POV. Ilythyrra Glynfina
Ik word langzaam wakker. Ik sta op van het bed en doe mijn haar goed. Ik doe mijn reiskleding aan en pak mijn wapens. Vandaag is de dag dat ik weer naar mijn echte huis gaan, weer naar mijn moeder. Bij die gedachten zucht ik even. Ik wil niet, maar ik zal wel moeten. Ik pak een rugzak en stop er wat kleding in. Ook stop ik er twee waterzakken in, met natuurlijk water erin. Ik loop naar een kastje waar ik lembas brood verpakt zie liggen. Ik pak het op en stop het in de rugzak. Ik controleer of ik alles heb en loop dan mijn kamer uit.
Ik loop door de tuinen van Rivendell. Ik zie twee elfen staan bij drie paarden. Daar moet ik zijn. Ik loop ernaartoe, maar voordat ik ze bereik word ik tegengehouden door de man waarvan ik de naam gisteren niet wist. Ik kijk hem vragend aan. "Ben jij de elf die bevriend was met mijn broer?", vraagt de man. Ik kijk hem niet begrijpend aan. "Faramir", zegt de man alleen. "Boromir?", zeg ik op vragende toon. Hij knikt. "Ja! Ik ben het Boromir!", zegt Boromir. "Maar, hoe?", vraag ik. Is dit zo'n kleine wereld? "Ik ben gestuurd door mijn vader, voor de vergadering van gisteren!", zegt Boromir. "Hoe gaat het met Faramir?", vraag ik. "Toen ik weg ging wel goed", zegt Boromir. Ik hoor aan zijn stem dat hij iets voor mij verborgen houdt. "Boromir, er is iets wat je mij niet vertelt, wat verberg je?", vraag ik op een dwingende toon. "Faramir is vertrokken uit Gondor vlak nadat jij weg was gegaan. Hij heeft een hele groep strijders meegenomen, hij is daarna nog wel een paar keer terug gekomen, maar hij was anders. Hij was niet meer dezelfde Faramir als voordat hij wegging", vertelt Boromir. Ik luister aandachtig en zucht dan diep. "Laten we hopen dat alles goed met hem gaat", zeg ik. "Waar ga jij eigenlijk heen?", vraagt Boromir. "Naar huis", zeg ik en wil weglopen. "Ik dacht dat je nooit meer naar huis wilde", zegt Boromir. Ik stop met lopen en draai mij om. "Ik wil ook niet naar huis. Maar ik zal wel moeten", zeg ik. Een traan rolt over mijn wang en ik veeg hem ruw weg. Dan draai ik mij weer om en loop naar de twee elfen die nog steeds staan de wachten. Een van de twee geeft mij de teugels van een van de drie paarden. Ik pak de teugels aan en stijg op het paard. De twee elfen volgen mijn voorbeeld. "Hopelijk zie ik je snel, Boromir", zeg ik als ik langs Boromir rijd. Boromir knikt naar mij. "Als ik Faramir zie, zal ik hem de groeten doen!", zegt Boromir nog snel. Dan rijden de twee anderen elfen en ik naar de poorten van Rivendell. Daar worden we tegengehouden door Legolas. "Doe voorzichtig", zegt hij alleen. Hij stapt aan de kant, ik knik alleen naar hem. Dan rijden de twee anderen elfen en ik de poorten van Rivendell door. Ik kijk nog even om naar Legolas. "Jij ook, Legolas, jij ook", fluister ik dan. Ik draai mij weer om en spoor mijn paard aan tot galop. De anderen twee elfen volgen mijn voorbeeld. Zo galopperen we door de bossen rondom Rivendell.
We rijden de bossen rondom Rivendell uit en stoppen even. "Waar moeten we nu heen?", vraag ik. "Gewoon rechtdoor over de vlaktes", zegt Althidon. Tijdens het rijden hebben ze zichzelf voorgesteld. Beetje laat, maar ja. "Is het niet gevaarlijk om gewoon rechtdoor te gaan? Ik bedoel dan zijn we eigenlijk gewoon schietschijven voor de orks", zeg ik. Althidon en Lathlaeril kijken elkaar even aan. "Er is geen andere weg, milady", zegt Lathlaeril. "Als jullie dat zeggen, zal dat wel zo zijn", zeg ik zuchtend. "Laten we gaan, hoe sneller we verder gaan, hoe sneller we in Lothlórien zijn", zegt Lathlaeril. Ik spoor mijn paard aan, Althidon en Lathlaeril volgen mijn voorbeeld. We stappen eerst een stukje en ik hoor geluid achter mij. Ik kijk achterom en zie het reisgenootschap tussen de bomen uitkomen. Gandalf kijkt ons hoofdschuddend na. Waarom zou hij dat doen? "Laten we sneller gaan", stel ik voor en draai mij weer om zodat ik vooruit kijk. Althidon en Lathlaeril stemmen in en we brengen onze paarden in galop. Ik kijk nog een keer achterom en zie dat het reisgenootschap een andere kant op gaat als ons. Ik zou zo graag met het reisgenootschap mee gaan. Gewoon weer op avontuur gaan, Boromir weer meer zien. Dan voelt het toch nog alsof Faramir er is. Boromir en Faramir lijken veel op elkaar qua doen, qua uiterlijk niet echt. Ik spoor mijn paard nog iets harder aan, zodat hij in snelle galop gaat. Althidon en Lathlaeril volgen alweer mijn voorbeeld. We galopperen over de kale vlaktes en ik geniet van de wind wat door mijn haar waait. Ik sluit mijn ogen even, maar open ze bijna weer gelijk, aangezien ik mij bedenk dat het niet echt slim is om met je ogen dicht een paard te besturen.
We zijn al een paar dagen verder en rijden nu over kale vlaktes. "Ik ben moe", zeg ik. En laat mijn paard stoppen met lopen. "We reizen nu al zo'n 5 dagen, zonder ook maar een keer pauze te houden. We eten zelfs op de paarden terwijl we rijden. Ik heb rust nodig!", zeg ik. "Als u wilt stoppen zullen we dat doen, milady", zegt Lathlaeril. Ik zucht geïrriteerd als Lathlaeril mij met u aanspreekt. Zo oud ben ik toch niet? Ik stap van mijn paard af en eet wat elfenbrood. We zetten ons kamp op bij een paar rotsen. Ik ga tegen een rots aanzitten en laat mijn hoofd op mijn knieën zakken. Dan val ik in slaap. Dit had ik echt even nodig.
Ik word wakker geschud door Althidon. "We moeten verder!", zeg hij. Ik knik en sta op. Ik kijk om mij heen en tot mijn verbazing zijn we niet meer met zijn drieën. "Althidon, wat is dit?", vraag ik aan hem. Om ons heen staan orks. Lathlaeril wordt door drie orks vast gehouden. Ook Althidon wordt nu vastgepakt door drie orks. Ik word als enigste nog niet vastgepakt. "Wat willen jullie van ons?", vraag ik. "Dat doet er niet toe, grijp haar!", zegt een ork met een lage stem. Er komen vijf orks naar mij toe lopen. Ik probeer ze van mij af te slaan en te schoppen, maar ze zijn te sterk en ik word stevig vast gegrepen bij mijn armen. Om mijn benen binden ze touwen, zodat ik niet weg kan lopen. Dan binden ze ook mijn handen vast op mijn rug en word ik ruw vooruit geduwd. "LOPEN!", roept een ork in mijn oor. "Dat kan ik niet, als ik vast zit, domme koe!", zeg ik. Er komt een ork achter mij staan en ik voel dat er een mes tegen mijn nek word aangezet. "Hoe noemde je mij?", vraagt de ork. "Niks", zeg ik zacht. "Wat zei je!", vraagt de ork nou dwingend. "NIKS!", roep ik. "Dat hoop ik dan maar! Nog zo'n opmerking en je bent er geweest!", dreigt de ork. "Gooi haar op de wagen!", zegt een andere ork. Twee orks pakken mij vast. Ik word opgetild en dan word ik hard in een houten wagen gegooid. "Lekker dit", mompel ik zacht. Ik lig op mijn rug waardoor ik naar de lucht kan kijken. Ik zucht diep. Dit was nooit gebeurt als ik niet had gezegd dat we moesten stoppen! Ik ben nog liever bij mijn moeder, dan dat ik gevangen wordt genomen door deze gekken! Ik zucht nog eens diep. "Lathlaeril, Althidon?", vraag ik zacht, hopend dat ze dicht in de buurt zijn. "Ilythyrra, ben jij dat?", hoor ik de bekende stem van Lathlaeril vragen. "Ja, ik ben het. Waar ben je?", vraag ik op fluistertoon, zodat alleen hij en Althidon het kunnen horen. "Ik lig in een houten wagen, waar ben jij?", antwoordt Lathlaeril. "Wacht eens even!", zeg ik en ga rechtop zitten. Een stukje bij mij vandaan ligt Lathlaeril, daarnaast ligt Althidon, maar die ziet er meer dood dan levend uit. Ik schuif naar Lathlaeril toe. "Ik ben hier!", zeg ik. Lathlaeril kijkt mij aan en glimlacht zwakjes. "Het was onze taak om je naar huis te brengen, die taak is ons niet gelukt om te volbrengen. Het spijt ons!", zegt Lathlaeril. "Het maakt niet uit Lathlaeril! Het is niet jou schuld dat we gevangen zijn genomen! Jij had dit niet kunnen weten dat dit zou gebeuren!", zeg ik geruststellend. "Laten we nu gewoon hopen dat we hier snel weg komen!", zeg ik en laat mij naast Lathlaeril zakken. Zo kijken samen naar de lucht boven ons.
______________________________________
1458 woorden! Hopelijk vonden jullie het een leuk hoofdstuk!
Sorry dat ik al een paar weken niks heb geplaatst! Ik was het vergeten, ik heb letterlijk tot hoofdstuk 10 alles al geschreven! Volgende week maandag zal ik weer uploaden of eerder.
Willen jullie misschien in de reacties plaatsen wat jullie van het boek vinden en misschien dingen die jullie zouden willen dat er in het boek gaat gebeuren??? Dat zou super leuk zijn!
Tot volgende week maandag!
Xx Esmee

JE LEEST
The Secret Elf - LOTR
FanfictionIlythyrra Glynfina trekt al een paar jaar alleen door Middle-Earth. Als ze in het café de Steigerende Pony komt en ze een verdacht persoon ziet en vier hobbits, over wint haar nieuwsgierigheid en volgt ze het vijftal. Als ze al een hele tijd ongezie...