Tot mijn grote verbazing kon ik mijn ogen gewoon weer openen. Was ik dood? Ik vroeg het me af. Maar nee, ik keek goed en zag weer de grijze muren van de kleedkamer. Ik probeerde op te staan, maar dat lukte niet meer. Mijn linker pols had geen gevoel meer en mijn hoofd bonkte heel erg. Ook had ik heel erge honger en totaal geen besef van tijd. Ik wilde mijn telefoon uit mijn zak pakken, maar hij was weg. Of Jason heeft hem of hij is tijdens het gevecht ter pletter gevallen en Harry heeft 'm mee genomen als troffee of iets in die richting. Ik probeerde weer op te staan en wilde lopen, maar dat kon ik niet meer. IK zakte langs de muur inelkaar, en tranen liepen langs mijn gezicht. Al was ik nu dood had ik nu niet zo'n pijn gehad. Dacht ik bij mezelf.
Na een tijdje inelkaar gedoken en al huilend tegen de muur aangeplakt te hebben gezeten, hoorde ik ineens de deur van het slot draaien. Hoe graag ik ook wilde weg rennen het ging niet. Ik bleef stil zitten en wachtte gewoon af. De jongen met de capichon kwam op me af en trok me omhoog. Hij trok me mee maar mijn benen deden niets meer. "Lopen bitch." Siste hij. Het was voor het eerst dat hij iets tegen me zei. "I can't." Zei ik zachtjes. Hij zuchtte en tilde me op en sloeg me over zijn schouder. Ik zou zo graag mezelf los rukken en weg rennen, maar ik kon het niet. Ik moest weer vechten, gokte ik. Aangezien dat het enigste is waarom ik hier blijk te zijn.
Zo gingen er nog 2 dagen voorbij. Ik kon niet meer lopen, niet meer bewegen niets meer. Helemaal gebroken en vol blessures en blauwe plekken. Ik vroeg me af hoelang dit 'weekendje weg' nog zou duren. Jason kwam -voor het eerst- de kleedkamer binnen. "Je mag gaan." Zei hij zonder enige emotie te tonen. Ik keek hem aan. "En dan? Mag ik volgende week weer terug komen?" Hij knikte en liep de kamer uit. Hij had de deur open laten staan. Ik wilde opstaan maar het ging niet. Ik liet mezelf op mijn knieën vallen en kroop de kleedkamer uit. Ik wilde hier zo graag weg. En ik wilde weten wat hij mijn moeder echt verteld had. Hoe het met Liam was en vooral waar hij was. Ookal had hij me alleen achter gelaten, toch wilde ik het weten. En waar Chloe nou eigenlijk al die tijd was. Langzaam kroop ik verder terwijl mijn gedachtens doorraasde. Ik bereikte eindelijk de uitgang, ik trok mezelf omhoog aan de hendel van de deur en duwde met al mijn laatste kracht tegen de deur. Het verbaasde me dat dat allemaal goed ging aangezien ik alleen maar mijn rechterarm kon gebruiken. Gelukkig ging de deur voor een stukje open en ik wurmde mezelf er doorheen. Ik werd verblind door de zon die in mijn ogen scheen, ik had al die tijd geen zonlicht gezien alleen maar het licht van de TL-buizen die in de kleedkamer hingen. Ik viel weer op de grond en kroop over het harde asvalt van de parkeerplaats. Ik wist eigenlijk helemaal niet hoe ik ooit thuis ging komen. Ik bleef kruipen. "Can I help you, beautiful?" Hoorde ik ineens een stem achter me. Ik draaide me voorzichtig om, voor zo ver dat ging, en zag zijn groene ogen en zijn wilde krullen weer. "No." Zei ik stug en ik kroop verder. Ik hoorde hem lachen. Uit het niets tilde Harry me voorzichtig op alsof ik zijn bruid was. "Let me go. You're an asshole!" gilde ik. Hij zette me in zijn auto en we reden weg. "You've almost killed me." Zei ik boos. Hij negeerde me totaal.
Na een tijdje stope hij zijn auto voor een huis dat ik niet herkende. Het was geen flat of rijtjes huis. Het was een villa, midden in het bos. Er waren geen andere huizen in de buurt. Het was weer eens in de middle of nowhere. Harry stapte uit de auto en kwam naar mijn kant. Hij opende het portier en tilde me weer op. Toen hij de villa binnen liep, liep hij meteen door naar de trap. Hij liep een kamer binnen en legde me op het bed dat in de kamer stond. Hij liep de kamer uit en deed de deur achter zich dicht. En het ergste was dat hij de deur opslot draaide. Ik vloog overeind, maar daar had ik meteen spijt van. Alles deed pijn. "I hate you!" Riep ik nog zo hard als ik kon. Maar het had toch geen zin. Met mijn kaken opelkaar geperst probeerde ik op te staan, ik beet door mijn pijn heen en stond op van het bed. De pijn schoot door mijn knieën heen. Maar ik negeerde het. Er was een raam in de kamer. Ik liep er langzaam heen. Ik draaide het raam open aan de hendel, en tot mijn verbazing was het raam gewoon open. Zou ik kunnen ontsnappen? Met moeite wilde ik op de vensterbank klimmen, maar de pijn was te erg. Ik zakte op de grond. Ik had me te erg ingespant. Ik leunde met mijn rug tegen de koude kachel die onder de vensterbank hing en tranen begonnen langzaam uit mijn ogen te stromen.
Ik werd wakker van een harde klap in mijn gezicht. Ik keek in 2 groene ogen die me afschrikte. "Laat me alsjeblieft gaan." Fluisterde ik. "Nee." Zei hij kortaf. "Breng me dan naar een ziekenhuis." "Nee." Zei hij opnieuw. "Waar slaat dit uberhaupt op, laat me naar huis gaan." Zei ik boos. "Nee, Liam heeft gefaald en ik los dat even op." Mijn hart maakte een sprongetje toen Harry zijn naam zei, maar al snel drukte ik het gevoel weg. "Waar is Liam?" vroeg ik langzaam, hij had me achtergelaten maar toch was hij nog steeds het enigste waar ik aan kon denken. "Dat is niet jou probleem. Nou hup opstaan we moeten weg." "Ik kan niet opstaan." Zei ik zachtjes. "Kan je wel, kom op." "I can't." Zei ik iets harder. "Come on bitch." "Breng me dan naar een ziekenhuis." Ik voelde zijn vlake hand mijn wang raken, en hij trok aan mijn gebroken pols. Ik gilde van de pijn, en voelde meteen weer Harry's vlakke hand mijn wang raken.
"Waar gaan we heen?" Vroeg ik toen we in de auto zaten. Harry gaf weer geen antwoord. Ik zuchte en bleef de rest van de tijd stil.
Harry reed een terein op, Het was een soort weiland, er stond een hele grote witte tent en er waren veel dansende mensen. Ik snapte niet wat ik hier moest. "Blijf in de auto." Comandeerde Harry. Ik durfde er niet tegen in te gaan en bleef stil zitten. Hij had de auto op slot gegaan en hij liep het terrein op, ik volgde hem tot zo ver als ik kon maar ik raakte hem al snel kwijt in de massa's mensen. Ik was bang, doodsbang. Wat moest ik hier?
Na een tijdje zag ik Harry weer verschijnen. Hij liep richting de auto, maar hij was niet alleen. Er liepen nog 3 andere jongens met hem mee. Eentje herkende ik meteen, Zayn! Het enigste wat ik kon doen was bang zijn, ik kon geen kant op.
"So... What's your name babe?" Vroeg één van de jongens, hij had een soort iers accent, ik had geen idee wie wie was ik durfde niet om te draaien. Ik besloot niets te antwoorden. "Ze heet Grace." Antwoorde iemand, ik gok Zayn aangezien hij en Harry de enigste zijn die weten hoe ik heet. "Is ze haar tong verloren?" Vroeg diezelfde ierse stem. Ik hoorde ze lachen, maar ik bleef ze negeren.
We kwamen weer aan bij de villa. Dit keer hielp Harry me niet om uit de auto te komen. Ik kroop uit de auto en deed het portier achter me dicht. Ik had weinig kracht in mijn benen, daardoor viel ik na de eerste stap die ik wilde zetten weer op de grond. Ik hoorde ze lachen, maar Harry tilde me weer op net als gisteren. Ik vroeg me af waarom hij dat deed, alleen op zulke momenten hielp hij.
Ik zat weer in de kamer. Met de deur op slot. Ik staar nu al voor een paar minuten naar het raam. Als het me lukt, wat dan? Hoe kom ik thuis? Als ik niet ontsnap... hoelang zal ik hier dan nog zitten? Wat gaat er nog allemaal gebeuren? Ik ging weer voor ontsnappen. Dit keer kroop ik naar de vensterbank, ik trok mezelf met mijn rechterarm omhoog en deed het raam weer open. Ik probeerde weer op de vensterbank te komen. Een pijnlijke pijnsheut schoot door mijn linkerarm. "Fuck." Siste ik zachtjes. Ondanks de pijn zette ik door ik moest op de vensterbank komen, ik wilde niet eens weten wat er allemaal met me ging gebeuren als ik hier zou blijven. Na veel pijn en moeite zat ik op de vensterbank. Voorzichtig hing ik mijn benen uit het raam. Ik keek naar beneden, onder me was een plat dak, ik gokte dat die thuis hoorde bij de garage. Ik beet even op mijn lip en liet mezelf toen uit het raam vallen. Ik balandde met een klap op het dak. De pijn was ondragelijk. De tranen rolde al weer over mijn gezicht. Toen de pijn iets minder was probeerde ik weer op te staan. Zonder succes. Ik kroop naar de zijkand van het dak. Ik keek naar beneden en schatte het op 2 meter. Als ik zou springen zou ik het dan wel halen? Wat ik net sprong was maar een halve meter, en toen had ik al pijn. Hoeveel pijn ga ik hebben als ik hier spring? Ik probeerde er niet aan te denken en hing mijn benen over de rand van het dak. Ik zuchtte even kort en liet mezelf vallen. Mijn lichaam raakte met een klap de grond en een harde gil ontsnapte uit mijn mond. Ik hoopte maar dat niemand het binnen had gehoord. Ik haalde even diep adem en stond op, ik wist dat ik niet meer kon lopen, maar ik moest hier weg.
JE LEEST
Breath In, Breath Out (ft. Liam Payne & Luke Hemmings)
Fanfiction"Who or what would you trust when everything else is uncertain."