Hoofdstuk 1

553 40 14
                                    

Bella the hunter.

Bella p.o.v.

Ik glimlachte terwijl ik keek naar de vlammen die aan het doven waren. Weer één. Pap klopte op mijn rug en gaf me een kus.

‘Goed gedaan meis.’

‘Dank je pap.’

Als het lichaam helemaal verbrand is lopen we rustig terug naar huis. Mijn vader was de Chief van Forks. En ja jullie vinden het misschien raar dat ik een lichaam heb verbrand maar het was die van een vampier. Mijn echte moeder René wist niet dat pap een jager was. Het ging generatie op generatie door. Omdat pap maar één kind had gekregen. Mij. Moest ik het leren. Het maakte mij niet uit. Vampiers waren slechte wezens zonder ziel. Ik vond het fijn om te weten dat ik mezelf kon beschermen ertegen. Sinds ik zes was trainde papa en ik. Nu ben ik veertien en heb ik voor het eerst mijn eigen opdracht gehad. En ik heb hem perfect gedaan.

*3 jaar later*

‘Ja mam. Ik weet het zeker.’ Zeg ik zuchtend. René probeert haar tranen in te houden als ze me een knuffel geeft. Haar nieuwe man Phil was een honkbal speler maar niet bekend of zo en hij reisde veel. René moest mee dus ik ging naar Charlie. Het was niet echt een probleem voor mij. Soms was het met Charlie veel fijner dan met René en Phil.

Alleen ik wist dat het met Charlie eenzaam zou zijn. Hij werkt lange dagen en op het weekend werkt hij soms ook of gaat vissen met Billy. Billy was het stamhoofd van de Quileute. De Quileute familie kon veranderen in weerwolven. Wel eigenlijk zijn het shape-shifters. Ze veranderen alleen als er vampiers in de buurt zijn.

Ik pakte mijn schetsboek en maakte een tekening van de man die ik afgelopen woensdag vermoord had. Ik tekende de man en legde het boek daarna weer weg. Ik pakte een ander en boek. Mijn favoriete. Het was het dagboek van mijn overgrootmoeder. Ik was vernoemd naar haar. Ze heette ook Isabella. Je hebt mijn vader en mijn moeder. Dan heb je mijn dode oom Damon. Hij was de eerste zoon van mijn oma Marie. Damon was boos toen Marie hem niet koos om de familie jager te worden. Hij ging zelf jagen. Proberen te bewijzen dat hij het aankon en dat was zijn dood. Hij was naïef op zijn twintig jarige leeftijd.

De moeder van Marie was Isabella. De overgroot oma waarnaar ik vernoemd ben.

Mijn familie was ingewikkeld als je wist over de jagers. In elke grote stad is wel een jager. Maar niemand kent ze. Zelfs degene waar we op jagen niet.

We jagen op vampiers. Simpel klinkt het maar het is niet zo. Alles in films is nep. Ze verbranden niet in de zon maar worden discoballen. Zo erg schitteren ze.

Knoflook of zo kwetst hun niet. Het enige wat je kan doen is hun verbranden.

Ze zijn supersnel, kunnen beter horen. Heel veel maar toch hebben ze zwakke plekken. En die gebruiken wij.

Ik klap het boek dicht met het touwtje ertussen van waar ik ben. Ik ken het boek bijna uit mijn hoofd maar het was het enige wat ik mee kon nemen van pap omdat als ik meer boeken mee nam mam verbaasd zou zijn. Ik had heel veel boeken al gelezen bij Charlie in huis. Maar nog niet allemaal. De meeste boeken die we hadden waren boeken met informatie over mensen. De anderen waren gewoon namen met rijen van de dood. Er waren ook een paar verslagen zoals degene die ik nu mee had.

Toen het vliegtuig landde was ik één van de eerste die naar buiten liep. Ik haatte het vliegtuig. Het was veel te druk. Binnen tien minuten was ik buiten en ik zag Charlie al tegen zijn auto aan geleund. Ik liep naar hem toe en we groette elkaar met een knuffel. Daarna ging mijn koffer in de achterbak en gingen we op weg naar huis.

‘Hoe gaat het met je?’

‘Goed.’ zeg ik snel en knik.

‘Ik moet je waarschuwen voor morgen.’

Bella HunterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu