H10 •A pure kiss•

600 28 0
                                    

ABBY
"Wat doe je hier! Het is veel te gevaarlijk!" Zeg ik iets te luid. Meteen plaatst hij zijn hand op mijn mond.

"Ik kom hier al elke dag sinds dat je hier ligt."zegt hij wanneer hij zijn hand weer traag van mijn mond haalt.

"Ben je gek? Wat als ze je betrappen, dan ben je dood." Fluister ik zacht.

Hij haalt zijn schouders op. Zijn ogen gaan naar mijn ring. "Vind je hem mooi?" Ik knik.

"Hij is van mij."zegt hij. Ik kijk hem verward aan. "Ik gaf hem aan Lilla en zei dat het een geluksbrenger was ik dacht wel dat ze hem aan jou zou geven."legt hij uit.

"Wat Lilla heeft je gezien! En hoe ken je haar naam!"spreek ik nog verwarder uit.

"Ik weet veel, Abby, net zoals mijn vader ook veel weet en dat is niet goed voor jullie."antwoord hij.

"Je kent mijn naam? Ik ken die van jou niet eens!"zeg ik verontwaardigd.

"Ik ben Mason."zegt hij zacht. Voetstappen in de gang trekken onze aandacht.

"Ik moet gaan." Zegt hij vluchtig. Hij drukt snel een kusje op mijn voorhoofd en springt dan weer het raam uit.

Tintelingen schieten door mijn lichaam. Ik spring uit mijn bed en loop naar het raam goed maar hij is al niet meer te zien.

Het liefst van al wil ik achter hem aan springen. Zijn naam blijft in mijn hoofd spoken en ik blijf zijn gezicht zien.

De deur gaat met een kraak open.

"Wat doe je uit je bed?"vraagt een verpleegster.

"Sorry." Sprak ik zacht terwijl ik weer mijn bed in kroop. De verpleegster liep naar het raam toe, ze keek er door. Ze verwachte waarschijnlijk om iemand te zien.

Tot haar spijt was er niemand. Ze sluit het raam kijkt me nog eens streng aan en loopt de kamer weer uit.

Ik breng de ring op ooghoogte en bekijk hem aandachtig. Vlinders fladderen in mijn buik en het tovert een grote glimlach op mijn gezicht.

MASON
Met een glimlach om mijn lippen ren ik weer door de bossen. Ze bleef door mijn hoofd spoken. Haar mooie verschijning, haat schattige glimlach, haar wangen die rood werden toen ze me zag.

De fakkels branden niet en het dorp ziet er verlaten uit. Vluchtig steek ik het plein over en geluidloos open ik de voordeur.

Ik wil meteen naar boven gaan maar stop wanneer ik "waar zat je" hoor.

Ik draai me geschrokken naar de living toe. In de eenzitter zit vader. Zijn ogen kijken me kwaad aan.

Met een zucht staat hij op. Ik voelde hoe de angst me om de keel slaat.

Met trage passen komt hij op me af. "Krijg ik nog een antwoord?"brult hij kwaad. Ik slik: "Ik was gaan lopen met Bailey."

"Lieg niet tegen me."gromt hij kwaad terwijl hij met zijn vuist op de kast slaat.

"Waar was je echt." Vraagt hij nogmaals. Maar mijn lippen blijven gezegeld.

Nu grijpt hij mijn hoofd en gooit het tegen de kast aan. Ik val op de grond neer. Vader bromt nog: "Lieg nooit meer tegen me jongen." Hij verlaat de kamer dan.

Ik kijk toe hoe hij me gewoon achter laat. Mijn handen gaan naar mijn hoofd dat bedekt is met bloed.

Een traan zit klaar in mijn oog maar mijn wolf dwingt me me te vermannen.

Ik trek mezelf overeind loop de trap op en mijn badkamer binnen. Ik bekijk mezelf in de spiegel. Bloed komt van overal. Ik spuw er wat van in de wasbak en probeer de rest er daarna af te spoelen.

Het water prikt in de wondes. Maar ik zet door.
Ik droog mijn gezicht af en gooi de handdoek tegen de muur aan. Hierna ga ik mijn kamer binnen en uit mijn agressie op mijn boksbal.

Binnen 2 dagen zouden we aanvallen. Alle mannen zouden ze afslachten maar pittige vrouwen zouden ze laten leven. Daar konden ze plezier aan beleven.

Abby is pittig en doordat ze de dochter van Aiden is is ze een groot doelwit.

Ik kan haar redden, maar als ik niet op tijd ben god weet wat ze met haar doen.

Ik sla nog eens hard door en mijn knokkels beginnen pijn te doen.

ABBY
Het zonlicht schijnt over de bomen mijn kamer binnen. Het was luidruchtig op de gangen. Ik spitste mijn oren in de hoop te horen waarom.

Ik wandel naar de deur en open deze voorzichtig. Door de gangen lopen dokters en verplegers gestresst rond.

"Een aanval in het noorden van het territorium. De 15 gewonden worden nu binnengebracht."hoor ik hoe een verpleger een dokter inlicht.

Een bed komt aangereden met er rond heen bezorgde gezichten. Avi (zie foto) is er 1 van.

Dan besef ik wie er op het bed ligt. Andy, de bèta.

De dokters rijden het bed de operatiekamer binnen. Avi word tegengehouden door 2 verplegers. "Ik wil bij hem blijven!"roept hij luid terwijl de deuren van het operatiekwartier toe slaan.

"Laat me door!"gromt hij terwijl hij uithaalt naar 1 van de verplegers. De andere verpleger grijpt hem stevig vast. Hij klemt zijn armen achter zijn rug en duwt hem met zijn knieën tegen de grond aan.

"Hey! Laat hem los!" Neem ik het voor hem op. De verplegers kijken geschrokken op en gehoorzamen meteen. Ze kijken gehoorzaam naar de grond.

Ik ren op Avi af en help hem overeind. "Gaat het?"vraag ik bezorgt. Hij knikt.

Wanneer hij overeind staat zie ik de tranen in zijn ogen. Ik gooi de verplegers nog even een kwade blik en begeleid Avi dan naar mijn kamer.

Wanneer we helemaal alleen zijn overvallen de tranen hem meteen. Ik grijp hem vast en trek hem in een stevige knuffel.

"Het komt goed met hem oké? Hij is de beta, ze gaan goed voor hem zorgen, hij is sterk, hij komt er wel door." Stel ik hem gerust. Ik laat hem voorzichtig terug los.

"Bedankt..."zegt hij stil. Ik glimlach even naar hem. Zijn natte ogen staren in demijne en dat is het moment dat hij plots dichter komt.

Hij drukt zijn lippen teder op demijne. Ik panikeer even maar kus hem terug. Onze lippen versmelten in elkaar.

————————
Thnx voor het lezen!

Ily all 💋

Like? Comment? Follow?

MoonchildWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu