Hoofdstuk 4

2K 166 3
                                    

''Ik ben het. Je vader.'' Ik reik mijn armen naar hem uit, maar hij waait weg. Als een korrel zand tijdens een zandstorm. Hij vliegt weg en is verdwenen. De rest van de wereld vliegt mee en alles wordt zwart. Ik voel het zonlicht op mijn oogleden branden en ik open voorzichtig mijn ogen. Oh ja, dit is de echte wereld. Ik zou wensen dat ik mijn vader weer is zie. Ik heb geen idee waar hij is, hij liep weg en is nooit meer teruggekomen. Hij kan in dit dorp wonen, of in het midden van Texas. Niemand weet waar hij is.Die droom heb ik dus elke nacht. Verschrikkelijk. Hij snapte me, volledig. Elke keer dat ik een bepaalde emotie had, begreep hij me. Het is letterlijk een droom. Het is een droom dat hij terugkomt. Maar, dat zal nooit gebeuren.

"Je bent al wakker." Ik kijk naar rechts en ik zie iemand in de deuropening, wie is dit? Waar ben ik überhaupt? Zelfs dat moet ik nog even bedenken. Ik realiseer nu pas dat ik niet thuis in bed lig, ik lig in een heel ander bed, waar ben ik? Ik kijk de krullenbol verward aan "Wie ben jij?" Vraagt ik met een gigantische ochtendstem. "Harry?" Antwoordt hij verbaasd.

"Oh ja.. Sorry.." Ja, deze jongen heeft mij gisternacht gestopt van zelfmoord. En ik ben er zojuist achter gekomen dat ik ook nog in zijn freaking bed hem geslapen? "Kom je?" Vraagt hij, alsof ik hier al jaren woon. "Wat?" "Eten" "Oh.. Ja." Denk ik? Ik zie Harry nog een kort glimlachje geven en weg is hij. Voetstappen klinken door een gang heen en ik hoor gerommel uit de keuken. Ik gooi de dekens over mijn benen en ik wrijf even in mijn ogen. Ik sta met een zucht op, loop naar de deur en open hem voorzichtig. Ik zie de dezelfde gang waar ik gister was ingelopen naar de badkamer, dus de weg kan ik wel vinden. Ik loop de gang uit en kom uit bij de woonkamer.

Ik hoor het gerommel uit de keuken nu wat luider en ik loop er naar toe. Ik ga op een kruk aan het keukeneiland zitten en leg mijn hoofd in mijn handen, terwijl mijn elle bogen op het aanrecht leunen. Hoe kwam ik hier ook alweer? Oh ja, ik wilde er een eind aan maken. Dat wil ik nu nog steeds. Dus ik ben hier weg straks. "Ik moet straks weg." Zeg ik mompelend, want het zal hem toch niet veel uitmaken. "Waarom?" Vraagt hij weer. Hij zoek overal een rede voor, overal. Er is ook een rede voor, alleen die hoeft hij niet te weten.

"Ik heb een moeder, die mij gaat missen?" Verzin ik als smoes. Natuurlijk mist mijn moeder me niet. Ze weet niet eens of ik thuis ben of niet, laat staan of ik weg ben of niet. Het komt door alle drank die ze op heeft. "Natuurlijk.. En vader dan?" Ik kijk hem boos aan. Maar hij weet er niks van.. Dus mijn blik veranderd. "Is- Sorry." Zegt hij en kijkt ongemakkelijk weg. "Hij is niet dood, hij is weg."

"Oh.. Het spijt me ik-"

"Je ei is klaar." Zeg ik om dit ongemakkelijke moment te onderbreken "Ja." Zegt hij zachtjes en hij draait zich weer om richting het fornuis. "Het is trouwens jou ei." Zegt hij terwijl hij het ei uit de pan op een bord laat glijden. "Oh. Oké. Dankjewel." Zeg ik en ik pak het bord aan dat hij voor me neus houdt. Ik leg het weer op het aanrecht en wanneer ik net wil eten, legt Harry nog een mes en vork naast het bord. Wanneer ik de eerste hap van mijn ei neem hoor ik iets afgaan. Een bel? De deurbel, ja. Harry neemt een hap van zijn boterham en hij loopt de keuken uit.

Ik slik snel mijn ei door en ik loop voorzichtig naar de gang. Ik kijk voorzichtig om het hoekje en zie Harry staan, alleen Harry, verder niemand. Ik hoor een meisje praten, ik zie haar alleen niet. Dan veranderd Harry van pose en ik zie het meisje.

Kaylee?! Wat doet zij hier

Ik probeer weg te kijken, maar ze kijkt mij al aan en er veranderd iets in haar ogen. Harry kijkt achter zich en ziet mij staan, hij glimlacht en draait zijn hoofd weer om. ''Emma?'' Zegt ze alsof ze mijn beste vriendin is en me na jaren weer ziet. Ik blijf haar aan kijken. Ik zeg niks, ik durf niks. Weer kijkt Harry om, maar nu zegt hij wat. ''Kennen jullie elkaar?'' Vraagt hij, terwijl hij met zijn vinger naar ons twee wijst. ''Ja! Ze is een harstikke goede vriendin van mij!'' Zegt ze breed lachend. Hoe durft ze dit te zeggen?! Ik haat haar, ik haat haar diep en voor altijd. Ik zal haar nooit vergeven wat ze mij allemaal heeft aangedaan. Wat probeert ze te bereiken?

''Toevallig!'' Reageert Harry. Ik kijk Kaylee aan en ik durf geen ene emotie te tonen. Ik weet niet meer wat ze allemaal van plan is. Ze is gek. Ze kijkt van mij weer op naar Harry en dan doet ze iets. Van binnen voelde ik een tikkeltje jaloezie. Waarom? Geen idee. Daar gebeurde het, ze ging een beetje op haar tenen staan en gaf Harry een kus. Half op de mond, half op de wang. Om van te walgen. Wat moet dit betekenen? Je gaat dit niet menen.. Dan gaat de deur dicht en Harry loopt met een slap gezicht langs mij terug de kamer in. Ik loop achter hem aan en ga maar weer gewoon aan het keukeneiland zitten, doen alsof er niks is gebeurd. Harry staat achter het aanrecht en hij leunt met zijn armen ertegenaan, dan slaakt hij een zucht en hij kijkt mij aan. ''Het zit zo, Kaylee is-''

''Stop.'' Zeg ik verstandig. Weer zucht hij. ''Je hebt mij niks uit te leggen toch?'' Zeg ik terwijl ik weer een hap ei naar binnenwerk. ''Nee, dat is waar.'' Zegt hij en hij haalt een hand door zijn haar. Hij pakt zijn broodje van zijn bord en hij loopt weg uit de keuken en ik zie hem zichzelf op de bank laten vallen. Ik wil gaan nadenken over wat hier allemaal aan de hand is, maar ik begin er niet aan. Want het fijne is, ik hoef niet meer na te denken.

Strong.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu