval gooide ze het zwaard in Zara haar richting. Maar die ontweek het net niet. Ze zag Zara pijnlijk met haar hand zwaaien. Sophia maakte gebruik van deze kans en sloop verder naar de dolk van Thijs. Deze was iets makkelijker. Ze richtte deze beter en gooide hem in haar richting. Alleen kwam deze in haar been terecht. Ze kroop pijnlijk inee en meteen loste alle sneeuw op. Thomas rechtte zijn rug en liep op Zara af. Thijs had zijn armen al om Sophia gelegd. Die was nog even in shock van de situatie. 'Ik denk dat we een probleem hebben', zei Thomas ernstig.

'Hoe bedoel je?', vroeg Thijs die zich zachtjes loste van Sophia.

'Ze is bewusteloos en verliest veel bloed. We kunnen haar niet laten sterven. Ze is tenslotte een uitverkorene. Als ze sterft, kan dit denk ik zware gevolgen hebben'

'Ik breng haar naar het ziekenhuis op dit eiland. Dan kunnen jullie met de missie verder', stelde Sophia voor.

'Zou je dat willen doen?'

'Graag'

'Even terzijde, bedankt voor het redden', glimlachte Thomas.

'Graag gedaan'

Sophia liep op Zara af en legde haar op de kussens van de sofa. Ze zocht in de schuur in de tuin de eerste beste kruiwagen. Thomas en Thijs waren vertrokken richting zee. Thijs had wat van de restjes stof verzameld en in een zakje gestoken. Hij wist dat het niet veel was, maar het was beter dan niets. Nu hopen dat ze de rest in de zee zouden vinden. Want het kon nog lang duren voor ze elkander vonden. En elke minuut was kostbaar...

Felidi 2: de terugkomst van TheodorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu