We vlogen, hoog boven de grond, ik schoot de ene kogel na de andere. Maar ik raakte niks. De doelwitten waren nog steeds ongedeerd. Herladen. Richten. Schieten. Het hielp niks. Een angstaanjagend gegrauw deed me omkijken. Er vlogen verschillende messen op me af. Duiken, optrekken, links, rechts, dat was een grote fout. Een mes doorboorde mijn keel, dieper en dieper mijn vlees in. Het bloed sijpelde via het gat naar buiten, terwijl mijn draak haar laatste adem zuchtte schreeuwde ik een bloedstollende kreet dat dit nog niet over was.
'AAAAAARRGGG!' Ik werd schreeuwend wakker. Mijn schurende adem werd gerustgesteld door de ruwe bobbelachtige huid van Black. 'Sorry Black dat je nu doof bent, maar ik had een nare droom.' zei ik terwijl ik haar een klopje gaf. We vlogen nog steeds. 'Enig idee waar we zijn?' vroeg ik. Het bleef stil. Ik keek naar beneden waar alleen maar wolken te zien waren. 'Wil je misschien iets lager vliegen, onder de wolken dan zien we tenminste waar we zijn.' Dat liet ze zich geen twee keer zeggen. Terwijl de wolken ons opslokten tuurde ik naar beneden voor enig levend teken. Het zicht werd langzamerhand beter en ik kon alles nu zien. We vlogen over land, dat was zeker maar... Dit was niet het dorp waar ik woonde. Alles wat ik zag waren bomen, gras en rivieren. 'Weet je waar dit is Black?' Weer bleef het stil. 'Hallo! Ga je me negeren ofzo?' Grauwend liet ze weten dat ze niet wist waar we waren. Lekker dan... 'Het wordt al donker, misschien kunnen we beter een schuilplaats vinden, of iets wat erop lijkt. Zolang het maar veili...' Mijn zin werd afgebroken door een kreet van Black. Ze raakte uit haar balans en er vloog een soort touw om haar vleugels, wat haar blokeerde te vliegen. Met een snelheid waarvan ik echt zou denken dat mijn binnenkant mijn buitenkant wordt doken we naar beneden. Ik klemde mijn benen om haar heen en zocht naar iets scherps. Ik vond mijn zakmes, die had ik altijd bij me. Ik zette het mes tegen het touw en begon te snijden. Maar het touw was veel te taai voor mijn armzalig mesje. Spring! Hoorde ik in mijn hoofd. Spring! 'Black ben je gek! Ik laat je niet achter! 'Spring alsjeblieft van me, dan kan je nog wat doen. Nu!' De martelende millisecondes vraten me van binnen op. En toen sprong ik.
Ik dook recht het water in. Een grote trilling in het water verraadde ook Black's komst. Ze zonk zeker drie keer zo snel naar beneden. Ik greep mijn mes weer en begon te snijden. We kwamen steeds dieper en het werd donkerder. Hoelang nog voor ik zou verzuipen? De krampige beweging in mijn keel vertelde dat ik niet lang meer had. Black rukte en zwiepte alle kanten op wat niet hielp. Nog twee vezels. Met al mijn kracht in me sneed ik de laatste seconde snel heen en weer. Het touw kwam los en ik hapte naar adem. Stromend kwam het water mijn keel in en ik proestte het uit, waardoor alleen maar meer water binnen kwam. Met een laatste streling over Black's voorhoofd gaf ik het op. Toen werd alles zwart.
'Ze komt bij!' Ik hoorde verschillende stemmen om me heen. De warmte viel me later ook op. Ik deed mijn ogen voorzichtig open. Alles was wazig. Ik proeste het overige water naar buiten en ik was gedwongen overeind te gaan zitten. Ik ademde diep in en uit. Mijn zicht werd beter en ik observeerde de omgeving rondom mijn. 'Wa-Waar ben ik?' kwam er twijfelend uit mijn mond. 'Rustig maar, je bent veilig.' Ik draaide me om naar de stem die mij aansprak. Een jongen van ongeveer 18 jaar keek me aan. Zijn warrig bruine haar en groene ogen lieten me ontspannen. Ik mistte iets. Waar was..'Black! Waar is ze? Waar is Black!' De jongen keek bezorg. 'Ze was compleet uitgeput toen ze hier aankwam. Ze had jou op haar rug en toen ze landde was ze meteen bewusteloos. We hebben gedaan wat we konden.. Maar ik weet niet of....' De jongen zei het laatste niet maar mijn gedachten vulden het aan. 'Is ze..' Ik hakkelde. Ik renden uit de tent en stapte het daglicht in. De jongen sneldde me achterna. 'Wacht nou je bent nog niet genoeg hersteld!' Ik opende alle tenten en mompelde een excuus naar 2 oudere mensen. In de verste tent kwam een laag gegrom. Ik rende ernaar toe en opende het. Er stond een klein meisje naast mijn draak. Ze mompelde lieve woordjes en trok aan haar oren. Ik kende een persoon die dat altijd deed. Tranen schoten te binnen aan de herinneringen van Max. Ik knielde naast Black en het meisje schrok op. Ik legde mijn hand op Black's voorhoofd. 'Black?' Haar borstkas rees niet op en neer zoals het gewoonlijk deed. 'Black, het is tijd om op te staan.' Mompelde ik naast haar oor. Er kwam niks. Geen reactie. Niks. 'Black? Black het is tijd om op te staan!' Ik werd wanhopig. 'Black, wakker worden! Nu! Komop ik heb vis voor je!' Ik graaide naar het dichtsbijzijnde schaaltje die met vis gevuld was. Ik luisterde naar haar hartslag, maar, die was er helemaal niet. Hoe deed Roy dat nou ookal weer? Ik moest haar geest binnen dringen. Als die er nog was... Wanhopig sloot ik mijn ogen en drong naar binnen. Moeilijk was het niet want ze verzette zich niet. Haar longen waren vol met water en haar hart was vermoeid. Ik dwong het te gaan kloppen. Klop nou! Alsjeblieft! Het ritme kwam niet terug. Langzaam drong ik me terug. Ik legde mijn hand op haar hart en begon helende woorden te mompelen. Er kwam niks. Ik draaide me om naar de jongen. En ik begon te schreeuwen. Harder te schreeuwen dan ik ooit heb gedaan. Ik boog me over Black heen en tranen van verdriet vloeiden over mijn wangen. Waarom is mijn leven zo'n CHAOS!!!!
![](https://img.wattpad.com/cover/82347484-288-k574542.jpg)
JE LEEST
Dragon Spirit
FantasyMaak kennis met Alice, een meisje dat op de middelbare school zit. Als je 15e verjaardag plaatstvindt, krijg je een ceremonie, die aan de hand van jouw karakter en lot je draak bepaald. Jouw eigen Spirit Dragon en een Ultimate Dragon Rider worden. A...