8. Buiten voor sluitingstijd

52 0 0
                                    

Aiden lag naast me te slapen. Zo stil mogelijk probeerde ik hem wakker te maken door hem lichte duwtjes te geven. Hij sliep redelijk diep, want reageerde er niet op.

'Aiden.' Fluisterde ik, nog steeds met een oog houdend op het monster dat doodstil in het donker stond. 'Aiden,' Fluisterde ik opnieuw. 'je moet nu wakker worden snel.'

Hij kwam in beweging. 'Wat is er?' Vroeg hij, nog duidelijk niet wetend wat er aan de hand was.

'Er zit daar iets in het donker.' Het duurde niet lang voordat mijn woorden tot hem doordrongen.

Hij opende zijn ogen, hij was plots klaarwakker en maakte aanstalten om op te staan. Ik bracht mijn handen op zijn schouders en duwde hem langzaam terug. 'Blijf zitten, anders ziet hij je zo meteen nog. Het kan ook aan mij liggen, door mijn oog.'

'Je hebt gelijk, maar dit kan ook wel eens in je voordeel spelen.' zei Aiden. 'Ik denk zelfs dat je door je oog meer kan zien van het monster dan wij zien.'

'Misschien wel ja.' Door die woorden kreeg ik een zelfzeker gevoel en voelde ik me plots heel nuttig voor deze proef. Als ik de enige was die het monster op deze manier kon zien, hadden we meer kans om te overleven. De robot was duidelijk te zien in de verte, terwijl de anderen een vaag wit monster zagen dat amper te zien was in het donker. 'We moeten de anderen wakker maken, voordat hij misschien aanvalt.' zei ik alarmerend.

'Dat doen we, maar wees voorzichtig, hij mag ons niet horen.'

Ik legde mijn armen op de schouders van Ava en probeerde haar wakker te maken. Ze opende haar ogen en keek me aan. 'Is het nog niet voorbij?' Vroeg ze op een toon dat me verdrietig maakte.

'Nee, nog lang niet vrees ik...'

Met haar lippen op elkaar geklemd stond ze op. Met de angst in haar ogen staarde ze voor zich.

'Wat is er?' Vroeg ik nog. Mijn hart ging een tempo hoger. Zou het grote witte monster nu achter me staan?

Hij stond doodstil, maar enkele meters van mij en de rest verwijdert. Ik sloot mijn rechteroog zodat ik kon zien hoe hij er precies uitzag. Een witte vacht, net zoals een ijsbeer. Ik had hem al eerder gezien in het doolhof, maar nu was hij nog dichterbij, zodat ik alle details kon waarnemen. Zijn tanden waren lang, met bloed bedekt, dodelijk. Zijn kille ondoordringbare zwarte ogen gaven me meteen de rillingen. Het leek net een heel grote teddybeer, omdat hij zo stil stond, al was ik toch zeker dat het ons elk moment zou kunnen verscheuren. Beschermend ging ik voor Ava staan en hield mijn adem in, mijn blik wendde zich geen enkel ogenblik van het monster af. Ik wist niet precies wat ik moest doen, ze zouden doorgaan tot er iemand van ons zou sterven. Toch probeerde ik dat uit mijn hoofd te zetten. Als ze iemand zouden willen vermoorden, zal dat heel moeilijk verlopen. Plots hoorde ik het doolhof bewegen doordat het krakende geluiden begon te maken. Een teken dat de ruimte misschien volledig ging sluiten. Als we het monster terug in het doolhof konden lokken, waren we voorgoed van hem af.

Ik weet niet hoe lang het monster al stilstond, maar het leek erop dat hij niet in beweging zou komen zolang ik hem aankeek. Ava stond nog steeds bevend achter me, Aiden en de rest stonden van aan de andere kant van de ruimte toe te kijken. Niemand leek te weten wat we nu moesten doen. Als ik bewoog zou het monster waarschijnlijk achter me aan komen en dat is misschien ook helemaal niet slecht. Ik moest het proberen, er was geen andere uitweg. Snel wierp ik een blik op het doolhof, inschattend hoe lang ik nog zou hebben voordat de panelen effectief zouden sluiten. Genoeg om het te overleven geloof ik.

'Audrey doe het niet.' Hoorde ik Aiden vanuit de andere kant zeggen. Hij sprak zacht, omdat hij niet wilde dat het monster het zou horen, maar zijn blik gaf duidelijk genoeg aan dat hij het meende.

Wolf identityWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu