7. Waarheden

71 0 0
                                    

Mijn voeten vonden geen steun, ik geloof dat ik in de lucht hing. Maar waar bevond ik me dan? Plots verschenen er enkele bekende gezichten voor mij. Hun hoofden waren allemaal naar mij gedraaid en hun bleke gezichten deden me het gevoel krijgen dat er hier iets aan de hand was.

'Waarom kijk je zo?' Vroeg Kayla.

Ook Jordan keek me vragend aan. 'Het is normaal Audrey, iedereen zal uiteindelijk zo eindigen.'

Voordat ik wilde antwoorden had ik plots door wat ze bedoelden. Hun buik, volledig bedekt met bloed was gespietst door een houten piek. Toen voelde ik een harde schok in mijn rug. Een grote houten stok kwam langzaam langs mijn buik er weer uit. Ik probeerde me los te wrikken, te ontsnappen van de pijn, maar niets leek te helpen.

'Laat me los!' Schreeuwde ik wanhopig.

Mijn adem stokte en bloed stroomde uit mijn mond. Ik maakte de laatste enkele schokbewegingen.

Ik werd wakker. Mijn borst ging snel op een neer. De zoveelste nachtmerrie, wanneer zou hier een einde aan komen? Ik lag op een klein ziekenhuisbedje. De kleine kamer was sober wit. Toen ik recht probeerde te zitten had ik door dat er een mondmasker rond mijn nek lag. Verward deed ik het ding van me af. Was het de bedoeling dat dat op bleef? Waarschijnlijk was het slaapgas geweest, maar door mijn wilde slaap was het afgevallen. Een deur bood weg naar de gang. Ik raakte de klink aan en opende de deur, die tot mijn verbazing niet op slot was. De gang was donker en koud. Alles was wit, net zoals in een ziekenhuis. Op mijn blote voeten sloop ik door de gang, hopend dat niemand me hier zou zien. Wat deed ik hier eigenlijk? Als iemand me hier zou betrappen zou dat misschien grote gevolgen hebben. Toch kon het me niets meer schelen. Als ik dood zou gaan wilde ik eerst weten wat hier juist achter zat. Naar mijn gevoel was het nacht, al waren er geen ramen waar je dat aan kon zien. Het was gewoon zo stil, iedereen leek te slapen. Elke kamer die ik voorbij liep was in stilte. Ik was nieuwsgierig of er daar ook overlevers lagen, zoals mij. Hopelijk waren mijn vrienden daar ook bij. Ik sloop verder. Als ik straks maar de weg naar mijn eigen kamer terugvind, met al die kamers en gangen was het moeilijk uit elkaar te houden.

De stilte werd verbroken door enkele stemmen in de verte. Eerst wilde ik snel weglopen, maar toen had ik door dat het geluid uit één van de kamers kwam. Ik bracht mijn hoofd naar het raam dat in de kamer keek. Ik zag een tiental artsen heen en weer lopen. Toen ik het bed met het lichaam zag stelde ik vast dat dit operatie moest zijn.

'Ze is nog steeds niet herstelt.' zei één van de artsen die haar aandachtig bekeek.

Het was iemand van ons. Ik probeerde tussen de artsen door het lichaam beter te bestuderen. De felrode kleur, er was maar één iemand in onze groep die deze soort haarkleur had. Het was Lucy die op de operatietafel lag, dat betekende dat ze nog in leven was.

'De volgende proef begint morgen. Zo snel zal ze nooit genezen, daar zijn haar verwondingen te diep voor.' Hoorde ik nog een arts zeggen.

De man met een grijze snor zat op een stoel vlak bij de operatietafel van Lucy. Hij hield enkele onderzoeksinstrumenten in zijn gehandschoende handen, maar liet deze dan vallen. 'Het is zinloos om haar nog op te knappen. Dat zal toch nooit lukken tegen morgen. Het nodige aantal deelnemers voor de derde proef was toch al overschreden door deze achterblijver. Als we haar laten sterven zullen er dus geen verdere problemen ontstaan.'

Ze houden ons gewoon voor de gek. Hoe sterk iedereen ook is, toch MOET er tijdens elke proef een bepaald aantal van de kaart geschoven worden.

'Geef mij de injectie. We zeggen gewoon dat ze aan haar verwondingen overleden is.' zei de man met de snor.

Gingen ze haar inslapen? Nadat we zoveel moeite hadden gedaan haar te redden. Woede stapelde in me op. Hoe konden ze?

Ik gooide de deur open en stapte met grote passen de kamer binnen.

Wolf identityWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu