Hoofdstuk 31

61 4 13
                                    

'Imke, het is gelukt! Morgan gaat ervoor zorgen dat er geen roddels meer zijn!' Met mijn telefoon in mijn ene hand en een blikje cola in mijn andere hand zit ik op het gras. We hebben nu vrije tijd en ik ben meteen Imke gaan bellen. 'Serieus? Wow, goed gedaan!' zegt Imke enthousiast.

'Ze probeerde Jamie te verleiden, maar dat was helemaal mislukt.' Ik moet nog steeds lachen als ik eraan terugdenk. Iedereen denkt dat Morgan elke jongen kan krijgen die ze wil. Ik snap wel dat ze schrok toen ze de foto's zag.

'Oh mijn god! Echt?' Imke schreeuwt zowat door de telefoon en ik moet lachen. Ik wil net verder vertellen als ik opeens nog een stem hoor aan de andere kant. Ik dacht dat Imke alleen was? 'Eh, Imke?'

'Ja?'

'Wie is dat? Met wie ben je?'

Imke is even stil. De stem is nu ook stil. 'Imke?'

'Eh, ja. Luister.'

'Ik luister,' zeg ik.

'Ik eh... ik heb een vriendin.'

'Wat? En dat zeg je nu pas! Imke, wat leuk! Weten je ouders het al?' De stilte aan de andere kant zegt genoeg. Ik krijg opeens heel veel medelijden met haar. Een relatie geheim houden is niet makkelijk.

'Ik ga het wel een keer vertellen, dat sowieso. Maar ik weet gewoon niet hoe en wanneer. Want zo is het ook niet eerlijk voor Floor.'

'Het komt wel goed,' zeg ik. 'Ik denk dat je ouders het wel zullen accepteren. Ze houden van je.' Imke zucht even. 'Ja, weet ik. Maar het is gewoon zo moeilijk.' Ik hoor dat Imke haar tranen probeert in te houden. 'Hé, het komt wel goed, hoor. Ik ben er voor je.'

'Dank je. Maar ik moet nu ophangen. Mijn ouders zijn over een kwartier thuis, dus ik moet afscheid nemen van Floor.'

'Ah, succes. Ik spreek je nog wel, doei!'

Ik hang op en ga liggen. De zon staat al wat lager en in de lucht zie ik een groep vogels voorbij vliegen. Het gras kriebelt onder mijn blote armen en ik sluit even mijn ogen om te genieten van de natuur hier.

Dit kamp komt dan wel in de buurt van een strafkamp, de natuur hier zal ik wel echt gaan missen. In Amsterdam is het Vondelpark de enige plek waar ik echt tot rust kan komen. Maar zelfs daar heb ik niet het lichte gevoel dat ik hier heb. De frisse, heldere lucht, geen verkeer, geen schreeuwende kinderen, geen Jesper...

Jesper. Ik heb al heel lang niet meer aan hem gedacht. Dat is maar goed ook. Ik ben weer net zo gelukkig met Luke als eerst. Maar hoe moet het als we morgen weer teruggaan. Zou hij mij vergeten zijn? Ik hoop het. Al denk ik niet dat je in vijf dagen opeens iemand vergeten bent.

Toch weet ik niet wat ik moet doen als ik hem tegen zou komen. Ik wil niet onaardig doen, maar ik wil eerlijk gezegd ook geen contact meer met hem. Dat zorgt alleen maar voor verwarring. Ik zou kunnen zeggen dat we gewoon super goede vrienden worden, maar iedereen weet dat vriendschap tussen jongens en meisjes niet bestaat. Toch?

Het trillen van mijn telefoon haalt me uit mijn gedachten. Geïrriteerd pak ik het ding uit mijn broekzak. Waarom moet mijn moeder dan ook altijd, elke dag, elke minuut vragen of alles goed gaat? Elke moeder weet toch dat een schoolkamp niet veilig is, dat minstens vijf mensen gewond naar huis gaan en één iemand opgegeten wordt door een alligator.

Maar het berichtje is niet van mijn moeder. Het is een onbekend nummer.

Vanavond 21:00 bij het meertje. Au revoir.

Er loopt een rilling over mijn rug. Welk onbekend nummer weet dat ik hier in dit bos in Frankrijk ben? Ik kijk om me heen, maar het enige wat ik zie zijn tenten, bomen en gras. Geen geluid, geen beweging...

Holding On To YouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu