<^> proloog <^>

1.2K 51 3
                                    

In mijn leven zijn een paar volken belangrijk geweest. De mensen, waar ik er zelf één van ben. De demonen, waar ik bij woon. En de elfen, de vijand. De mensen kon je herkennen aan hun ronde tong en hun boerenbouw. Hun haar kleuren zijn allerlei kleuren. Zowel donker als licht. Net als hun ogen. De demonen hadden spitste tongen en als ze boos werden dan konden ze slangentongen krijgen. Hun haren zijn donker van kleur en hun ogen zijn of bruin of zwart of paars. De elven waren natuurlijk te herkennen aan hun puntige en lange oren en smalle bouw. Ze hebben meestal lichte kleuren haar en hele lichte ogen.

Ik woon zoals ik al zei bij de demonen. Er was oorlog tussen de elven en de demonen. En mijn mensenland lag er precies tussen in. De demonen en elven vielen aan en mijn dorp werd verwoest door de elven. Niemand overleefde het behalve ik. De demonen vonden me en brachten me bij een legergeneraal. Hij dacht eerst dat ik een elf was door mijn witte haren en blauwe ogen, maar zodra iemand mijn haar voor mijn oren wegveegde zei hij dat ik met hem mee zou gaan. Ik was toen acht. Ik ben nu bijna achttien.

Ik woon nog steeds bij de generaal. Eerst was ik heel bang bij de demonen tot ik ontdekte dat deze familie helemaal niet zo erg was. De vrouw van de generaal heeft me leren lezen en schrijven. Nadat ik dat kon was ik twaalf, bijna dertien. Ze hadden net een kleine demon gekregen en toen die niet wilde stoppen met huilen probeerde ik het. Meteen stopte ze met huilen. Vanaf dat moment was ik haar kindermeisje. Ik help haar met alles aangezien ze blind is. Haar naam is Cessily en ze is nu zes jaar oud.

De generaal en zijn vrouw hadden al een klein demonenmeisje toen ik hier kwam. Haar naam is Zinerva. Ze is een goede vriendin geworden van me in de tijd dat ik hier ben. Ze is nu al achttien want ze is een paar maanden ouder dan dat ik ben. Ze kon ieder probleem met me bespreken toen we tieners waren en dat vond ze heel erg fijn. Nog steeds zijn we hele goede vriendinnen en praten we vaak.

Dan is er nog Murron. Zij is de echte demon hier in huis. Murron is altijd chagrijnig en kan niet tegen grappen. Vroeger wel, maar sinds ze naar school moest is ze altijd in een slecht humeur. Niemand kan in haar ogen ook maar iets goed doen!

De derde dochter heet Kenadie. Ze is het slimste meisje wat ik ooit heb ontmoet. Ze kan heel snel lezen en sommen oplossen. Haar ouders verwachten veel van haar later. Maar dat vind ze ook niet erg. Kenadie is ook een geweldige boogschutter en ruiter. Volgens haar vader kan ze zo het leger in maar lady Rigantona vind dat maar niks.

De generaal en zijn vrouw heten Conall en Rigantona. Dat zijn ze voor de buitenwereld. In het huis heten ze lord Conn en lady Riona. Ze hebben een goed huwelijk en zijn heel gelukkig met elkaar. Wel slapen ze in aparte kamers zoals alle adellijke families.

Ik werk trouwens niet alleen voor de familie. Er zijn nog veel meer mensen. De belangrijkste zijn de kok, Glais, de keukenhulp, Cailan, het kamermeisje van de lady, Arela, de kamerheer van de lord, Brog, het kamermeisje van Zinerva, Gizela, en het andere kindermeisje voor Murron en Kenadie, Noland.

Mijn dagen zijn gevuld met het letten op Cessily. Nu ze ouder word wil ze steeds meer dingen buiten doen en dan heb ik meer werk om op haar te letten zodat ze zich niet bezeerd. En zoals gewoonlijk sta ik vandaag ook weer om zeven uur op. Om half acht is het tijd voor Cessily om op te staan.

The Demon PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu