Hoofdstuk 1

3K 198 15
                                    

Warning: Lees dit verhaal niet als je erg beïnvloedbaar bent. Dit verhaal bevat zelfverwonding en suïcidiale gedachtes, en ik wil niet dat jij dat hierdoor ook krijgt/ denkt het antwoord weten te vinden op je problemen na het lezen van dit verhaal.

Ik probeer zo normaal mogelijk de schooldeur uit te lopen. Ik heb mijn capuchon over mijn hoofd. Niemand hoeft te zien hoe ik er nu uit zie. Tranen prikken achter mijn ogen en mijn mond voelt droog. Ja, we hebben tussenuur en daarna nog een lesuur, maar ik ga het overslaan. Ik heb geen zin meer in alle opmerkingen. Ik ben er klaar mee. Elke dag ben ik er klaar mee. Wanneer ik bij het fietsenrek aankom zie ik Kaylee en Toby een stukje verderop staan. Ik probeer extra goed weg te kijken en volgens mij is het gelukt. Ik doe mijn headphones in, zet mijn lievelings liedje op en begin snel weg te fietsen, hopend dat Kaylee en Toby me niet zien. Bij het einde van het schoolplein aangekomen staat er iemand anders te wachten. Hoe kan het ook anders? Alsnog probeer ik verder te fietsen, maar hij gaat voor mijn fiets staan met een boze blik en ik kan niks anders dan remmen. Anders zou ik hem overeind rijden, hoe graag ik het ook zou willen, hij zou me terugpakken en niet zomaar ook. Hard terugpakken. ''Zo, zo, zo. Daar is ze weer hoor. Emma..'' Zegt hij op een enge toon en ik slik even. ''Max, asjeblieft. Laat me erlangs.'' Smeek ik en mijn stem trilt. Ook al gebeurd het bijna elke dag dit met Max. Ik tril elke keer. Hij is gewoon zo groot en sterk, dat maakt me bang. Hij stapt met een valse blik eindelijk aan de kant en glimlacht gemeen. Ik kijk bang en fiets snel weg. ''Ik hoop voor je dat ik je morgen niet meer zie hier! Val toch dood.'' Hoor ik hem nog roepen en nogmaals; ook al gebeurd het elke dag dat hij het roept, elke keer doet het steeds meer pijn.

Ik gooi de voordeur van mijn niet al te grote huis met een klap dicht en gooi mijn tas op de grond. Ik loop naar boven en plof op bed. Ik doe mijn handen voor mijn ogen en begin te snikken. Ik haat mijn leven. Op dit punt voel ik mezelf niet eens meer leven. Het voelt alsof ik in de hel zit en ik ben omringd met duivels. Moet ik er een einde aan maken? Aan alles? Aan alle ellende? Daar denk ik al dagelijks over na. Ik besluit wat muziek op te zetten in deze lege kamer. Hoe zou je er een einde aan moeten maken? Met een touw? Met pillen? Ik heb gehoord welke manieren er zijn, ik heb het alleen nog nooit geprobeerd. Ik heb het nog nooit gedurfd. Ik ben altijd bang dat het pijn gaat doen. Maar ja, niks zal zoveel pijn doen als alle dingen die er in mijn leven zijn gebeurd, dus wat scheelt het.

Ik hoor beneden stemmen en ik zet de muziek wat zachter om te horen wie het zijn. Ik hoor niet wie het zijn, maar voor de zekerheid loop ik snel naar mijn spiegel om de uitgelopen mascara onder mijn ogen weg te vegen. Wie weet is het familie. Een dronken moeder een kind met uitgelopen make-up maakt niet veel indruk. "Emma, er zijn vrienden voor je!" Roept mam en ik slik even. Vrienden? De afgelopen jaren stond het woord vrienden niet in mijn woordenboek. Ik heb er nul, dus ik ben benieuwd wat dit betekend.

Ik loop langzaam naar beneden, richting de woonkamer. Naast mijn moeder die bijna omvalt van de drank staan Kaylee en Toby. "Emma!" Zegt Kaylee met een brede glimlach die ik nu al niet kan uitstaan. "Kaylee, Toby.." Zeg ik met een zucht. ‘‘Ga je mee naar buiten?’’ Vraagt Kaylee zo lief mogelijk zo te zien en dat helpt voor mij niet echt, maar wel voor mam. Ze zal wel denken dat Kaylee een goede vriendin is. Kaylee is niet eens een vriendin, laat staan een goede vriendin. Het liefst wil ik vragen waarom ik mee naar buiten zou gaan, maar met mam erbij kan ik het niet. Ze weet nergens van.

Strong.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu