H13: Chantage

91 9 0
                                    


Maar niet snel daarna vonden ze ons zwakste punt.

Mij

Ik probeer mijn trainingen zo goed mogelijk voor mijn ogen te halen, alle uren van Leonie's instructie over evenwicht, snelheid en greep. Een vampier wil zijn tanden in mijn hand zetten, maar snel trek ik mijn hand naar links, maak ik een grote boog met mijn arm en laat ik de scherpe snede van mijn zwaard hard op hem neerkomen. De vampier schreeuwt het uit en valt op de grond. De andere tegenstanders proberen naar ons te komen, maar door alle lijken die er liggen, is dat nirt zo gemakkelijk. We zitten al over de helft. In mijn ooghoeken zie ik Irena met een grote grijns op haar gezicht toekijken, dan draait ze zich om en verdwijnt om de hoek. Vol woede boor ik mijn zwaard in de schouder van een weerwolf. Waarom doen ze nu zo!? Wat hebben wij gedaan om hen boos te maken!? De weerwolf geeft niet op en zijn klauw raakt mijn buik, ik was nog net op tijd naar achteren gesprongen, recht tegen Sem zijn grote rug. Maar de scherpe klauwen raken mijn buik net. Ik sis het uit van de pijn en ik hoor Sem vragen of het goed gaat.

'Gewoon een schrammetje, niets ernstig'.

Ik kijk boos naar de weerwolf voor me. Ik maak een schijnbeweging naar zijn gezicht, waarop de weerwolf zijn gezicht wil beschermen. Daardoor is zijn borst niet beschermt en mijn zwaard gaat door zijn hart. Even komt schuldgevoel naar boven, maar deze schud ik al snel van me af. Het is wonderbaarlijk hoe veel ik in deze tien dagen ben veranderd. Twee weken geleden zou ik nog in mijn zetel liggen luieren en naar series zitten kijken en nu ben ik gewoon aan het vechten zoals in de films. Of het een goede verandering is of een slechte? Geen idee. Voor nu denk ik wel. Ik voel me wel goed bij ze. Een nieuwe familie. Een nieuwe uitdaging. Maar ik weet dat de beslissing die ik heb genomen voor heel mijn leven zal zijn en als ik er nu op terugkijk, was het een heel impulsieve actie. Maar vooraleer ik aan mijn toekomst denk, moet ik er eerst voor zorgen dat ik een toekomst heb, dat ik dit overleef. Ik ben ook niet van plan om op mijn eerste missie te sterven. Het woord 'sterven' heeft voor mij zelfs nog geen betekenis. Het is gewoon een woord zoals in een woordenboek. Ik heb nog geen traumatische gebeurtenissen over de dood. En zolang ik geen gevoel heb over dat begrip, ben ik het ook niet van plan het te doen of zijn of wat dan ook.

Nog maar een paar meters en we zijn bij het busje. Mijn zwaard steekt, draait en steekt. Mijn armen beginnen moe te worden. Mijn ademhaling begint serieus te versnellen en ik zie hoe mijn bewegingen langzamer beginnen te worden. Miguel springt in de auto en helpt de man erin. Noah staat naast de deur en houdt de benedelingen tegen. Nu springen Sem en ik er ook in. Enkelen proberen nog de achterdeur van het bestelbusje open te krijgen, maar helaas. De auto begint te rijden en Noah springt er met een sierlijke sprong nog net op tijd in. Een stuk of twee weerwolven rennen ons nog achterna, maar wanneer Miguel een versnelling hoger gaat, druipen ze met een gebogen hoofd af. De man, Sem en ik zitten vanachter in de laadruimte. Langzaam begint de adrenaline weg te gaam, en ik krijg een plotse steek in mijn buik. Ik roep het uit van de pijn. Sem snelt met een bezorgde naar me toe. Hij trekt voorzichtig mijn shirt uit. De wonde is erg groot, niet zo diep, maar als het niet snel wordt verzorgd, zal het ontsteken en dat kan voor veel problemen zorgen. Sem staat op en gaat naar een van de kastjes. Hij haalt er een geeloranje uitziend flesje en neemt ook een paar watjes. Hij zet zich op zijn kniëen en verzorgt uiterst voorzichtig mijn wonde. Een kleine glimlach kleeft op mijn gezicht, onlangs de pijn. Net wanneer hij klaar is, mij een klein glimlachje geeft, en wil opstaan, worden zijn ogen groot. Hij valt voorover, een mes steekt in zijn rug. Mijn handen vliegen naar mijn mond. Voor me staat de oude man met nog een mes. Hij bukt zich om nog een mes te steken, maar ik spring op de man. We komen allebei hard op de grond terrecht. Aangezien hij een wapen heeft en ik niet, neem ik zijn pols waar hij het wapen vastheeft en draai het met een ruk naar recht. De man schreeuwt het uit en laat het mes vallen. Hij grijpt naar zijn gebroken pols. Snel grijp ik het mes en hou het beschermend voor me. In mijn ooghoeken zie ik dat Noah bij Sem geknield zit.

Het Verdwenen Medaillon (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu