D e e l 1 : D e o p l e i d i n g
20 jaar later
Ik nam het keukenmes en sneed de groenten in zo klein mogelijke stukjes. Daarna gooide ik ze in kokend water. Met een houten lepel proefde ik van mijn zelfgemaakte soep. Een beetje zout, maar toch al beter dan de vorige keer. Mijn zusje Louise ging naast me staan, die gisteren veertien geworden is. Ze had lange, zwarte, golvende lokken, net zoals mij. We hadden veel gelijkenissen qua uiterlijk, enkel hadden we een andere oogkleur. Louise had bruine ogen en ik had er groene. Mijn zus en mijn moeder maakten samen de lekkerste gerechten. Vaak maakte mijn zusje er voor de bewoners in ons klein dorpje aan de verlaten kant. Daar wordt ze goed voor betaald en zo doet ze ook haar bijdrage aan onze familie. Ik daarentegen zit liever op mijn kamer, en ik ben ook de enige van mijn familie die nog op school zit. Mijn moeder heeft me vaak al van gedachten proberen te veranderen door te zeggen dat ik net zoals mijn zus kon worden. Ze kon me alles leren en als we beiden hard zouden werken, konden we misschien nog uit de armoede komen. Toch weigerde ik dat aanbod, ik wilde niet heel mijn leven lang koken. Ik wilde dingen ontdekken en bijleren, maar om dat te kunnen, zou niet makkelijk zijn. Ik bleef verder doen. Door veel te studeren kon je verder komen, en aan die gedachte hield ik me vast.
Ik zette de heerlijk ruikende soep op de tafel die mijn zus al volledig gedekt had. Nu konden we meteen eten. Ik ging zitten en verdeelde de soep over de drie borden. Louise nam in de stoel naast mij plaats. Mijn moeder, Eef heette ze, zat schuin over mij. Over mij zat niemand, daar had nochtans ooit iemand gezeten. Ik was nog een klein meisje toen mijn vader overleed aan de monsters waar iedereen voor vreesde. Mijn zusje en ik lagen boven te slapen toen we buiten plots oorverdovend gegil hoorden. Huilend kroop ik toen onder mijn lakens, maar niemand kwam me troosten. Ik hoorde hard gebonk op de voordeur beneden en dan plots hard gestommel. Het leek wel alsof heel ons huis afgebroken werd. Plots stormde mijn moeder de kamer binnen en sloot de deur zo snel mogelijk. De angst was van haar gezicht af te lezen. Ze zei dat we geen enkel geluid mochten maken. Mijn vader was krijger en had zeker de juiste techniek in handen om die monsters te verslaan. Ik hoorde luide kreten die tot in de kamer te horen waren. Na een lange tijd hoorden we niets meer. Mijn moeder vreesde het ergste, maar durfde niet gaan kijken omdat ze bang was dat er nog ergens gevaar op de loer lag. Uiteindelijk werd er besloten om heel de nacht in de kamer te blijven. De volgende dag bleven ik en Louise boven. Toen ik erna vroeg wat er gebeurt was, zei ze dat hij het niet gehaald had.
Mijn maaltijd was bijna op toen Louise plots schuin van haar stoel viel. Met een luide bonk kwam ze op de grond terecht. Zo snel mogelijk stond ik op en liep naar haar toe. Haar gezicht was bleek en haar ogen waren gesloten.
'Snel, ga water halen.' riep mijn moeder.
Ik liep naar de keuken en vulde een kom met water. Het was een heel onverwacht moment. Ik had het zeker niet zien aankomen. Toen ik terugkwam, had mijn moeder ze al op haar rug gelegd. Ik maakte haar voorhoofd wat nat. Na enkele minuten kwam ze weer bij, maar ze kon niet staan.
Eef legde haar op de bank. 'Het zal morgen wel beter met je gaan.' zei ze om haar gerust te stellen.
Maar dat gebeurde niet. Er passeerden weken, misschien wel maanden. We motiveerden haar om terug op te staan, maar het lukte gewoonweg niet. Ze at ook amper. In de winter gebeurde het wel eens vaker dat mensen ziek werden. Toch was dit zeker niet normaal. Op een dag namen we de beslissing om een dokter te gaan halen. Ik zou degene zijn die dit zou doen, omdat het ook op de weg van mijn school lag. Het was avond toen ik vertrok. Na mijn schooluren. Ik moest goed uitkijken in het donker, maar ik wist wat ik deed. Ik nam mijn dikste winterjas. Daarna nam ik mijn muts en sjaal. Uiteindelijk deed ik ook mijn lange laarzen aan en was klaar om te vertrekken. Ik opende de deur en stapte naar buiten. De felle wind liet mijn haren opwaaien en een bijtende kou kwam op mijn gezicht. Tijd om te gaan, dacht ik.
JE LEEST
Wolf identity
WerewolfDe 17-jarige Audrey Hunter woont al heel haar leven in een dorp aan de westkant van haar land Rugia. Het wordt ook wel eens "de verlaten richting" genoemd. Alles in haar leven leek goed te gaan. Tot er een moment kwam dat alles overhoop werd gebrach...