26.

1.1K 43 0
                                    

Ik word wakker en ik heb even tijd nodig om de omgeving, waar ik ben in me op te nemen. In een grot, je bent in een grot Taylor. Ik ga rechtop zitten en pak mijn telefoon. Ik kijk op het schermpje hoe laat het is, 7 uur. Ik drink snel wat water. Ik sta op en haal de bladeren voorzichtig weer weg. Ik klim uit de grot en veeg mijn kleren af.

Na zo'n uurtje gelopen te hebben plof ik mij neer bij een grote steen bij een meer. Ik snuif de lucht op en geniet even van het moment. Ik sterf van de honger dus ga ik opzoek naar eten. Ik sta op van de steen en zie een paar vissen in het meer zwemmen. Ik maak een speer van een paar takken en plaats er een steen tussen die ik snel even heb geslepen. Ik loop naar de rand van het meer en als er een vis dichtbij komt probeer ik hem te vangen. De eerste keer mislukt. Ik probeer het nog eens en met veel geluk lukt het deze keer. Ik haal de speer, met de vis eraan, het water uit. Ik haal de vis eraf en leg het op een blad. Ik snij de kop eraf. Ik maak een hoopje met bladen en takken, ik steek de hoop aan om een klein vuurtje te krijgen. Leg er wat stenen op die heet kunnen worden. Ik haal de dop van mijn fles en stop daar het kleine visje in, ik zet de dop op de stenen en laat het visje warm worden. 

Als het visje al iets is opgewarmd pak ik hem eruit en laat het iets afkoelen. Nadat hij is afgekoeld eet ik het visje op. Het smaakt niet verrukkelijk maar het is goed voor nu. Ik begin weer pijn te voelen aan mijn been te krijgen dus ik rol mijn broek een beetje op om te kijken naar het verband. Het verband is bijna eraf, dus is het tijd om het te verversen. Ik pak nieuw verband uit mijn rugzak en doe het om mijn been. Ik stop al mijn spullen weer in mijn rugzak en ik ga weer verder met de tocht, die je nu wel een survivaltocht kan noemen. Ik haal nog even snel mijn drinkfles uit mijn rugzak, drink het resterende water op en vul de fles weer met nieuw water bij het meertje. 

Na een tijdje gelopen te hebben kom ik aan bij een autoweg. Ik loop volg de autoweg voor een tijdje en als ik uiteindelijk bij een tankstation ben aangekomen check ik meteen of ik bereik heb. Nope, nog steeds niets. Ik loop het kleine winkeltje in en kijk in mijn rugzak of ik wat geld heb. Ik haal er gelukkig nog 7 pond uit, genoeg voor wat eten. Ik kijk rond en pak droge broodjes, een paar snoepjes, een kleine chocolade reep (ik blijf nog steeds een vrouw) en een croissant. Ik loop naar de kassa en reken af, ik heb nog 1 pond over.

Ik wil net weg lopen maar bedenk me nog iets snel. Ik draai om naar de man. 'Where am I?' vraag ik. 'Northampton, my dear' zegt hij en ik knik. 'How long is it from here to London? 'With the train or car two hours and by foot one day' zegt hij, ik knik. 'Do you have a map?' vraag ik. 'Yes' en hij overhandigt mij een kaart. Ik bekijk de kaart en maak er een foto van met mijn telefoon. De man ziet het. 'Oh no, you can have the map my dear, it is okay' 'Thank you so much' 'My pleasure' zegt hij en ik loop het winkeltje uit. Ik bekijk de kaart nog eens en kijk welke kant ik op moet. Als ik dit bos doorloop, kom ik uiteindelijk uit bij een klein dorpje, waar bussen gaan naar het grote station. Daar kan ik een trein pakken naar Londen. Ik stop de kaart in mijn rugzak en loop het bos weer verder in. 

Onderweg kom ik een boomhut tegen. Ik kan wel wat rust gebruiken dus ik klim de boomhut in. De boomhut is best wel hoog dus ik kan ver kijken. Ik zie in de verte de grote berg waar ik vandaan kom. Ik kijk naar voren en zie dat het bos in de verte ophoudt. Daar moet vast het kleine dorpje zijn. Als ik dat bereik voor morgenvroeg/morgenmiddag, ben ik super blij. Het is nu al 5 uur 's middags. 

Ik klim na een tijdje uit de boomhut. Ik verwissel snel het verband en loop dan weer verder. Na een tijdje stop ik toch weer want het begint al te schemeren en ik heb ontzettende honger gekregen. Ik zit tegen een boom aan en maak mijn rugzak open. Ik haal er een broodje uit en ik pak nog wat snoepjes. Ik drink van mijn water. Ik stop vervolgens mijn fles weer in mijn rugzak en eet het op. Ik gooi de papiertjes niet weg want dat laat sporen achter voor anderen. Ik heb namelijk het gevoel dat ik nog steeds word achtervolgd. Ik heb ze eerst de verkeerde kant laten volgen, namelijk de autoweg, maar misschien hebben ze nu wel al in de gaten dat ze in de val zijn gelokt. Ik stop ze in de plastic tas waar ik ook alle verbanden heb in gedaan. Ik stop de tas in mijn rugzak. 

--

Het InternaatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu