Hoofdstuk 25

50 2 1
                                    

P.o.v. Kim

Ik kom onder mijn stoel vandaan en kijk voorzichtig naar buiten. Overal om me heen zie ik glas, puin en.... En bloed. Bloed van de niet-overlevenden. Ik weet niet wie dat zijn. Wat ik wel weet is dat ik tot nu toe een overlevende ben. Maar er kan nog vanalles veranderen. We kunnen gegijzeld zijn, en dat ik dan alsnog word neergeschoten. Ik kan rook ingeademd hebben, dan kunnen mijn longen ermee stoppen. Ik ben bang. Bang voor de dood. Dan merk ik dat fleur naast me op de grond ligt. Dat ik dat nog niet gemerkt had. Ik voel me meteen schuldig. Schuldig dat ik alleen maar aan mezelf heb gedacht. Waarom? Waarom zat ik in het vliegtuig dat neerstortte. Er loopt een warme traan over mijn wang. Dan voel ik een hand op mijn schouder.

"Kom mee naar buiten!" Zegt een hese hoge stem.

Het is een vervelende stem om naar te luisteren. Ik luister niet naar de stem. Ik wil bij fleur blijven. Ik kan nu noet weg gaan. Ik mag haar niet alleen laten. Ik hoor sirenes in de verte. Is het zo ernstig. Ja natuurlijk! Anders zou ik niet in paniek zijn. Mijn vriendin is misschien wel dood. Ik bijt op mijn nagel. Ik bijt iets te ver door en ik zie het bloed eruit komen. Normaal zou ik nu schrikken. Maar ik ben al teveel geschrokken vandaag. Ik ben te moe om te schrikken. Ik ben moe van alles. Alles is vandaag slecht. Het vliegtuig is slecht, de grond is slecht, de piloot is slecht, en nog het ergste van allemaal, ik ben slecht.

Ik begin te huilen. Ik wil naar huihuis!!!!

"We moeten er langs aan de kant!" Schreeuwen ambulancemannen...

Ik spring op van mijn stoel en ik wijs naar fleur. De mannen duwen me ruw aan de kant, en leggen fleur op een brancard... (A/n hoe schrijf je dat?) Ik laat een snik uit mijn lichaam ontsnappen. Ik wil nu niet huilen.... Ik begin maar doelloos rond te lopen. Ik besluit om naar buiten te gaan, dan ben ik in ieder geval weg van dit benauwde vliegtuig. Ik loop rustig naar de uitgang. Het verbaasd me dat ik rustig kan doen. Ik ben super gestressd. En als ik gestressd ben ga ik rennen. En schreeuwen. En huilen. Ik stoot mijn teen

"Kut kut kut" mompel ik.

Dan ren ik naar buiten. Een wolk van rook komt mijn gezicht in. Ik begin te hoesten.

"Kom maar meisje, kom maar!" Zegt de hoge hese stem weer.

Ik hoest nog meer.

Dan zie ik de ambulance wegrijden, met fleur erin. Ik voel de grond onder me wegzakken. Ik loop gevoelloos naar de taxi... Als ik daar ben voel ik mijn wangen branden.

"Heeeeeeelp!!!" Roep ik, "mijn wangen staan ik de fik"

De taxichauffeur kijkt me vreemd aan. Ik ren naar buiten, op zoek naar water. Dan pas besef ik dat mijn wangen niet in de fik kunnen staan. Ik loop huilend weer terug naar de taxi. Normaal zou ik me schamen als ik zou huilen. Ik schaam me snel.

"Sorry meisje, maar de taxi wil niet starten." Zegt de chauffeur. "Je zal hier 4 uur moeten wachten voor een andere taxi."

Dan snap ik pas waarom de mensen Vlaams praten hier. Ik ben in België neergestort. Hier ben ik geboren! Ik ga naar mijn opa. Hij woont hier ergens. Hij woont in Gent. Gent,,waar ben ik nu? Ik besluit het aan mensen hier in de buurt te vragen.

"Mevrouw waar zijn we?" Vraag ik aan een mevrouw die volgens mij ook in het vliegtuig zit.

"We zijn in Gent meisje" zegt ze terug.

Ik glimlach: "bedankt mevrouw!' Zeg ik beleefd met een nette lach.

"Zou u me even de weg naar het centrum willen wijzen?"

"Ja natuurlijk meisje. Kom maar mee!"

De mevrouw wijst mij de weg en ik bedank haar. Nu weet ik de weg naar mijn opa. Ik loop 10 minuten en ik bel aan. Mijn opa doet open. Hij kijkt even goed naar me en dan omhelst hij me.

"Heeeeeeeeeeii meisje! Wat heb ik je gemist Michelle!"

Ik schrik, hij denkt dat ik mijn moeder ben!

Ik zeg voorzichtig: "h-hallo o-o-pa, ik, ik ben niet Michelle, ik ben Kim!"

"Oja natuurlijk Kim"

Fantasie ontvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu