~{Hoofdstuk 14}~

162 14 0
                                    

Gras kriebelde aan haar neus, en ze snoof de heerlijke geur van vers gras op. Langzaam opende ze haar ogen. Haar zicht werd licht vertroebeld door de vochtige dauw op het gras. Haar rug voelde nat aan, dat kwam waarschijnlijk door het dauw. Het zachte gezoem van de bijen stelden haar gerust en langzaam stond ze op. Ze herkende de plek niet. De waterige zonnestralen verlichtten de puntige rotsen achter haar. Ze hadden iets..aparts. De hele plek had iets aparts. Het dauw op het gras leek zuiver als sterrenlicht, net zoals de zon. Die zilver was. Ze draaide zich om. Het merkte haar op dat het windstil was, maar toch bewoog het gras ritselend onder haar blote voeten. Wacht.. blote voeten? Ze bekeek haar lichaam. Dit was zij niet. Haar benen werden bedekt door zachte zilveren doeken, die leken te glinsteren in het licht. De doeken werden bij elkaar gebracht door een zilver lint met een rafelig uiteinde op haar dijen. Ook haar schouders waren losjes ingewikkeld door zachte zilveren doeken die licht ingesneden waren op haar bovenarmen. Haar stijl haar viel lichtjes op haar schouders toen ze zich bekeek. Ook dat was zilver. Alles behalve haar huid was zilver.
 Ze hoorde een bekend gemurmel. Het kwam uit de richting waar het pad naartoe leidde. Voorzichtig haalde ze haar voet van het gras en liep het maanstenen pad op. Het leidde om de rotsen heen en ze liep steeds sneller, tot ze rende. Ze hield met haar handen de doeken op kniehoogte vast terwijl ze op het zilveren pad rende. Het pad werd steeds smaller en ze minderde vaart. Langzaam liep ze om een grote rots, lichtjes gebogen. Ze liet haar hand van de rots afglijden van verbazing. Midden op het gras stond een grote eik. De blaadjes waren van zo zuiver licht dat ze de hele plek verlichtten. De takken reikten om hun heen. Op sommige zaten vruchten. Ze rende naar de boom toe en voelde aan het schors. Het voelde ruw maar fijn aan onder haar vingers. Daar was het gemurmel weer. Het kwam van boven. Ze klom op de eerste laaghangende tak die ze tegen kwam. Voorzichtig zette ze haar voeten er op neer. De tak kraakte lichtjes onder haar gewicht. Maar het hield vol. Rustig klom ze omhoog. Ze hoorde duidelijk wat boven haar bewegen. Ze hief haar hoofd op en keek voorzichtig door de takken. Ze zag een staart, maar het was zo snel verdwenen dat ze dacht dat het verbeeld was. Ze was bijna bij de top en begon nu toch echt te twijfelen of ze niet gek werd. Gekraak. Gesmak. Het was nu duidelijk te horen. Ze klom twee takken verder. Een lange staart, grote vleugels. Dit kwam haar verschrikkelijk bekend voor. 


"Black?"

Dragon SpiritWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu