Thomas deed zijn handen terug op zijn gezicht. Hij kon niet anders dan het vertellen. Er was gewoon geen andere manier meer om op Neptunus te raken. Door zijn vingers heen zag Thomas Thijs verward kijken. Op dit moment gebeurde er teveel vreemde dingen op korte tijd.
'Vertel het me gewoon.', zei Thijs, 'het kan toch niet zo erg zijn?'
'Nou, de beste vriendin van je lief kussen is niet zo erg zeker?', zei Thomas.
Thijs sloeg een hand voor zijn mond. Hij had het nooit van zijn beste vriend verwacht. De optimistische en altijd zo eerlijke Thomas had gewoon iets verkeerd gedaan. En dan nog iets vreselijk verkeerd. Hij legde zijn hand op Thomas schouders. Hij voelde zijn schouder weer opnieuw schokken.
'Hoe kon je zoiets doen?', zei Thijs.
'We moesten het proberen om in Neptunus te raken! Lucas was verdwenen na een ruzie met Lieze. We probeerden het gewoon. Maar alleen bij ware liefde zouden vuurvliegjes tevoorschijn komen. Dus we waren vrij zeker dat er niets zou gebeuren. Maar we probeerden het voor de zekerheid. Tot onze verbazing kwamen er wel vuurvliegjes tevoorschijn. We hebben ze meegenomen. Het was de bedoeling om naar een plek te gaan, met de vuurvliegjes, waar een godin ooit geweest was. Dat zou ons naar Neptunus brengen. Maar we kwamen haar toevallig daar tegen. Ze heeft Lieze meegenomen en ik heb de vuurvliegjes bewaard.'
'Je weet dat ik dit nog steeds niet goed kan rekenen, ook al ben ik je beste vriend. Maar wel goed dat je de vuurvliegjes bewaard hebt. We moeten meteen naar die plek.'
Thomas knikte en veegde zijn ogen droog. Boven hoorde ze nog wat gerommel en allebei beseften ze dat Lucas vertrokken was. Het werd dringend tijd dat ze ook zouden vertrekken. Thomas zette de stoelen terug recht en Thijs trok zijn jas aan. Eenmaal ze buiten stonden vielen Thijs zijn ogen op de motor van Lucas. Hij was toch verdwenen dus waarom ook niet? Thijs klom op het hoge ding en Thomas klom achterop. Thomas klemde zijn handen om Thijs zijn buik. 'Gast, het is misschien geen goed idee om je handen rond mijn heupen te leggen.', zei Thijs glimlachend. Beschaamd trok Thomas zijn handen terug en klemde zo goed mogelijk het zadel vast. De motor begon te ronken en ze reden richting Felidi. Het grote gebouw kwam in zicht en Thijs probeerde de motor zo goed mogelijk te parkeren. Als er krassen op zouden komen, dan zou het zijn beste dag niet zijn. Thomas keek rond en probeerde te kijken of niemand hen achtervolgd had. Hij wilde net zijn hoofd omdraaien tot hij in zijn ooghoeken een schim zag. Maar toen hij terugkeek was het verdwenen. Vreemd. Hij dacht weer aan wat Sirene had verteld. Theodor zou hier ergens rondlopen. Rillingen kropen over zijn rug. Thijs kroop recht en zette het alarm op van de motor. Maar net toen hij Thomas wilde inlichten dacht hij dat hij een kras zag. Hij legde de sleutels op het zadel, maar een oorverdovend geluid ging af. Thomas legde meteen zijn handen op zijn oren. Maar het geluid bleek iemand te hebben opgeschrikt op straat. Een roodharig meisje rende in paniek op straat. Sophia was hier geweest. 'Snel! Thijs!', schreeuwde hij. Thijs rende de straat op achter het meisje aan. Met de angst in de ogen rende Sophia voor haar leven. Waarschijnlijk was ze naar hier gekomen om bewijzen te zoeken. Niemand geloofde haar verhaal natuurlijk. Net toen Sophia de stoeprand overstak, bleef haar hak in de goot hangen. Ze schreeuwde het uit toen haar voet omsloeg. Meteen kroop er een schuldgevoel over Thijs heen. Hij knielde voor haar neer en probeerde zo goed mogelijk haar hak los te maken. Haar wangen bloosden en ze keek hem even aan. Toen hij naar haar terugkeek, schrok ze en keek ze weer weg. Hij bood zijn hand aan en ze nam hem aan. Haar knieën bloedden, maar ze leek het niet te voelen. Ze had alleen oog voor hem. Ook hij leek de wereld rondom hem vergeten te zijn. 'Is alles met je in orde?', vroeg hij.
'Ja, natuurlijk', zei ze,'ben jij die vermomde bewaker die ik heb verleid om zijn sleutels te geven?'
'Ja...min of meer.', glimlachte hij, 'ik wilde je eigenlijk gewoon zien.'
'Nou, dan zouden we misschien eens moeten afspreken.'
'Graag, maar je zou terug naar de genootschap moeten gaan.'
'Nooit! Ze behandelden me daar vreselijk!', zei ze kwaad. Ze draaide zich om van hem.
'Maar ze willen je helpen. Je kan ieder moment je eerste transformatie krijgen. Met andere woorden, een katachtige worden.'
'Nou, als je bij me blijft. Ik dacht eerst dat ze logen over dat katgedoe. Maar ik denk dat ik jou wel vertrouw.', glimlachte ze terwijl ze zijn hand vastnam.
Thomas keek lachend naar het tafereel. Liefde, daar had hij nu wel even genoeg van. Maar dit was gewoon grappig. Twee mensen die elkaar maar amper kenden en meteen wisten dat ze voor elkaar gemaakt waren. Het bleef speciaal. Maar ze hadden nu wel andere prioriteiten. Net als hij het gebouw wilde inwandelen, verstijfde hij. De lang gezochte en meest gevreesde man stond voor zijn neus. Theodor. Thomas schrok en rende meteen richting Thijs. Er was niets te beginnen tegen die man. Maar voor hij arriveerde, was Theodor er al. Hij bewoog zo vlug als een kolibrie. Theodor nam een mes tevoorschijn net zoals Thijs en Thomas. Sophia slaakte een gil en maakte aanstalten om te rennen. Maar Theodor was haar voor. Hij nam haar vast en klemde zijn hand voor haar mond. Dit was ernstig. Zeer ernstig. 'Theodor! Laat haar los!', schreeuwde Thijs.
'Wat ga je doen? Kleine jongen, je kan me niets aandoen. Want anders gaat dit meisje eraan.', zei hij met een zware stem. Het boezemde zelfs angst in bij de grootste monsters.
'Mag ik dan vragen wat je hier komt doen?', zei Thomas plechtig.
'Nou, wat dacht je van mijn zoon terughalen? Ik volg hem nu al een tijdje aandachtig.', zei Theodor.
'Uw zoon is niet hier.', zei Thijs.
'Dat weet ik wel. Hij is bij mijn beste vriendin, Sirene.', zei hij met een gemene lach.
'Zeg op, wat bent u van plan?', zei Thijs boos.
'Wat denk je? De uitverkorenen uitschakelen en het rode boek terughalen. Ik moet en zal de aarde overnemen. Kostte wat het kost. Ook al is mijn zoon er één.'
'Wacht? Gaat u uw eigen zoon vermoorden om de macht van de aarde in handen te hebben? Dat is gewoon ziek! Trouwens, hoe komt u hier eigenlijk? Zou u niet op Venus moeten zijn?', zei Thijs.
'Waarom denk je dat ik Sirene Sarah heb laten ontvoeren. Ik ben ook wel bekend met het fenomeen van de vuurvliegjes. Zo hoefde ik haar ook niet constant te storen voor vervoer. Maar ook al is dit een leuk theekransje, ik moet ervandoor. Nadat ik jullie heb vermoord natuurlijk'
Thomas wilde net aanvallen met zijn dolk maar Theodor was te snel. Een wonde verscheen op zijn zij en hij viel. Sophia gilde opnieuw en de woede flakkerde aan in Thijs. Hij nam zijn pistool en vuurde een schot. Maar voor hij het besefte, was Theodor al verdwenen. Ook Sophia leek niet te begrijpen wat er gebeurd was en viel met haar pijnlijke knieën terug op de grond. Thijs probeerde haar op te rapen. Waarschijnlijk had Theodor wat vuurvliegjes op voorraad bij. Oftewel zou Sirene hem geholpen hebben met een of andere magische spreuk. Maar een ding was zeker. Theodor was terug en sterker dan hiervoor...

JE LEEST
Felidi 2: de terugkomst van Theodor
Viễn tưởngNa het verslaan van de drakenkoning Theodor, heeft Lieze het moeilijk. Ze krijgt haar leven niet op orde en heeft de opleiding nog steeds niet afgerond. Maar dat is niet het ergste. Ze heeft het gevoel dat iedereen tegen haar liegt. Inclusief Lucas...