De onbekende opdracht

104 13 1
                                    

'Lieze, als je het niet erg vind dan ga ik even naar een vergadering. Misschien kan je kennis maken met je mede-uitverkorenen.', zei Sirene vriendelijk.

'Maar moet u mij eerst niet rondleiden? Misschien mijn kamer laten zien?'

Even bleef ze roerloos staren. Haar gouden lokken glinsterden in de zon en vielen perfect in haar nek. Ze had die vraag zo te zien niet verwacht. 'Ja, natuurlijk!', zei ze ineens overenthousiast terwijl ze in haar handen klapte. Meteen verscheen er een meisje naast Lieze. Haar haar was wit en ze had vreemde blauwe ogen. Opeens begon er iets te trillen onder Lieze haar trui. Door al dit gedoe was ze het rode boek vergeten. Misschien moest ze dit een andere keer aan Sirene vertellen. Of misschien niet. Daar moest ze een keer over nadenken.

'Mevrouw', zei ze beleefd.

'Zara, jij wilt de nieuwe uitverkorene wel rondleiden zeker?', zei Sirene vriendelijk.

'Maar...', zei het meisje nog, maar Sirene was al weggelopen. Telkens als ze wandelde leek het alsof ze over water liep. Maar dat was maar schijn. Het was haar jurk die bleef golven.

'Oké, laten we wat lol beleven.', zei het meisje sarcastisch terwijl ze zuchtte. Lieze kon maar niet opmaken of ze gemeen of vriendelijk was. Haar uiterlijk leek haar geen eerste indruk te geven. Ze was gewoon zo bleek dat ze ijzig koud leek.

'Wie ben je?', vroeg Lieze nieuwsgierig.

'Ik? Ik ben de uitverkorene van Uranus. We staan bekend als bestuurders van sneeuw en ijs. Uranus is nu eenmaal een koude planeet. Het is moeilijk overleven en er woont haast niemand. Wie ben jij eigenlijk?'

'Ik ben de jongste uitverkorene van de aarde. We zijn dus halftijgers. Niet dat het zo speciaal is als wat jij kan. Maar ik ben er wel een beetje trots op.'

'Een halftijger zijn is toch ook best wel cool?', zei Zara. Maar Lieze antwoordde niet meer. Zara keek terug toen ze begreep dat Lieze niet meer ging antwoorden. Nu ze pas rondkeek merkte ze dat de muren van zand waren. Het leek gewoon op een groot zandkasteel dat hier en daar versierd was met prachtige schelpen. Ze raakte even de muren aan en korreltjes zand viel op de vloer. Uit angst trok ze haar hand terug. Nu had ze al veel gezien, maar dit sloeg alles. Zara stopte en het scheelde niets of Lieze was tegen haar opgebotst. 'Hier is je kamer. Ik ga liever niet mee. Je gaat wel snappen waarom.', zei ze glimlachend. Lieze had niet eens de kans meer om dag te zeggen. Zara leek wel betrouwbaar maar ze had gemengde gevoelens over haar. Ze draaide zich om naar de deur toen ze merkte dat Zara uit het zicht verdwenen was. Zo voorzichtig mogelijk nam ze de deurklink vast en weer vielen er stukken zand af. Eigenlijk wilde ze niets meer aanraken. Ze brak gewoon alles af. Achter de deur lag een volledig paradijs verscholen. Het was een kamer zonder ramen. Er waren bogen in de muur in plaats van deuren die direct naar buiten leidden. Ze had een eigen terras dat eindigde in een zwembad. In haar kamer zelf stond een hemelbed versierd vol tropische bloemen. Ze had zelfs een eigen televisie. Gelukkig was hier niets van zand. Meteen plofte ze op het bed en genoot ze van het uitzicht. In de verte zag ze de zee. Plots klonk er een vreselijk gezang. Automatisch deed ze haar handen op haar oren. Nog nooit had ze zo een vreemd geschreeuw gehoord. Ze wilde gillend naar buiten rennen en schreeuwen dat ze moesten ophouden. Maar zo snel als het gekomen was, verdween het weer. Haar kamer was geweldig maar die geluidsoverlast was vreselijk. Ze kroop recht uit haar waterbed. Het hobbelde grappig en was rustgevend tegelijk. Al deze luxe dreef haar gedachten wat weg van de missie die ze had. Eigenlijk zou ze dat vreemde meer moeten zoeken om de Malinde te vinden. Maar dat kon voorlopig even wachten. Ze klopte op haar buik en voelde het boek. Ze hoopte dat ze nooit meer uit dit bed moest komen.

Een geklop bracht Lieze weer naar de werkelijkheid. Ze wreef vlug in haar ogen. Het was donker buiten geworden maar het bleef aangenaam warm. Ze kroop uit haar waterbed en opende de deur. Tot haar verbazing was er niemand te bespeuren. Alleen lag er een klein papiertje op de grond. Verward keek ze nog een keer rond maar er was niets te bespeuren. Ze raapte het papier op en veegde het zand eraf. Volg de gang naar links en ga dan naar rechts. Je zal een grote deur vinden versiert met een schelp zo groot als een mens. Ga niet binnen, luister gewoon. Alles werd vreemder met de minuut. Ze stak het papiertje in haar broekzak en volgde de instructies. Het leek op een kleine opdracht. Ze wandelde de gangen af en ja, ze kwam inderdaad op de grote deur uit. Ze legde zachtjes haar oor tegen de deur. Maar het enige wat ze hoorde was geroezemoes. Hier en daar herkende ze wat woorden en even dacht ze dat Sirene aan het woord was. Net als ze wilde vertrekken hoorde ze Lucas zijn naam vallen. Zou het haar Lucas zijn? Eventjes luisterde ze verder, maar ze hoorde niets meer...

'Thijs, Lucas!', schreeuwde Thomas door de vlammenzee. De draak was verdwenen maar het gebouw stond nog steeds in vlammen. Ook zijn vrienden waren nergens te bespeuren. Hij moest melden dat Sarah en Lieze verdwenen waren. 'Lucas! Thijs!', schreeuwde hij nog een keer. Maar weer hoorde hij niets. Even bleef hij roerloos staan. Het was hopeloos. Hij zakte ineen en hoopte op een wonder. Hij smeekte en bad tot Tigré en tot zijn verbazing zag hij in de verte een blonde jongen opdoemen. 'Thijs!', schreeuwde hij tot de lucht uit zijn longen was, 'Thijs!' Thijs zocht met zijn ogen de persoon die hem riep. 'Thijs!', schreeuwde Thomas nog een keer. Meteen vielen zijn ogen op Thomas. Hij rende zo vlug als hij kon naar hem toe tussen de gillende mensen door. 'Thijs! Sarah en Lieze zijn verdwenen!', schreeuwde Thomas om boven de menigte uit te komen.

'Wat bedoel je! We moeten ze meteen zoeken!'

'Lieze is mee met Sirene en Sarah is spoorloos verdwenen. Sirene wist ons te vertellen dat Theodor in de buurt van Felidi was.'

'Dat is erg, heel erg. Maar ik moet ook nog iets vreselijk opbiechten.'

'Wat? Laat het alstublieft niet zo vreselijk zijn.'

'Sophia is verdwenen.'

'Wat zeg je! Je weet toch dat ons geheim gevaar loopt!'

'Ik wilde haar dag zeggen in Felidi. Ik was maar eventjes daar, ik zweer het! Maar ze heeft me misleid of beter gezegd verleid.'

'Thijs! We hadden al zeker niet genoeg problemen!'

'Het spijt me makker. Je weet welke macht vrouwen hebben.', glimlachte Thijs.

Even kon Thomas ook zijn lach niet inhouden. Maar ze wisten allebei dat er zware problemen waren en dat elke seconde telde. De mensen hier aan het kasteel konden het vuur wel aan. Samen vertrokken ze naar het studentenhuis. Lucas kon ook even wachten. Zeker nu hij ruzie had met Lieze. Ze gingen het hem later wel vertellen. Maar Thomas zat nog met zijn geheim. Hij kon het met niemand delen. Zelfs niet met Tina, want dat zou een uitbarsting veroorzaken en hun relatie hing nu al aan een zijden draadje. Hij moest de kus met Lieze uit zijn geheugen wissen. Meteen.

Felidi 2: de terugkomst van TheodorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu